Koelkast

Opgave a

De voorkant, de achterkant en de twee zijkanten zijn ieder 0,95 m x 0,60 m = 0,57 m². De bovenkant en onderkant zijn ieder 0,60 x 0,60 = 0,36 m². Totale oppervlak is dan 0,57 + 0,57 + 0,57 + 0,57 + 0,36 + 0,36 = 3,00 m².

(Bij optellen en aftrekken geldt dan het kleinste aantal cijfers achter de komma telt en niet het aantal significante cijfers. Afgerond blijft het antwoord dus 3,00 m²)

Opgave b

EPS staat voor 'expanded polystyreen'. Dit is een soort piepschuim met extra lucht die vaak gebruikt wordt voor isolatie. De warmtegeleidingscoefficent van EPS piepschuim vinden we in BINAS tabel 10B: 0,035 Wm^-1K^-1. De hoeveelheid warmte die per seconde ontsnapt reken we uit met de formule

P = λ·A·ΔT / d

We vullen inbr>
λ = 0,035 Wm^-1K^-1
A = 3,00 m²
ΔT = 291 K - 279 K = 12 K
d = 0,0175 m

We vinden dan P = 72 Js^-1.

(ΔT is in Kelvin en °C hetzelfde: 18 °C - 6 °C is ook 12 °C)

Opgave c

Als de koelkast op dezelfde temperatuur moet blijven moet er gemiddeld evenveel warmte weggepompt worden als er via de wanden binnenkomt. Gemiddeld moet er dus 72 Js^-1 weggepompt worden. De pomp heeft een vermogen van 312 W. Dit betekent dat hij gemiddeld 72/312 = 0,23076 = 23,076% van de tijd aan moet staan om op een gemiddelde van 72 Js^-1 te komen. Afgerond is dit 23%.

Opgave d

Stel dat het in de ruimte waar de koelkast maar 10 °C zou zijn. Het temperatuurverschil tussen de binnenkant en de buitenkant zou dan geen 12 °C maar 4 °C zijn. ΔT is dan drie keer zo klein en de hoeveelheid warmte die de koelkast door geleiding via de wanden binnenkomt is ook drie keer zo klein. De warmtepomp van de koelkast hoeft dan dus ook drie keer minder lang aan te staan.

Hoe kleiner het temperatuurverschil met de omgeving hoe minder de koelkast zal verbruiken.

Vraag over opgave "Koelkast"?

Typ hier je vraag

Stel je vraag     Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers