De formule W=F·s gebruik je als F en s dezelfde richting hebben en als F constant is tijdens de verplaatsing.
De formule W=F·s·cos α gebruik je als F en s niet dezelfde richting hebben. Hoek α is in deze formule de hoek tussen de kracht (F) en de verplaatsing (s). Ook deze formule kun je alleen gebruiken als de kracht constant is.
Als de kracht en de verplaatsing dezelfde richting hebben is de hoek tussen F en s gelijk aan 0°. Uit het invullen van α=0° in de formule W = F·s·cos α volgt
(Omdat cos 0° = 1). Hieruit volgt dus dat de twee formules hetzelfde zijn als F en s dezelfde richting hebben.
Als de kracht en de verplaatsing loodrecht op elkaar staan is de hoek tussen F en s gelijk aan 90°. Uit het invullen van α=90° in de formule W = F·s·cos α volgt
(Omdat cos 90° = 0). Hieruit volgt dus dat de arbeid verricht door een kracht die loodrecht op de bewegingsrichting staat altijd nul is.
Eerder gestelde vragen | Hoek
Op maandag 18 nov 2019 om 16:27 is de volgende vraag gesteld
hoort F in tegengestelde richting niet -F te zijn ?
Erik van Munster reageerde op maandag 18 nov 2019 om 17:08
Als F precies in tegengestelde richting is t.o.v. de verplaatsing: ja, dan schrijf je dit inderdaad op als -F (Met het minteken geef je aan dat de arbeid negatief is en dat er dus energie bij vrijkomt in plaats van dat iets energie kost).
Maar, bij deze opgave is er niks tegengesteld van richting. Dus bij deze opgave zit geen -F.