De massa van een elektron vinden we in BINAS tabel 7: me = 9,10938·10-31 kg. Invullen van Ekin = 7,3·10-14 geeft v =4,00343·108 ms-1.Afgerond 4,0·108 ms-1. Dit sneller dan de lichtsnelheid en dus theoretisch onmogelijk.
Opgave b
Als we in de formule v = 0 invullen vinden we
E = 1 / √(1 - 02/c2) · m0·c2
De factor aan de linkerkant (de gammafactor) wordt gelijk aan 1 en dus
De totale energie van de elektronen als ze uit de versneller komen is de rustenergie plus de energie die ze er in de versneller bij hebben gekregen
E = 8,18710507·10-14 + 7,3·10-14 = 15,48710507·10-14 J
m0c2 hebben we bij de vorige vraag al berekend (de rustenergie). Invullen geeft
v = c · √(1 - [ 8,18710507·10-14/15,48710507·10-14]2) = 0,84885c
Afgerond 85% van de lichtsnelheid.
Opgave d
Als we in de formule v = c invullen krijgen we
E = 1 / √(1 - c2/c2) · m0c2
E = 1 / √(1 - 1) · m0c2
E = 1/0 · m0c2
We stranden hier: Delen door nul kan immers niet. In de praktijk betekent dit dat voor het bereiken van de lichtsnelheid oneindig veel energie nodig zou zijn. Dit betekent dat deeltjes met massa (m0 > 0) het onmogelijk is om de lichtsnelheid te bereiken. Alleen (massaloze) fotonen kunnen met de lichtsnelheid reizen.
Vraag over opgave "Kinetische energie"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.
Eerder gestelde vragen | Kinetische energie
Over "Kinetische energie" zijn nog geen vragen gesteld.