Laatste stand van zaken: De centraal-examens gaan gewoon door maar met extra herkansingen en een aangepaste zak-slaagregeling waarbij een extra onvoldoende mag.
Er is geen aanpassing van de examenstof.
Voor natuurkunde betekent dit dat er aan je voorbereiding voor het CE niet veel verandert.
Wel kan het zo zijn dat stof voor je schoolexamens dit jaar wordt aangepast. Dit is iets dat je school beslist.
Natuurkundeuitgelegd blijft gewoon online en al het materiaal blijft uiteraard gewoon toegankelijk.
Hoop dat ik je ook dit examenjaar weer kan helpen.
Ook al loopt alles anders: Bedenk dat als je in de examenklas zit dat dit niet voor niets zo is en dat je heus je examen wel zal halen.
Natuurkunde is een van de weinig dingen die niet veranderen in Coronatijd:
De natuurwetten blijven altijd geldig.
De grootte van de spankracht die het touw uitoefent op de massa rechts moet gelijk zijn aan de zwaartekracht. Er geldt Fz = m·g = 5,0·9,81 = 49,05 N. De spankracht in het touw is dus 49,05 N. Aan de linkerkant geldt ook dat de spankracht gelijk moet zijn aan de zwaartekracht dus Fz = 49,05 N. Uit Fz = m·g volgt m = Fz/g = 4,905/9,81 = 5,0 kg.
Opgave b
De massa van 2,0 kg hangt aan twee touwen. De spankracht van deze twee touwen samen moet gelijk zijn aan de zwaartekracht om in evenwicht te blijven. Fz = m·g = 2,0·9,81 = 19,62 N. De spankracht in het touw is dus de helft hiervan: 9,81 N. Omdat de grootte van de spankracht overal gelijk is trekt het touw dus ook de linkermassa omhoog met een kracht van 9,81 N. Om in evenwicht te blijven moet de zwaartekracht hier even groot zijn. Uit Fz = m·g volgt m = Fz/g = 9,81/9,81 = 1,0 kg.
Opgave c
De massa van 1,0 kg hangt aan twee touwen. De spankracht van deze twee touwen samen moet gelijk zijn aan de zwaartekracht om in evenwicht te blijven. Fz = m·g = 1,0·9,81 = 9,81 N. De spankracht in het touw is dus de helft hiervan: 4,905 N. Omdat de grootte van de spankracht overal gelijk is trekt het touw dus ook de rechtermassa omhoog met een kracht van 4,905 N. Om in evenwicht te blijven moet de zwaartekracht hier even groot zijn. Uit Fz = m·g volgt m = Fz/g = 4,905/9,81 = 0,50 kg. Dit klopt want rechts hangt ook inderdaad een massa van 0,50 kg. Aan de linkerkant kan precies hetzelfde sommetje gemaakt worden. Ook hier moet de massa dus 0,50 kg zijn.
Vraag over opgave "Katrollen"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.