Met λ de golflengte in meters, h de constante van Planck in Js (BINAS tabel 7) en p de impuls in kg·m·s
. De impuls kan berekend worden met p = m·v. Voor de impuls vullen we de massa van het elektron (BINAS tabel 7) en de snelheid in. We vinden dan
Afgerond is dit 32 nm.
kg (zie BINAS tabel 7). Voor de impuls vinden we dan
m.
. Voor de impuls vinden we dan
m. Dit is zó'n onvoorstelbaar kleine golflengte dat er nooit iets van het golfkarakter zal blijken. Dit geldt eigenlijk voor alle normale voorwerpen in ons dagelijks leven. Alleen voor atomaire en subatomaire deeltjes komt de Brogliegolflengte in de buurt van de grootte van de afmetingen van atomen zelf. Alleen bij dit soort kleine deeltjes zul je dus iets van golfverschijnselelen kunnen merken.
(Voor alle bovenstaande vragen geldt dat je de gegevens ook rechtstreeks in de formule λ = h/ (m·v) kunt invullen)
Eerder gestelde vragen | Brogliegolven
Op dinsdag 16 jan 2024 om 17:18 is de volgende vraag gesteld
Waarom wordt het antwoord in sommige gevallen afgerond in meter en andere in nm? Als je golflengte kan uitdrukken in nm in plaats van m is dat dan beter?
Erik van Munster reageerde op dinsdag 16 jan 2024 om 17:30
Maakt niet uit. Is allebei goed. Ook bij het eindexamen mag je zelf weten welke eenheid je gebruikt.
(Tenzij er staat “geef je antwoord in nm” of zoiets.)
Op zaterdag 2 sep 2023 om 21:24 is de volgende vraag gesteld
Goedenavond meneer,
vraagje bij A:
u gebruikt de formule (λ = h/p) om de golflengte te rekenen, waarom kom ik met de formule λ = h/m.v niet op hetzelfde antwoord uit? Want je hebt de constante van Planck, massa van het elektron, en de snelheid van de elektron (2,4 m/s)? Je zou verwachten dat je met deze formule ook hetzelfde uitkomt hebt..
Erik van Munster reageerde op zaterdag 2 sep 2023 om 21:30
Zeker. Je zou met λ=h / (mv) op hetzelfde antwoord moeten uitkomen. Vul je wel de goede snelheid in? (2,3*10^4 en geen 2,4).
Op dinsdag 19 jun 2018 om 12:50 is de volgende vraag gesteld
Goedemiddag,
Bij vraag b wordt de massa van een heliumkern als 4 u genoteerd (net zoals in de opgave), maar dit is toch eigenlijk de massa van het heliumatoom? Eigenlijk zou hier toch nog de massa van de 2 elektronen vanaf gehaald moeten worden om te spreken over de massa van een heliumkern?
Alvast bedankt!
Erik van Munster reageerde op dinsdag 19 jun 2018 om 13:13
Klopt, als je het precies wil berekenen moet je de massa van de elektronen hier inderdaad nog af halen. Maar, zo precies hoeven we het hier niet te weten dus hier maakt het niks uit.
Mag overigens wel en is eigenlijk correcter maar het is wel weer extra rekenwerk en je komt op precies hetzelfde antwoord.
Op woensdag 29 mrt 2017 om 14:02 is de volgende vraag gesteld
Hallo,
ik was bezig met deze opdracht, maar het viel mij ineens op dat de eenheden niet kloppen volgens mij, en ik snap niet precies wat ik verkeerd heb gedaan.
formule:
p = m v
maar als je hiervoor de eenheden gebruikt krijg je:
[kg] x [m s-1] = [kg m s^-1]
als je dit invoert in de andere formule: labda = h/p met h is een constante met eenheid Js
dan krijg je [Js]/[kg m s^-1] = [Js^2 / kg m]
dan zou dus betekenen dat de eenheid van labda [Js^2 / kg m] zou zijn. klopt dit? of heb ik een fout gemaakt? omdat we normaal voor labda de eenheid meter gebruiken.
alvast bedankt,
Sander Leurink
Erik van Munster reageerde op woensdag 29 mrt 2017 om 14:46
Dag Sander,
Klopt helemaal wat je schrijft alleen kun je Joule ook weer anders schrijven: J = kg*m^2*s^-2
Als je dit invult vindt je voor de eenheid van lambda:
[Js^2 / kg m] = kg*m^2*s^-2 s^2 / kg m = m
Komt dus (uiteindelijk) goed uit....