Eenparig versnellen

Opgave a

Een versnelling van 2,6 ms^-2 betekent dat de snelheid elke seconde toeneemt met 2,6 ms^-1. Na 3 seconden is de snelheid dus toegenomen van 0 ms^-1 tot 3·2,6 = 7,8 ms^-1.

Opgave b

Invullen van m = 2,0 kg en v = 7,8 ms^-1 in E_kin = ½mv² geeft

E_kin = ½·2,0·(7,8)² = 60,84 J

Afgerond op twee cijfers is dit 61 J.

Opgave c

Voor de arbeid geldt W = F·s. Invullen van F = 5,2 N en s = 11,7 m geeft

W = 5,2·11,7 = 60,84 J

Afgerond op twee cijfers is dit 61 J. Dit is precies gelijk aan de kinetische energie. Dit betekent dat de totale hoeveelheid energie gelijk is gebleven: De energie die nodig voor het verrichten van de arbeid om de massa te versnellen is gelijk aan de kinetische energie die de massa heeft na het versnellen.

Vraag over opgave "Eenparig versnellen"?

Typ hier je vraag

Stel je vraag     Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers