Laatste stand van zaken: De centraal-examens gaan gewoon door maar met extra herkansingen en een aangepaste zak-slaagregeling waarbij een extra onvoldoende mag.
Er is geen aanpassing van de examenstof.
Voor natuurkunde betekent dit dat er aan je voorbereiding voor het CE niet veel verandert.
Wel kan het zo zijn dat stof voor je schoolexamens dit jaar wordt aangepast. Dit is iets dat je school beslist.
Natuurkundeuitgelegd blijft gewoon online en al het materiaal blijft uiteraard gewoon toegankelijk.
Hoop dat ik je ook dit examenjaar weer kan helpen.
Ook al loopt alles anders: Bedenk dat als je in de examenklas zit dat dit niet voor niets zo is en dat je heus je examen wel zal halen.
Natuurkunde is een van de weinig dingen die niet veranderen in Coronatijd:
De natuurwetten blijven altijd geldig.
Deze uitwerking hoort bij opgave 15 uit het hoofdstuk "Geofysica VWO".
De opgaven zijn te vinden in FotonGeofysicaVWO.pdf
Videolessen
Theorie bij dit hoofdstuk strekt zich uit over alle onderwerpen. Er zijn geen videolessen die specifiek over dit onderwerp gaan.
Opgave a
In BINAS tabel 25 staat dat kalium vervalt onder het uitzenden van β--straling of K-vangst. De vervalvergelijkingen luiden
4019K → 4020Ca + 0-1β
4019K + 0-1e → 4018Ar
Opgave b
Al het argon wat in een gestold gesteente wordt aangetroffen moet ooit zijn ontstaan uit kalium-40 nadat het gesteente gestold is. Al het argon wat aanwezig wat vóór het stollen is immers ontsnapt. In de loop van de tijd neemt de hoeveelheid kalium-40 dus af en de hoeveelheid argon-40 toe. Uit de verhouding van kalium-40 en argon-40 kan dus de leeftijd worden afgeleid.
Als er geen argon-40 wordt aangestroffen terwijl er wel kalium-40 in het gesteente zit betekent dit dat er nog geen tijd geweest is om argon-40 te vormen en dus dat het gesteente recent is gestold.
Als er veel argon-40 wordt aangetroffen betekent dit dat er relatief veel kalium-40 is omgezet in argon-40 en dat het gesteente dus lang geleden gestold moet zijn.
Opgave c
Voor elk kaliumatoom zijn er omgerekend 0,016393 argonatomen aanwezig (1/61). Aangezien het argonverval maar 11% van het totale verval is betekent dit dat er voor elk kaliumatoom 0,016393 / 11% = 0,14903 atomen vervalproduct aanwezig zijn. Voor de verhouding tussen de nu aanwezige kaliumatomen (N) ten opzichte van de oorspronkelijke hoeveelheid kaliumatomen (N0) vinden we dan
N/N0 = 1 / (1 + 0,149031) = 0,87029
Afgerond is 87% van de oorspronkelijke hoeveelheid kaliumatomen nog niet vervallen.
Opgave d
Voor de hoeveelheid aanwezige kernen geldt (zie BINAS tabel 35-E3)
N = N0·(½)t/t½
In deze formule is N het aantal nog niet vervallen kernen op tijdstip t, t de tijd, en t½ de halveringstijd. Uit de formule volgt
N/N0 = (½)t/t½
Aan beide kanten de ½log nemen geeft
½log(N/N0) = t/t½
Omdat we geen logaritme met grondtal ½ rechtstreeks op de rekenmachine kunnen berekenen zetten we dit om naar een log met grondtal 10 (een gewone log)
log(N/N0) / log ½ = t/t½
Voor de leeftijd volgt dan
t = t½ · log(N/N0) / log ½
Wanneer we voor N/N0 invullen 0,87029 vinden we t = 0,20043·t½. Met de halveringstijd van kalium 40 uit BINAS vinden zo een leeftijd van 0,20043 · 1,29·109 jaar = 258,557 miljoen jaar. Afgerond 2,6·108 jaar.
Vraag over opgave "Datering"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.