Volgens het model van Rutherford kan het atoom alle fotonen opvangen. De nieuwe baan die het elektron hierdoor krijgt hangt af van de energie van het opgevangen foton. In het spectrum van gassen treden spectraallijnen op: Alleen bepaalde golflengtes worden geabsorbeerd. Het model van Rutherford biedt hier geen verklaring voor. Volgens het model van Bohr komt dit omdat de meeste mogelijke banen rond de atoomkern voor het elektron verboden zijn. Er zijn maar bepaalde banen die zijn 'toegestaan'. Het wisselen van baan gaat dus altijd gepaard met een energiesprong die van tevoren (per atoomsoort) vastligt. Dit betekent dat alleen dié fotonen die precies de fotonenergie hebben die overeenkomt met het verschil in energie tussen twee banen geabsorbeerd zullen worden. Alle andere fotonen zullen niet geabsorbeerd worden.
Omgkeerd zal het elektron bij het terugvallen naar een lagere baan alleen bepaalde soorten fotonen uitzenden die corresponderen met de energiesprong tussen de twee banen.
Eerder gestelde vragen | Bohr
Op dinsdag 4 okt 2016 om 08:15 is de volgende vraag gesteld
Hoe weet je dat de fotonenergie overeenkomt met de energiesprong tussen twee banen?
Erik van Munster reageerde op dinsdag 4 okt 2016 om 10:10
Dag Femke,
Bij metingen aan energieniveaus'en fotonenergie blijkt dat het energieverschil tussen twee banen overeenkomt met de fotonenergie van de uitgezonden of geabsorbeerde straling.
Het is dus niet iets wat je 'weet' (of wat Bohr wist) maar iets wat uit experimenten blijkt. Het model van Bohr is opgesteld naar aanleiding van metingen en blijkt te kloppen.
Daarom mag je ervan uitgaan dat fotonenergie overeenkomt met de energiesprong tussen twee banen.