Deze uitwerking hoort bij opgave 21 uit het hoofdstuk "Elektrische Schakelingen HAVO".
De opgaven zijn te vinden in FotonElektrischeSchakelingenHAVO.pdf
Videolessen
Theorie bij dit hoofdstuk wordt behandeld in onderstaande videolessen.
In BINAS tabel 35-D1 vinden we ρ = RA/L. Hieruit volgt
R = ρ·L/A
Met hierin R de weerstand in Ohm (Ω), ρ de soortelijke weerstand van het materiaal waar de draad van is gemaakt in Ωm, L de lengte van de draad in meter en A het oppervlak van een dwarsdoorsnede van de draad in m2.
De soortelijke weerstand van koper vinden we in BINAs tabel 8: 17·10-9 Ωm. De lengte van de draad is 0,25 m. De draad is 0,50 mm dik. Dit betekent dat A gelijk is aan het oppervlak is van een cirkel met middellijn 0,50 mm. Voor het oppervlak van een cirkel geldt
A = π·r2
Invullen van r = 0,25·10-3 m (helft van middellijn) geeft A = 1,96349·10-7 m2. Invullen van alle waarden in de formule geeft
R = 17·10-9 · 0,25 / 1,96349·10-7 = 0,02164 Ω
Afgerond op twee cijfers is dit 0,022 Ω
Opgave b
Zelfde manier als hierboven. De soortelijke weerstand van constantaan vinden we in BINAS tabel 9: 0,45·10-6. De lengte van de draad is 0,020 m. Voor het oppervlak A vinden we A=π·(0,05·10-3)2 = 7,85398·10-9 m2. Invullen geeft
R = 0,45·10-6 · 0,020 / 7,85398·10-9 = 1,146 Ω
Afgerond op twee cijfers is dit 1,1 Ω.
Opgave c
Zelfde manier als hierboven. De soortelijke weerstand van deze staalsoort vinden we in BINAS tabel 9: 0,18·10-6. De lengte van de draad is 5000 m. Voor het oppervlak A vinden we A=π·(4,5·10-3)2 = 6,3617·10-5 m2. Invullen geeft
R = 0,18·10-6 · 5000 / 6,3617·10-5 = 14,147 Ω
Afgerond op twee cijfers is dit 14 Ω.
Vraag over opgave "Draadweerstand"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.
Eerder gestelde vragen | Draadweerstand
Op woensdag 3 jul 2019 om 14:38 is de volgende vraag gesteld Beste Erik,
Ik weet niet zo goed hoe het kan, maar ik heb bij π*(4,5*10^-3)^2 een ander antwoord. Namelijk niet …*10^-9, maar …*10^-5, wat ook logisch is toch, aangezien 2 x -3 ook -5 is. Ik reken dan verder met dit antwoord en kom uiteindelijk ook op het goede eindantwoord uit. Heb ik dan iets fout gedaan en daarna weer nog een keer fout dan ik dan toch op het goede antwoord ben gekomen, of staat het fout op de site?
Dit heb ik op mijn rekenmachine ingevuld:
0,18 *10^-6 * 5000 / 6,3617 * 10^-5 = 1,4147 * 10^1
Erik van Munster reageerde op woensdag 3 jul 2019 om 16:02 Je doet het prima hoor. Op de site stond per ongeluk 10^-9 maar het moest inderdaad 10^-5 zijn. Heb het net aangepast. Eindantwoord klopte wel.
Op woensdag 14 dec 2016 om 19:34 is de volgende vraag gesteld Beste Erik,
Ik vond dit een moeilijke opgave, ook al had ik de formule hierboven gekregen bij de opgave was ik er waarschijnlijk nog niet uitgekomen.
Hoe kan ik een opgave als deze met relatief weinig informatie het best aanpakken?
Mvg
Erik van Munster reageerde op woensdag 14 dec 2016 om 19:59 Klopt, dit is zeker een lastige opgave. Dat je er niet zelf uitkomt is niet erg hoor. Het gaat erom dat je nu een keer ziet hoe je dit type opgave doet. De volgende keer dat je een vergelijkbare opgave tegenkomt weet je, als het goed is, beter hoe je het moet aanpakken.
Groetjes, Erik
Wat je kunt doen is nu de uitwerking goed bekijken en zelf narekenen.