Met r de afstand van tot de centrale ster in m en T de omlooptijd in s. De afstanden in BINAS tabel 32G staan in AE (Astronomische Eenheid; de afstand tussen aarde en zon). In tabel 5 staat dat 1 AE = 1,49598·10.11 m. Omrekenen naar meters en seconde en invullen geeft
Afgerond op twee cijfers is de constante voor Gliese 876b en 876c: 1,1·1018 m3s-2 en voor Gliese876e 1,0·1018 m3s-2. Gliese 876d moet op een cijfer afgerond worden: 1·1018 m3s-2.
Opgave b
Exoplaneten kunnen niet direct waargenomen worden. Daarvoor zijn ze veel te zwak en bovendien worden ze overstraald door de centrale ster. Exoplaneten worden indirect gedetecteerd door zeer kleine afwijkingen in het licht wat van de centrale ster komt. Dit resulteert in grote onzekerheden in de metingen en geeft dus ook grote onzekerheden in de gegevens die in BINAS staan. Daarnaast geldt de 3e wet van Kepler alleen voor planeten in cirkelvormige banen. Of dit ook zo is voor deze exoplaneten is verre van zeker.
Opgave c
De constante die in de wet van Kepler voorkomt is gelijk aan G·Mster / 4π2. Voor massa van de centrale ster geldt dus
Mster = constante · 4π2 /G
Het gemiddelde van de constante voor de 3 planeten waarvan we de constante op twee cijfers nauwkeurig weten is (1,1 + 1,1 + 1,0)/3 = 1,0667·1018 m3s-2. Invullen in bovenstaande formule geeft
Mster = 1,0667·1018 · 4π2 / 6,67384·10-11 = 6,3098·10-29 kg
Afgerond is dit 6,3·1029 kg.
Opgave d
De massa van de zon is 1,989·1030 kg. Gliese876a, de centrale ster, is dus 6,3098·1029 / 1,989·1030 kg = 0,3172 keer de massa van de zon. Meer dan 3 keer zo licht als de zon dus.
Vraag over opgave "Exoplaneet"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.