De krachten zijn precies tegengesteld van richting: De ene recht naar boven, de andere recht naar beneden. Als de krachten even groot zouden zijn zou de resulterende kracht 0 N zijn, maar nu wordt de kracht van 12 N gedeeltelijk opgeheven door de kracht van 10 N. Blijft over een F
van 12 - 10 = 2 N naar beneden.
N.
De kracht van 90 N naar links wordt voor een deel opgeheven door de kracht van 45 N naar rechts. Blijft over een kracht van 45 N naar links samen met een kracht naar boven van 45 N geeft
Afgerond is dit 64 N.
De kracht van 23 N naar links en 23 N naar rechts heffen elkaar precies op. De krachten van 65 N en 120 N naar boven en naar beneden heffen elkaar niet op. Blijft over een kracht van 55 N naar beneden.
Eerder gestelde vragen | Horizontaal verticaal
Op woensdag 9 jan 2019 om 14:09 is de volgende vraag gesteld
Wanneer kan je de stelling van Pythagoras gebruiken en wanneer gebruik je sin/cos?
Erik van Munster reageerde op woensdag 9 jan 2019 om 14:38
Stelling van Pythagoras gebruik je als je bij een driehoek twee zijden bekend zijn en je een derde wil weten. Sin, cos en tan gebruik je wanneer er een hoek bekend is en je m.b.v. deze hoek een zijde wil uitrekenen of je een hoek wil uitrekenen.
(Pythagoras en sin cos tan gebruik je bij rechthoekige driehoeken: één van de hoeken moet 90 graden zijn)
Op donderdag 4 feb 2016 om 20:05 is de volgende vraag gesteld
Hallo,
Klopt a wel? Moet dat niet gewoon Fres= 2 N naar beneden zijn?
Erik van Munster reageerde op vrijdag 5 feb 2016 om 09:14
Dag Annechien,
Zeker, dat moet 2N zijn. Ik heb het aangepast.
(In de oorspronkelijke opgave stonden de krachten loodrecht op elkaar maar de opgave is gewijzigd en ik was vergeten ook de uitwerkingen aan te passen, vandaar)