Op het hoogste punt is de snelheid 0 ms-1. De snelheid neemt elke seconde met 9,81 ms-1 af. Voor de tijd totdat de snelheid is afgenomen tot 0 geldt t = vbegin/a. Invullen geeft t = 20 ms-1 / 9,81 ms2 = 2,039 s. Afgerond 2,0 s.
Opgave b
Voor de afgelegde weg bij een eenparig versnelde of vertraagde beweging met begin- of eindsnelheid 0 geldt s = 0,5·a·t2. Invullen van a = 9,81 ms2 en t =2,039 s geeft s = 20,39 m. De beginhoogte van 1,6 m komt hier nog bij: 20,39 m + 1,6 = 21,99 m. Afgerond 22 m.
Opgave c
Voor de vallende steen geldt s = 0.5·a·t2. Hieruit volgt t = √ s / (0.5*a). Invullen van de hoogte van 21,99 m en a = 9,81 ms-2 (g) geeft tval= 2,117 s. Voor de snelheidtoename van de vallende steen geldt Δv = a·t. Invullen van tval = 2,117 s en a = 9,81 ms2 (g) geeft Δv = 20,77 ms-1. De steen komt dus neer met, afgerond, 21 ms-1.
Vraag over opgave "Katapult"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.
Eerder gestelde vragen | Katapult
Op vrijdag 4 okt 2019 om 10:00 is de volgende vraag gesteld waarom mag je bij vraag C niet de formule; v=a.t doen?
Erik van Munster reageerde op vrijdag 4 okt 2019 om 20:50 Je kan zeker v=a*t gebruiken om de eindsnelheid te berekenen. Dat is ook wat er gebeurt in vraag c.
Alleen moet eerst wel de valtijd (t) worden uitgerekend voordat je v=a*t kunt gebruiken.
Op dinsdag 29 mei 2018 om 19:03 is de volgende vraag gesteld Kunt u misschien uitleggen hoe opgave c gemaakt kan worden met de berekening:
s = vgem * t ?
Erik van Munster reageerde op dinsdag 29 mei 2018 om 22:18 Dit kun je pas met s = vgem*t oplossen als je weet hoe groot vgem is, en dat weet je nog niet. Wat je wél weet is dat vgem het gemiddelde is van vbegin en veind. Voor het stuk vanaf het hoogste punt tot met moment dat hij op de grond komt is dit
vbegin = 0
veind = 9,81*t.
Dus
vgem = 0,5*(9,81*t + 0) = 0,5*9,81*t
Als je dit invult in de vergelijking voor s krijg je
s = vgem * t
s = (0,5*9,81*t) * t
s = 0,5*9,81*t^2
Dit is de vergelijking die we ook hierboven hebben gebruikt bij de uitwerking van c.
Farah Abdelmalek vroeg op zaterdag 31 mrt 2018 om 18:57 Ik zie niet hoe u bij A op de vertraging (9,81) komt
Erik van Munster reageerde op zaterdag 31 mrt 2018 om 19:50 Dag Farah,
Op aarde is de valversnelling altijd hetzelfde: 9,81 m/s^2. Als je geen rekening hoeft te houden met wrijving of andere krachten mag je altijd van deze versnelling uitgaan. Vandaar...
Op dinsdag 28 nov 2017 om 15:46 is de volgende vraag gesteld Waarom wordt bij B gerekend met de formule s=0,5*a*t^2?
Ik heb namelijk s=vgem*t gebruikt en kwam op hetzelfde antwoord uit.
Maakt het in het algemeen (als de begin of eindsnelheid 0 is) nog uit welke formule je gebruikt?
Erik van Munster reageerde op dinsdag 28 nov 2017 om 15:55 Klopt, opgave b kan ook prima met gemiddelde snelheid. Je weet dat de beginsnelheid 20 m/s en de eindsnelheid (bovenaan) 0 m/s gemiddeld dus 10 m/s. 2,039 s lang bewegen met deze gemiddelde snelheid geeft ook 20,039 m.
De meeste van dit soort opgave kun je óf met s = 0,5·a·t2 óf met gemiddelde snelheid uitrekenen. Doe wat je zelf het handigst vindt...
Op vrijdag 7 jul 2017 om 22:13 is de volgende vraag gesteld Waarom maak je bij vraag A niet gebruik van de gemiddelde snelheid. Begin snelheid is 20m/s en eind snelheid 0 m/s. Is dat omdat het hier gaat om een horizontale beweging?
Erik van Munster reageerde op vrijdag 7 jul 2017 om 23:12 Je kunt inderdaad de gemiddelde snelheid uitrekenen: Bij begin- en eindsnelheid van 20 en 0 m/s is dit 10 m/s. Alleen... Je kunt er hier niet zoveel mee. Om de tijd uit te rekenen met de gemiddelde snelheid zou je de hoogte moeten weten. De hoogte weet je hier (nog) niet.