Massa en straal van de maan staan in BINAS tabel 31. De afstand van de meteroide tot het middelpunt van de maan is 20000 km + r
m. Invullen geeft
J. Afgerond -2,10·10
Het enige wat veranderd is ten opzichte van vraag a is de afstand. Als de meteoroide op het maanoppervlak stort is de afstand tot het middelpunt van de maan gelijk aan de maanstraal. Dezelfde berekening alleen nu met r = r
J. Afgerond -2,62·10
J.
J. Deze energie is omgezet in kinetische energie (bewegingsenergie). De formule voor kinetische energie vinden we in BINAS tabel 35A5
Als we aannemen dat de kinetische energie in het begin 0 J was vinden we voor de eindsnelheid v = √( 2,41494207·10
. Afgerond 2,28·10
.
In tegenstelling tot de maan heeft de aarde heeft een dampkring van zo'n 100 km. Zodra een meteoroide in de dampkring terechtkomt wordt deze afgeremd door de luchtwrijvingskracht. Door de energie die hiermee vrijkomt warmt de meteoroide zo op dat hij begint te gloeien en zelfs verdampen. Dit verschijnsel is 's nachts vanaf de aarde soms zichtbaar en wordt een vallende ster of meteoor genoemd. De meeste meteoroiden verdampen en verbranden op deze manier voordat ze op het aardoppervlak terecht komen. Verreweg de meesten bereiken dus nooit het aardoppervlak en veroorzaken dus ook geen kraters.
Eerder gestelde vragen | Gravitatie-energie
Op woensdag 20 jun 2018 om 13:09 is de volgende vraag gesteld
Hoi Erik,
Zou je bij opgave c ook eerst per gravitatie-energie kunnen berekenen, met de Ek formule, wat daar de snelheid bij is en dan later de twee snelheden min elkaar doen? Want ik heb dat namelijk gedaan, maar ik kom op een heel ander antwoord uit. Terwijl ik het gevoel heb dat het wel kan.
Met vriendelijke groet,
Celina
Erik van Munster reageerde op woensdag 20 jun 2018 om 13:22
Nee, zo kan dat hier niet. Komt omdat je altijd moet kijken naar het VERSCHIL in gravitatie-energie. Gravitatie-energie op zich zegt namelijk niet zoveel.
Geldt eigenlijk altijd bij energieverandering. Je kunt alleen kijken naar het verschil in energie tussen de ene situatie en de andere. Dit energieverschil wordt omgezet in een andere energiesoort en niet de energie zelf.