De spanning over het lampje moet uiteindelijk 6,0 V worden. Dit is tweederde van de totale spanning van 9,0 V. Dit betekent dat de weerstand van het lampje ook tweederde van de totale weerstand in de kring moet zijn. De totale weerstand in de kring moet dus (3/2)·33 = 49,5 Ω worden. Het lampje neemt hiervan 33 Ω voor zijn rekening dus weerstand R moet een waarde van 49,5 - 33 = 16,5 Ω krijgen;. Afgerond 17 Ω
Tweede manier. De stroom door het lampje bij een spanning van 6,0 V rekenen we uit met de wet van Ohm. I = U/R = 6,0 / 33 = 0,1818 A. Om deze stroom te laten lopen bij een spanning van 9,0 V moet de totale weerstand in de schakeling zijn R = U/I = 9,0 / 0,1818 = 49,5 Ω. Het lampje zelf heeft een weerstand van 33 Ω, dus weerstand R moet een waarde van 16,5 Ω krijgen. Afgerond 17 Ω
Als de twee lampjes in serie gezet zouden worden zou de totale weerstand de som van de weerstanden van de lampjes zijn. De spanning over elk lampje zou dan precies de helft van de spanning van 9,0 V zijn: 4,5 V. Dit is lager dan de spanning waarvoor het lampje is ontworpen. Beide lampjes zullen dus zwakker dan normaal branden. De grootte van de stroom die er gaat lopen kunnen we niet uitrekenen: Lampjes zijn niet-ohmse weerstanden. De weerstand van 33 Ω geldt alleen bij 6,0 V. Bij 4,5 V is de weerstand waarschijnlijk lager.
Eerder gestelde vragen | Doorbranden
Op woensdag 16 nov 2022 om 19:38 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,
Zou mijn antwoord bij opgave B correct zijn? "De lampjes in serie geven een weerstand van 66 ohm (33+33, R1+R2 = Rv). Omdat de weerstand hoger is dan in situatie 1, zullen beide lampjes minder fel branden." Of kan je dit niet doen omdat het een niet-Ohmse situatie is?
Alvast bedankt!
Erik van Munster reageerde op woensdag 16 nov 2022 om 20:39
Voor vraag b) is dit een goed antwoord. Dit is inderdaad de reden dat de lampjes zwakker branden.
Op woensdag 4 dec 2019 om 12:47 is de volgende vraag gesteld
Beste erik,
Ik snap niet zo goed wanneer je je stroom wel of niet kan uitrekenen. Waarom kon je het bij vraag a wel uitrekenen daar heb je toch ook een lampje ( niet ohmse weestand)
Erik van Munster reageerde op woensdag 4 dec 2019 om 13:09
Dat komt omdat het lampje een niet-ohmse weerstand is. Bij 6,0 V weet je het vermogen (staat op het lampje) maar bij andere spanningen is het vermogen anders. Omdat je dit niet weet kun je de stroom ook niet uitrekenen bij aan andere spanning.
(Als de opgave i.p.v. over een lampje over een gewone weerstand zou gaan zou je het wél kunnen uitrekenen)
Op woensdag 4 dec 2019 om 13:46 is de volgende reactie gegeven
Dus het is fout als ik 9v : 66 ohm = 0.1363 a doe. En erbij vermeld dat er minder stroom door de lampjes heen gaat waardoor het minder gaat branden?
Erik van Munster reageerde op woensdag 4 dec 2019 om 16:13
Ja, helaas: dat is fout. De weerstand van het lampje is namelijk niet bekend als de spanning geen 6,0 V is.
Op dinsdag 1 mei 2018 om 18:28 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,
bij de 'Tweede manier' bij opgave a bereken je I met maar één weerstand, die van 33 Ohm. Ik begrijp dat de stroom overal hetzelfde is in een in serie geschakelde stroomkring, maar ik dacht wel dat je voor deze berekening eerst een vervangingsweerstand zou moeten berekenen zoals bij opgave 16 b (en daarbij dus de onbekende weerstand nodig hebt). Hoe kan het dat je dat hier niet doet, maar toch op het juiste antwoord uitkomt?
Alvast bedankt,
Groeten
Erik van Munster reageerde op dinsdag 1 mei 2018 om 20:34
Omdat de wet van Ohm zowel geldt voor de schakeling als geheel als voor alle losse componenten.
Als we de berekening van I=U/R zouden willen doen voor de schakeling als geheel zouden we dit niet zo kunnen doen. We weten namelijk wel U (9,0 V) maar niet de totale weerstand (nog niet tenminste).
Maar van het lampje los weten we wél de R en de U en kunnen we wel de stroom berekenen. Vandaar dat dit zo kan op deze manier.
Op donderdag 12 okt 2017 om 08:10 is de volgende vraag gesteld
Waarom loopt de stroom niet eerst door het eerste lampje en daarna pas door de tweede? In dat geval zou het eerste lampje doorbranden.
Erik van Munster reageerde op donderdag 12 okt 2017 om 08:34
Omdat de twee lampjes in serie staan en in één en dezelfde stroomkring zitten. In een stroomkring is de stroom door alle componenten altijd gelijk. Door beide lampjes loopt dus een lagere stroom en de lampjes zullen zwakker branden en dus niet doorbranden.