Op de pallet werkten twee krachten: Zwaartekracht en spankracht.
Opgave b
Voor de zwaartekracht geldt Fz = 9,81·230 = 2256,3 N. De afgelegde weg is 6,0 m. Invullen van W = F·s geeft W = 13537,8 J. De richting van de zwaartekracht is tegengesteld aan de bewegingsrichting. Deze arbeid is dus negatief: -13537,8 J afgerond -1,4·104 J.
Als we aannemen dat er met constante snelheid is gehesen is de resulterende kracht nul geweest. Dit betekent dat de spankracht tegengesteld is geweest aan de zwaartekracht. Fspan is dus 2256,3 N omhoog. De afgelegde weg is 6,0 m. Invullen van W = F·s geeft W = 13537,8 J. De spankracht heeft dezelfde richting als de afgelegde weg. De arbeid van de spankracht is dus positief: 1,4·104 J.
Opgave c
De twee hoeveelheden arbeid kunnen niet zo bij elkaar opgeteld worden. De ene arbeid wordt immers verricht door de ene kracht de andere door een andere kracht. Voor de arbeid die de spankracht heeft verricht heeft de motor van de hijskraan arbeid moeten verrichten. De (negatieve) arbeid die de zwaartekracht heeft verricht is gaan zitten in een toename van de hoeveelheid zwaarte-energie. Boris heeft gelijk dat de hoeveelheid arbeid van de krachten bij elkaar opgeteld nul is maar dit wil niet zeggen dat er geen arbeid is verricht door beide krachten.
Vraag over opgave "Hijskraan"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.
Eerder gestelde vragen | Hijskraan
Op dinsdag 30 mei 2017 om 16:29 is de volgende vraag gesteld als de kracht en arbeid gelijk zijn kan er toch geen verplaatsing zijn aangezien het voorwerp van af de grond komt?
Erik van Munster reageerde op dinsdag 30 mei 2017 om 16:53 Kracht en arbeid zijn ook niet gelijk. Het is alleen zo (bij vraag c) dat de (negatieve) arbeid verricht door de zwaartekracht even groot is als de (positieve) arbeid verricht door de motor van de hijskraan via de spankracht in de kabel.