In BINAS tabel 36B vinden we de formule voor de omtrek van een cirkel. In de formule is r de straal van de cirkel. Dit is de helft van de diameter. In dit geval vinden we r ½·30 cm = 15 cm = 0,15 m. Invullen geeft
omtrek = 2π·r = 2π·0,15 = 0,9424778 m
Afronden op twee significante cijfers geeft een omtrek van 0,94 m of 9,4·10-1 m.
Opgave b
In dezelfde tabel vinden we de formule voor het oppervlak van een cirkel. Invullen van r = 0,15 geeft
Oppervlak = π·r2 = π·0,152 = 0,0706858 m2
Afgerond is dit 0,071 m2 of 7,1·10-2 m2.
Opgave c
Wanneer we de cylinder uitrollen (zie afbeelding hieronder) zien we dat de lengte van het uitgerolde oppervlak gelijk is aan de omtrek van de cirkel die we bij a hebben berekend. Het oppervlak is dan
lengte ·hoogte = 0,9424778 ·0,40 = 0,37819 m2
Omdat de cilinder aan de bovenkant en onderkant wordt afgesloten komt hier nog twee keer het oppervlak wat we bij b hebben berekend bij
0,37819 + (2·0,0706858) = 0,519563 m2
Afgerond is dit 0,52 m2 of 5,2·10-1 m2
Opgave d
De inhoud van de cilinder is de hoogte maal het oppervlak van de cirkel. In formulevorm: πr2h. Invullen geeft
π·0,152·0,40 = 0,02827433 m3
Afgerond 2,8·10-2 m3.
Vraag over opgave "Cilinder"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.
Eerder gestelde vragen | Cilinder
Op zaterdag 7 jan 2017 om 14:33 is de volgende vraag gesteld Moet bij het antwoord van opgave d niet m3 zijn in plaats van m2?
Erik van Munster reageerde op zaterdag 7 jan 2017 om 15:01 Zeker. Moet natuurlijk kubieke meter zijn. Heb het net verbeterd hierboven. Dank voor je oplettendheid...