In het ECG zien we een zichzelf herhalend patroon wat steeds weer terugkeert op hetzelfde niveau. Ook al is de spanning zelf geen beweging, het is wel een weergave van een zichzelf herhalende beweging rond een evenwichtsstand, namelijk de klopbeweging van het hart. In deze zin kunnen we een elektrocardiogram ook als een weergave van een trilling beschouwen.
Opgave b
Zie afbeelding hieronder: 4 hartslagen duren 3,44 s. Dit betekent dat de periode van één hartslag 3,44/4 = 0,86 s is.
Opgave c
Voor de frequentie geldt
f = 1/T
Met T de periode in seconden. Invullen van T = 0,86 s geeft een frequentie van 1,16279 Hz. Afgerond op twee cijfers is dit 1,2 Hz.
Opgave d
In een minuut passen 60/0,86 = 69,767 hartslagen. Afgerond 70 slagen per minuut of 70 BPM (beats per minute).
Opgave e
De maximale en minimale spanning (aangegeven in rood in de afbeelding hieronder) zijn respectievelijk +2,0 mV en -0,2 mV. Wanneer we 0 V als evenwichtsstand definieren is de amplitude aan de positieve kant 2,0 mV en aan de negatieve kant 0,20 mV.
Vraag over opgave "Elektrocardiogram"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.
Eerder gestelde vragen | Elektrocardiogram
Over "Elektrocardiogram" zijn nog geen vragen gesteld.