Hoornvlies

Opgave a

De formule luidt

sin I / sin r = n_1→2

Invullen van i = 20,0° en r = 14,4° geeft

sin 20,0 / sin 14,4 = 0,342020 / 0,248690 = 1,3753

Afgerond is dit een brekingsindex van 1,38.

Opgave b

In BINAS tabel 18 vinden in de groene tabel rechtsonder de brekingsindex van de verschillende onderdelen van het oog gemeten t.o.v. lucht (dus voor een overgang van lucht naar het betreffende onderdeel). Voor het hoornvlies vinden we hier n = 1,376. Afgerond is dit gelijk aan de brekingsindex die we in de vorige vraag vonden.

Opgave c

Voor de onderste lichtstraal is de invalshoek (i) 30°. Voor de brekingshoek r geldt volgens de wet van Snellius

sin r = sin i / n

sin r = sin 30° / 1,376

sin r = 0,363372

r = sin^-1 0,363372 = 21,3074°

Afgerond is de brekingshoek 21,3°.

Opgave d

Zie afbeelding hieronder. We tekenen de lichtstraal zo dat deze aan de andere kant van de normaal (de stippellijn) verder loopt met een hoek van 21° tussen de lichtstraal en de normaal.

Opgave e

Zie afbeelding hieronder. Als we beide lichtstralen verlengen om het punt te zoeken waar ze elkaar kruizen zien we dat dit punt ver achter het netvlies ligt. Op het netvlies ontstaat niet een punt maar een vlek.

Opgave f

In BINAS tabel 87-C2 staat een doorsnede van het oog. Hierin is te zien dat lichtstralen niet alleen door het hoornvlies heen vallen maar ook door de ooglens. Ook de ooglens is een gebogen oppervlak waardoor de lichtstralen verder afgebogen worden. Ook is te zien dat de oog geen perfecte bol is zoals we in deze opgave hadden aangenomen: Het hoorvlies is een klein beetje uitgestulpt. De kromming van het hoornvlies is dus wat sterker dan waar we in deze opgave van zijn uitgegaan. Hierdoor slaagt het oog er wel in om parallele lichtstralen zo af te buigen dat ze samenkomen op het netvlies.

Vraag over opgave "Hoornvlies"?

Typ hier je vraag

Stel je vraag     Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers