Zie afbeelding hieronder. Schip A bevindt zich op de top van een golf als schip B zich in de evenwichtsstandstand bevindt. De afstand tussen de twee schepen is 1 driekwart golflengte dus
1¾·lambda; = 54 m
λ = 54 / 1¾ = 30,8571 m
Afgerond is dit 31 m.
Opgave b
De periode (T) van de trilling van schip A lezen we af uit de grafiek: 7,2 s. De frequentie is dan f = 1/T = 1/7,2 = 0,13889 Hz. Voor de golfsnelheid geldt
v = f·λ = 0,13889·30,8571 = 4,28571 ms-1
Afgerond 4,3 ms-1.
Opgave c
De trillingen die schip A en schip B uitvoeren zijn een gevolg van dezelfde golf. De amplitude en frequentie van de trilling van schip B zal dus hetzelfde zijn als die van schip A. Alleen de fase is anders. Op t = 0 bevindt B zich in de evenwichtsstand en staat op het punt om door de naar rechts bewegende golf opgetild te worden. Dit betekent dat op t = 0 de uitwijking van schip B 0 m is en dat de grafiek omhoog loopt. Zie verder de blauwe golf in de grafiek hieronder.
Opgave d
Als schip A naar schip B vaart beweegt hij zich tegen de golf in. Schip A ziet de golven dus sneller op zich afkomen dan wanneer hij stil zou liggen. Ten opzichte van schip A is de golfsnelheid dan 4,28571 + 5,0 = 9,28571 ms-1. De golflengte is hetzelfde gebleven. Voor de frequentie volgt dan
f = v/λ = 9,28571 / 30,8571 = 0,3009 Hz
Afgerond 0,30 Hz. Meer dan twee keer zo groot als de frequentie bij stil liggen (0,14 Hz).
Vraag over opgave "Golven op zee"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.
Eerder gestelde vragen | Golven op zee
Over "Golven op zee" zijn nog geen vragen gesteld.