Deze twee eigenschappen gaan altijd samen. Dat wil zeggen dat als de kracht en de uitwijking evenredig zijn dat de trilling vanzelf sinusvormig wordt. Andersom geldt dat je bij een sinusvormige trilling de conclusie mag trekken dat de kracht en de uitwijking evenredig met elkaar zijn. Stefan en Linde hebben dus allebei gelijk. Er zijn twee manieren om een harmonische trilling te herkennen.
Eerder gestelde vragen | Harmonische trilling
Op zondag 29 nov 2020 om 11:17 is de volgende vraag gesteld
ik dacht dat als je 2 grootheden tegenover elkaar zet in een grafiek, dat je dan een rechte lijn schuin omhoog krijgt. klopt dat niet? en zijn bij een sinusvormige trilling de grootheden altijd recht evenredig?
Erik van Munster reageerde op zondag 29 nov 2020 om 13:32
Dat hangt er vanaf welke twee grootheden je uitzet in een grafiek. Soms is dit een rechte lijn maar lang niet altijd.
Erik van Munster reageerde op zondag 29 nov 2020 om 13:35
Bij een ainuavormige trilling zijn de kracht (F) die op het bewegend voorwerp werkt en de uitwijking (u) ten opzichte van de evenwichtsstand recht evenredig met elkaar.
Een grafiek van F tegen u (of andersom) is dus een rechte lijn door (0,0).
Op zondag 15 jan 2017 om 18:04 is de volgende vraag gesteld
Hoe vind ik de uitwerkingen van opgave B?
Erik van Munster reageerde op zondag 15 jan 2017 om 18:28
Bij deze opgave is maar één vraag. Geen opgave b dus. Bedoel je misschien een andere opgave?