Inloggen

Landingsbaan

Deze uitwerking hoort bij opgave 8 uit het hoofdstuk "Beweging VWO". De opgaven zijn te vinden in FotonBewegingVWO.pdf

Opgave a

250 km/h is 69,444 ms-1. Per seconde gaat er 2,8 ms-1 van deze snelheid af. Voor de remtijd geldt t = Δv/a. Invullen van Δv = 69,4444 ms-1 en a = 2,8 ms-1 geeft t = 24,8 s. Afgerond 25 s.

Opgave b

Manier 1: De gemiddelde snelheid tijdens het afremmen is (vbegin + veind)/2. Invullen van vbegin=69,444 ms-1 en veind = 0 geeft vgemiddelde = 34,722 ms-1. Afgelegde afstand tijdens het remmen: s = vgemiddelde ·trem. Invullen geeft s = 861,1 m. Remmen begint op 200 m vanaf het begin dus vanaf begin van de baan is de remweg 1061,1 m. Einde van de baan ligt op 1200 m vanaf het begin. Er is dus nog 1200 - 1061,1 m = 138,9 m over. Afgerond is dit 1,4·102 m.

Manier 2: Formule voor eenparig vertraagde beweging met eindsnelheid 0 is s = 0.5*a·t2. Invullen van de remtijd 24,8 s en versnelling 2,8 ms2 geeft s 861,1 m. Zie verder bij manier 1.

Opgave c

De gemiddelde snelheid die het vliegtuig heeft tijdens de landing is de helft van de vbegin. Voor de remtijd geldt trem = s/vgemiddeld dus

trem = 1200/(0,5*vbegin)

Voor de versnelling geldt a = Δv/Δt. In ons geval is Δt gelijk aan de remtijd en is Δv gelijk aan vbegin omdat de eindsnelheid 0 is. We kunnen dus schrijven a = vbegin / trem. Als we hierin trem vervangen door de formule hierboven vinden we

a = vbegin / (1200/(0,5*vbegin))

Als we boven en onder de deelstreep met vbegin vermenigvuldigen volgt hieruit

a = 0,5*vbegin2 / 1200

Voor de beginsnelheid volgt dan

vbegin2 = a *1200 / 0,5

vbegin=√ a·1200/0,5

De beginsnelheid kunnen we nu uitrekenen door invullen van a = 3,5 ms2. Uitkomst: vbegin = 91,65 ms-1. Dit is 330 km/h. Afronden op twee cijfers.

Vraag over opgave "Landingsbaan"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Landingsbaan

Op maandag 27 nov 2023 om 15:23 is de volgende vraag gesteld
Dag Erik,

De a staat normaal gesproken voor een versnelling. In de opgave werken we met een vertraging van 2,8 ms2. Zou je mij kunnen vertellen waarom a dan niet - 2,8 ms2 zou moeten zijn?

Je gebruikt hem zelf namelijk als positieve waarde. Ik zie je werken met deze positieve waarde bij het oplossen van vraag b: Manier 2: Formule voor eenparig vertraagde beweging met eindsnelheid 0 is s = 0.5*a·t2. Invullen van de remtijd 24,8 s en versnelling 2,8 ms2 geeft s 861,1 m. Zie verder bij manier 1.

Erik van Munster reageerde op maandag 27 nov 2023 om 17:09
Belangrijkste is dat je zelf weet of het om een versnelling of een vertraging gaat. Voor het sommetje maakt het niks uit. Of je nou -2,8 m/s^s invult en achteraf de afstand positief maakt of dat je 2,8 m/s^2 gebruikt. Uitkomst is hetzelfde.

Het minteken wordt wel belangrijk als je in een situatie zowel versnelling als vertraging is. Maar dat is hier niet zo.

Op maandag 27 nov 2023 om 19:57 is de volgende reactie gegeven
Maar is dan niet het daadwerkelijke dat je uit hebt gerekend wat er gebeurt met een versnelling van 2,8 ms2? Dus reken je nu niet uit dat het vliegtuig stilstaat en gaat versnellen met 2,8 ms2? Als je de versnelling berekent van stilstand met dezelfde gegevens kom je denk ik op hetzelfde eindantwoord uit als dat je dit doet met de gegevens dat het vliegtuig afremt, maar ik ben even de draad kwijt met hoe de formule nou precies werkt.

Is het dan zo dat je in andere formules waar een a van versnelling instaat ook een vertraging als positief getal mag noteren? Want dan zou ik denken dat er iets fout gaat, omdat een vertraging iets anders is dan een versnelling.

Alvast hartelijk bedankt!

Erik van Munster reageerde op maandag 27 nov 2023 om 20:52
Klopt dat er hetzelfde uitkomt hoor:
Een vliegtuig dat versnelt met een versnelling van 2,8 m/s^2 tot de eindsnelheid legt dezelfde afstand af als een vliegtuig dat afremt met een vertraging van 2,8 m/s^2 tot 0.

Probeer zelf maar uit dan zie je dat je precies op dezelfde tijd en afstand uitkomt.


Bekijk alle vragen (16)



Op zaterdag 28 jan 2023 om 18:35 is de volgende vraag gesteld
De snelheid waar je naar op zoek bent is Vb en dat is gelijk a maal t. Ik zeg dan 3.5t/2 = 1200/t Oplossen en t invullen in a maal t en dat is je atwoord. Die vergelijking maak ik zo: Vb/2 = Vgem Vb = a maal t en a is 3.5 Vgem = 1200/t Misschien doet u wel hetzelfde hoor maar ik kan het er niet zo goed uit opmaken. Hoe ik het doe is ook goed toch? Of S=0.5at^2 en dan heb je t nog sneller.

Erik van Munster reageerde op zaterdag 28 jan 2023 om 18:46
Ja hoor zo kan het ook. Er zijn meerdere manieren on het uit te rekenen. s = 0,5 * a * t^2 is denk ik het snelst maar die formule hoort officieel niet meer bij het examenprogramma en die kent niet iedereen. Dus prima als je het zo doet.


Op maandag 23 jan 2023 om 14:46 is de volgende vraag gesteld
Bij vraag C snap ik niet hoe je na het vermenigvuldigen boven en onder de deelstreep met vbegin uitkomt op a = 0,5*vbegin2 / 1200

Erik van Munster reageerde op maandag 23 jan 2023 om 17:59
a = vbegin / (1200/(0,5*vbegin))

Als we even apart naar boven en onder de deelstreep kijken:

Boven: vbegin
Onder: 1200 / (0,5*vbegin)

Vermenigvuldigen met vbegin geeft dan

Boven: vbegin * vbegin
Onder: vbegin * 1200 / (0,5*vbegin)

Onder de deelstreep staat nu ook een deelstreep met boven én onder vbegin. Dit valt weg en je houdt over

Boven: vbegin^2
Onder: 1200 / 0,5


Op vrijdag 16 sep 2022 om 19:33 is de volgende vraag gesteld
Hoi!
Ik snap wel ongeveer wat u bij opgave c doet, maar ik zou er zelf een beetje moeilijk op gekomen zijn. Zal het vaak voorkomen bij natuurkunde dat je dmv van substitutie op een antwoord moet komen ? Zo ja heeft u misschien een tip hoe ik moet weten wanneer ik dat ongeveer met de formules moet doen?

Erik van Munster reageerde op vrijdag 16 sep 2022 om 19:40
Opgave c is een erg lastige vraag. Op deze manier oplossen zul je in de praktijk niet vaak tegenkomen. Meestal krijg je dan een formule erbij of wordt je op een andere manier een beetje op weg geholpen.

Meestal kom je substitutie alleen tegen bij opgaven waarbij je een formule moet afleiden.


Op donderdag 21 okt 2021 om 16:34 is de volgende vraag gesteld
Hoi!

Ik ben nieuw met Natuurkunde. Ik begrijp niet waarom bij opgave C bij gemiddeld (0,5*vbegin) wordt gebruikt. Waar komt de 0,5 vandaan?

Op donderdag 21 okt 2021 om 16:35 is de volgende reactie gegeven
Ik begrijp dat u "De gemiddelde snelheid die het vliegtuig heeft tijdens de landing is de helft van de vbegin." benoemt, maar verder kan ik dat nergens uithalen uit de opgave..

Erik van Munster reageerde op donderdag 21 okt 2021 om 16:44
Dat je de helft neemt van vbegin komt omdat de eindsnelheid 0 is (als het vliegtuig stil staat).

De gemiddelde snelheid tijdens het afremmen is het gemiddelde van vbegin en veind. Het gemiddelde van twee getallen bereken je door ze op te tellen en dan door 2 te delen:

vgem = (vbegin + veind) / 2

Omdat veind=0 wordt dit

vgem = (vbegin + 0)/2

vgem = vbegin/2

De gemiddelde snelheid is dus de helft van vbegin.
Vandaar.

Op donderdag 21 okt 2021 om 16:46 is de volgende reactie gegeven
Ik begrijp C eigenlijk van begin tot eind niet..

Erik van Munster reageerde op donderdag 21 okt 2021 om 16:52
Is ook een hele lastige opgave omdat je niet zomaar een formule kunt invullen. Je weet namelijk de remtijd niet én de beginsnelheid niet. Vandaar dat je pas iets kunt berekenen als je de twee formules combineert. Eigenlijk hetzelfde wat je bij wiskunde doet als je twee vergelijkingen met twee onbekenden hebt.


Op zaterdag 15 feb 2020 om 19:11 is de volgende vraag gesteld
bij opgave b hoe komen jullie aan de 1061.1 m????

Erik van Munster reageerde op zaterdag 15 feb 2020 om 19:31
De remweg is 861,1 m maar het remmen begint pas als het vliegtuig de baan raakt en dit is op 200 m vanaf het begin van de baan. Het vliegtuig komt dus tot stilstand op een afstand ten opzichte van het begin van de baan van

861,1 + 200 = 1061,1 m

Vandaar


Op zaterdag 23 nov 2019 om 23:39 is de volgende vraag gesteld
Waarom komt 0,5*Vbegin opeens bij het vermenigvuldigen met Vbegin bovenaan de deelstreep?

Erik van Munster reageerde op zondag 24 nov 2019 om 19:15
Omdat je moet delen door de gemiddelde snelheid tijdens het remmen. Stel dat aan het begin de snelheid 400 km/h is en aan het eind 0 km/h. De gemiddelde snelheid tijdens het remmen is dan het gemiddelde van 400 en 0 en dat is de helft van 400 namelijk 200 km/h.

De gemiddelde snelheid is de de helft van de beginsnelheid. Vandaar dat we delen door 0,5*vbegin.


Op donderdag 25 apr 2019 om 20:00 is de volgende vraag gesteld
v = 250 km per uur. dus 250.000 meter per uur, is delen door 3,6: 69444 meter per seconde. dan komt als antwoord dus met die vertraging uit dat het 24801 seconden duurt..

Erik van Munster reageerde op donderdag 25 apr 2019 om 21:23
Bijna goed: in een uur zitten 60*60=3600 seconden. Je deelt 250000 m dus door 3600 s en komt dan op 69,4444 m/s.

Je kunt ook in één keer omrekenen van km/h naar m/s door te delen door 3,6.

250/3,6 = 69,4444 m/s


Op zaterdag 13 okt 2018 om 10:59 is de volgende vraag gesteld
Hoe kan ik weten dat ik de formule s = 0.5*a·t2 moet gebruiken in deze opgave? Deze formule staat namelijk niet in BiNaS. Wat zijn de voorwaardes om deze formule te kunnen gebruiken in een vraag?

Erik van Munster reageerde op zaterdag 13 okt 2018 om 17:31
(Zie je andere vraag die je over deze formule stelde)


Op zaterdag 26 mei 2018 om 14:53 is de volgende vraag gesteld
Hallo meneer,

Ik snap bij opgave c niet waarom je boven en onder de deelstreep met vbegin moet vermenigvuldigen. Ook snap ik niet hoe de formule a = 0,5 * v begin2 / 1200 daaruit volgt


Groetjes

Erik van Munster reageerde op zaterdag 26 mei 2018 om 15:46
Dat is inderdaad best lastig. Heeft eigenlijk meer met wiskunde dan met natuurkunde te maken

a = vbegin / (1200 / (0,5*vbegin))

Het lastige is dat vbegin boven de deelstreep staat maar óók onder de deelstreep in de noemer van weer een andere breuk. Lastig dus. Eerste stap is om te herkennen dat er twee deelstrepen staan. Omdat 1/1/x gelijk is aan x mogen datgene wat onder de tweede deelstreep staat vervangen voor de factor zelf. Kijk maar:

1/1/2 is hetzelfde als 1/0,5 en dat is 2

Hier is dus 1/1/(vbegin*0,5) hetzelfde als (vbegin*0,5) dus we mogen schrijven

a = (0,5*vbegin) * vbegin / 1200

Hieruit volgt dan

a = 0,5*vbegin^2 / 1200


Op zaterdag 16 dec 2017 om 17:09 is de volgende vraag gesteld
Bij opgave b, moet je de remafstand berekenen met vgemiddelde ·trem. Ik snap hoe je de vgemiddelde moet berekenen, maar ik snap niet waarom je de vgemiddelde moet gebruiken en waarom je niet de 250 km/h kan gebruiken om de remafstand te berekenen.

Erik van Munster reageerde op zaterdag 16 dec 2017 om 19:06
Stel dat je wél 250 m/s zou gebruiken en dan met s=v*t de afgelegde weg uitrekent. Je weet dan hoeveel je zou afleggen als je de hele tijdsduur een snelheid van 250 km/h zou hebben gehad.

Dit is hier niet zo: door het afremmen is de snelheid alléén helemaal aan begin 250 km/h. Het grootste deel van de tijd is de snelheid lager.

Vandaar dat je hier niet met de beginsnelheid moet rekenen maar met de gemiddelde snelheid...


Op donderdag 6 jul 2017 om 01:01 is de volgende vraag gesteld
Goedenavond,

Ik had een vraag over opgave C. Waarom kan je hier niet de formule s=0,5*a*t^2 gebruiken.
S weet je namelijk is 1200 m a is de remvertraging 3,5m/s^2 dan bereken je t en dan kom je uit op t =26,186 sec.

Met deze tijd weet je dus hoelang het vliegtuig maximaal over de afstand van 1200m kan doen. Dus dan krijg je het standaard v=s/t v=1200/26,186= 45,82 m/s is 164,97 km/h. Wat niet klopt maar als je het antwoord keer 2 doet wel. Ik weet niet wat ik fout doe of mijn bewering gewoon niet klopt.

Erik van Munster reageerde op donderdag 6 jul 2017 om 09:55
De formule s = 0,5*a*t^2 hoort niet bij het eindexamenprogramma. Je hoeft hem dus niet te kennen vandaar dat ik er ook geen gebruik van maak bij de uitwerkingen. Maar je kunt hem natuurlijk prima gebruiken als je de formule wel kent hoor. Wat je fout doet is dat de snelheid die je berekend de gemiddelde snelheid is. Gevraagd wordt de beginsnelheid en dit is de gemiddelde snelheid keer 2 vandaar.


Op maandag 17 apr 2017 om 19:00 is de volgende vraag gesteld
Hallo meneer,

waarom is de gemiddelde snelheid = (vbegin + veind)/2 en niet zoals altijd v = s/t ? Ik snap nog niet precies wanneer de eerste formule gebruikt wordt en wanneer de tweede formule om de gemiddelde snelheid te berekenen.

Bedankt voor uw hulp :)

Erik van Munster reageerde op maandag 17 apr 2017 om 20:02
Met allebei de formules kun je de gemiddelde snelheid berekenen. Hangt van de gegevens welke formule je op welk moment toepast. Als je de afgelegde weg en de tijd weet kun je v=s/t gebruiken. Als je de begin- en eindsnelheid weet kun je de 2e formule gebruiken.

Bij vraag b bijvoorbeeld kunnen we vgemiddeld uitrekenen met de begin en eindsnelheid en kunnen we daarna v=s/t gebruiken om de afgelegde weg te berekenen.


Op maandag 20 feb 2017 om 20:55 is de volgende vraag gesteld
Beste meneer Van Munster,

Bij deelvraag c wordt bij het berekenen van de versnelling de volgende formule gebruikt: a = vbegin / trem gebruikt. Voor het berekenen van een versnelling wordt delta v gedeeld door delta t maar hier in de bovengenoemde formule is toch geen sprake van een verschil in snelheid? Waarom wordt hier niet 0,5*vbegin gebruikt bijvoorbeeld?

Met vriendelijke groet,

Martijn

Erik van Munster reageerde op maandag 20 feb 2017 om 21:31
Dag Martijn,

Klopt, wat je schrijft. De Δv die in de formule voor a voorkomt is inderdaad het snelheidsverschil. De beginsnelheid is hier vbegin, de eindsnelheid is 0. Het snelheidsverschil is dus in dit geval gelijk aan vbegin. Vandaar dat je hier voor Δv vbegin mag schrijven.

(Heb het antwoord hierboven iets aangepast. Hoop dat het zo iets duidelijker is.)

Erik


Op zaterdag 16 apr 2016 om 14:47 is de volgende vraag gesteld
Hallo meneer,

Waarom gebruikt u bij manier 2 (8b) voor een vertraagde beweging zonder beginsnelheid en niet met beginsnelheid?

Met vriendelijke groet,

Kim

Erik van Munster reageerde op zaterdag 16 apr 2016 om 19:24
De formule s=0,5*a*t^2 die in vraag b gebruikt wordt (manier 2) geldt voor een eenparige versnelde of vertraagde beweging als

OF de beginsnelheid 0 is
OF de eindsnelheid 0 is

In allebei de gevallen gebruik je dezelfde formule om de afgelegde weg uit te rekenen. Inderdaad is bij het landende vliegtuig de beginsnelheid niet nul en de eindsnelheid wel, maar voor de formule maakt dit niks uit.


Op maandag 11 jan 2016 om 17:50 is de volgende vraag gesteld
Hoi Erik,

Waar in Binas kan je de formules vinden die je in deze opdracht en de andere opdrachten van dit hoofdstuk gebruikt?

Erik van Munster reageerde op dinsdag 12 jan 2016 om 09:34
De formules over beweging kun je vinden in BINAS tabel 35A1. Maar, niet alles kun je hier vinden.

Een voorbeeld: Bij vraag b reken je bijvoorbeeld de gemiddelde snelheid uit door het gemiddelde van de begin- en de eindsnelheid te nemen:

vgemiddelde= 1/2 *(veind + vbegin)

Dit soort formules staat niet in BINAS maar zul je zelf moeten bedenken.


>> naar HAVO uitwerkingen

4 VWO


Algemeen VWO 1 Maatcilinder, 2 Metriek stelsel, 3 SI-eenheden, 4 Paardenkrachten, 5 Basiseenheden, 6 Kloppende formule, 7 Luchtwrijving, 8 Voorvoegsels, 9 Standaardnotatie, 10 Orde van grootte, 11 Meetfouten, 12 Oppervlakte, 13 Weerstand, 14 Binas, 15 Significante cijfers, 16 Spanning, 17 Precisie, 18 Afronden, 19 Berekeningen, 20 Omschrijven, 21 Magneetveld, 22 Gravitatieformule, 23 Interpoleren, 24 Grafiek, 25 Verbanden, 26 Kinetische energie, 27 Lichtintensiteit, 28 Coördinatentransformatie, 29 Snelheidsmodel, 30 Watermodel,

Beweging VWO 1 Trajectcontrole, 2 Onweersbui, 3 Naar school, 4 Rondje aarde, 5 Inhaalmanoeuvre, 6 Lichtsnelheid, 7 Optrekkende auto, 8 Landingsbaan, 9 Lift, 10 Botsing, 11 Katapult, 12 Maansprong, 13 Sprint, 14 Vallende bal, 15 Trilling, 16 Jan-van-Gent,

Krachten VWO 1 Kopstaart-methode, 2 Sleepboten, 3 Horizontaal verticaal, 4 Rechte hoek, 5 Grafisch ontbinden, 6 Componenten, 7 Zwaartekracht, 8 Veerkracht, 9 Straatlamp, 10 Katrollen, 11 Normaalkracht, 12 Stroomlijn, 13 Tegenwind, 14 Glijbaan, 15 Schuifwrijving, 16 Krachtsoorten, 17 Wetten van Newton, 18 Krachtenevenwicht, 19 Valversnelling, 20 Skaten, 21 Afdaling, 22 Slinger, 23 Bergtrein, 24 Lift, 25 Take-off, 26 Knikker, 27 Boeing, 28 Atwood, 29 Trein, 30 Onderwatermodel,

Elektrische Schakelingen VWO 1 Lampjes, 2 Schema, 3 Bliksemafleider, 4 Koper, 5 Volt, 6 Inslagspanning, 7 Ohmse weerstand, 8 Gloeilampje, 9 Isolator, 10 Geleidbaarheid, 11 Waterzuiverheid, 12 Samenstellen, 13 Vervangingsweerstand, 14 Spanningswet, 15 Stroomwet, 16 Serieschakeling, 17 Doorbranden, 18 Spanningsdeler, 19 Spanningsbron, 20 Parallelschakeling, 21 Drie weerstanden, 22 Hoofdstroom, 23 Puzzelen, 24 Draadweerstand, 25 Meetschakeling, 26 Schuifweerstand, 27 Bijzondere weerstanden, 28 Vermogen, 29 Opwarmen, 30 Gloeidraad, 31 LED lamp, 32 Penlite, 33 Zekering, 34 Beveiliging,

Energie & Arbeid VWO 1 Arbeid, 2 Vermoeidheid, 3 Eenheid, 4 Hoek, 5 Hijskraan, 6 Slee, 7 Optrekkende trein, 8 Helling, 9 Veer, 10 Definities, 11 Energiesoorten, 12 Kinetische energie, 13 Versnellen, 14 Eenparige versnelling, 15 Tennisbal, 16 Pakhuis, 17 Veerenergie, 18 Vallende steen, 19 Boogschieten, 20 Glijden, 21 Kanonschot, 22 Vermogen, 23 Katrollen, 24 Vergelijking, 25 Elektriciteitscentrale, 26 Voertuig, 27 Zonnepaneel, 28 Gravitatie-energie, 29 Benzineverbruik, 30 Valmodel,

5 VWO


Cirkelbeweging & Gravitatie VWO 1 Slijptol, 2 Draaimolen, 3 Fietstocht, 4 Middelpuntzoekende kracht, 5 Eenheid, 6 Fmpz, 7 Bocht, 8 Zweefmolen, 9 Aardrotatie, 10 Gravitatiekracht, 11 Gravitatieconstante, 12 Verband, 13 Appel, 14 Valversnelling, 15 Kepler, 16 Jupitermaantjes, 17 Exoplaneet, 18 Geostationair, 19 Gravitatie-energie, 20 Ellips, 21 Ontsnappingssnelheid, 22 Maanmodel,

Trillingen & Golven VWO 1 Trillingen, 2 Frequentie, 3 Oscilloscoop, 4 Fase, 5 Harmonische trilling, 6 Eenheid, 7 Duikplank, 8 Scooter, 9 Veermassa, 10 Gelijk lopen, 11 Resonantie, 12 Snelheid, 13 Slingerenergie, 14 Trillingsmodel, 15 Golflengte, 16 Golf op zee, 17 Longitudinaal/tranversaal, 18 Superpositie, 19 Resulterende ampl., 20 Interferentie, 21 Staande golven, 22 Reageerbuis, 23 Klankkast, 24 Gitaar, 25 Saxofoon, 26 Modulatie, 27 FM, 28 Sampling, 29 Datatransfer, 30 CD,

Elektromagnetisme VWO 1 Balletjes, 2 Elektrische lading, 3 Plastic staaf, 4 Elektroscoop, 5 Wet van Coulomb, 6 Veldsterkte, 7 Radiaal veld, 8 Twee ladingen, 9 Millikan, 10 Veldmodel, 11 Stroomkring, 12 Spanningsveld, 13 Versnelspanning, 14 Elektronvolt, 15 Lineaire versneller, 16 Magneten, 17 Magneetveld, 18 Veldlijnen, 19 Rechterhand draad, 20 Rechterhand spoel, 21 Linkerhand, 22 Lorentzkracht, 23 Ampere, 24 Massaspectrometer, 25 Elektromotor, 26 Luidspreker, 27 Flux, 28 Wet van Lenz, 29 Fluxverandering, 30 Dynamo, 31 Draaiend spoeltje, 32 Vallende magneet,

Materie & Moleculen VWO 1 Drie fasen, 2 Van der Waalskracht, 3 Welke fase?, 4 Brownse Beweging, 5 Molecuultheorie, 6 Atomen en moleculen, 7 Plasma, 8 Massa, 9 Kristalrooster, 10 Temperatuur, 11 Treinrails, 12 Thermometer, 13 Druk, 14 Raam, 15 Flesje, 16 Duikboot, 17 Wet van Boyle, 18 Algemene gaswet, 19 Druk en temperatuur, 20 Plantenkas, 21 Kringproces, 22 Warmte en temperatuur, 23 Warmtetransport, 24 Koelkast, 25 Opwarmen, 26 Warmtecapaciteit, 27 Geiser, 28 Friteuse, 29 Hoefijzer, 30 Afkoelingsmodel,

Biofysica VWO 1 Hartslag, 2 mmHg, 3 Bloeddrukmeting, 4 Bloedstroom, 5 Bloedvat, 6 Vatenstelsel, 7 Gehoorgang, 8 Binnenoor, 9 Lichaamsoppervlak, 10 Waterijs, 11 Lichtmicroscoop, 12 Fluorescentie, 13 GFP, 14 Elektronenmicroscoop, 15 Zwemblaas, 16 Parasaurolophus,

Geofysica VWO 1 Aardmagnetisme, 2 Noorderlicht, 3 P-golf, 4 S-golf, 5 Seismograaf, 6 Epicentrum, 7 Tsunami, 8 Mount Everest, 9 Grace, 10 Aardmassa, 11 Massamiddelpunt, 12 Dichtheid, 13 Appelschil, 14 Lava, 15 Datering,

6 VWO


Sterren & Straling VWO 1 Elektromagnetisch spectrum, 2 Stralingssoort, 3 Lichtsnelheid, 4 Lichtjaar, 5 Continu of lijn?, 6 Zwarte straler, 7 Planckkrommen, 8 Kleurtemperatuur, 9 Gasspectrum, 10 Spectraallijnen, 11 Zonnespectrum, 12 Sterspectra, 13 Wet van Wien, 14 Spectraaltype, 15 Stefan-Boltzmann, 16 Lichtkracht, 17 Kwadratenwet, 18 Zonneconstante, 19 Afstandsbepaling, 20 Superreus, 21 Hertzsprung-Russel, 22 Sterevolutie, 23 Sterpopulatie, 24 Telescoop, 25 Hubble Space Telescope, 26 Dopplereffect, 27 Zonnerotatie, 28 Oerknal,

Quantum- & Atoomfysica VWO 1 Laserpointer, 2 Rutherford, 3 Bohr, 4 Energieniveaus, 5 Aangeslagen toestand, 6 Lijnenspectrum, 7 Waterstofspectrum, 8 Ionisatie-energie, 9 Buiging, 10 Dubbelspleet, 11 Foto-elektrisch effect, 12 Foto-elektronen, 13 Golf/Deeltjes-dualiteit, 14 Brogliegolven, 15 Dubbelspleet Elektronen, 16 Golf of deeltje, 17 Luchtdeeltjes, 18 Elektronendiffractie, 19 Deeltje in een doos, 20 Waterstofatoom, 21 Waarschijnlijkheid, 22 Schrödinger's kat, 23 Tunneleffect, 24 Ontsnappingskans, 25 Heisenberg, 26 Nulpuntsenergie, 27 Omschrijvingen, 28 Inktwisser,

Ioniserende Straling VWO 1 Samenstelling, 2 Massa en ladingsgetal, 3 Vervalvergelijking, 4 Ontstaan, 5 Vervalreeks, 6 Halveringstijd, 7 Logaritme, 8 Vervalmodel, 9 Grootste activiteit, 10 Activiteit, 11 Raaklijn, 12 Ionisatie, 13 Dracht, 14 Geiger-Müllerbuis, 15 Dosimeter, 16 Activiteitsmeting, 17 Röntgenbuis, 18 Doorgelaten straling, 19 Loodschort, 20 Aluminiumfolie, 21 Röntgenfoto, 22 Contrastmiddel, 23 CT-scan, 24 MRI, 25 Echoscopie, 26 PET, 27 Medische beelden, 28 Kernramp, 29 Verhoogd risico, 30 Stralingsdosis, 31 Radiotherapie, 32 Longen,

Kernen & Deeltjes VWO 1 Einstein, 2 Massaverschil, 3 K-vangst, 4 Vervalsoort, 5 Bindingsenergie, 6 Kunstmatige kernreactie, 7 Splijtingsreactie, 8 Kernenergie, 9 Splijtstof, 10 Kernfusie, 11 Standaardmodel, 12 Quarks, 13 Leptonen, 14 Zonneneutrino's, 15 Kosmische straling, 16 LHC,

Relativiteit VWO 1 Fizeau, 2 Michelson-Morley, 3 Ruimtetijd-diagram, 4 Lichtkegel, 5 Trein, 6 Straaljager, 7 Lengtecontractie, 8 Muon, 9 Ruimteas tekenen, 10 Tijddilatatie, 11 Gelijktijdigheid, 12 Snelheden optellen, 13 Relativistische massa, 14 Kinetische energie, 15 Zwaartekracht, 16 Zwart gat,

4 HAVO


Algemeen HAVO 1 Meter, 2 Kilogram, 3 SI-eenheden, 4 Paardenkrachten, 5 Basiseenheden, 6 Zelfde eenheid, 7 Kloppende formule, 8 Groter of kleiner, 9 Voorvoegsels, 10 Exponent, 11 Schatten, 12 Aflezen, 13 Weerstand, 14 Binas, 15 Significante cijfers, 16 Spanning, 17 Precisie, 18 Afronden, 19 Berekeningen, 20 Cilinder, 21 Sinaasappel, 22 Omschrijven, 23 Magneetveld, 24 Gravitatieformule, 25 Interpoleren, 26 Grafiek, 27 Onbekende vloeistof, 28 Verbanden, 29 Kinetische energie, 30 Lichtintensiteit,

Beweging HAVO 1 Stroboscoop, 2 Trajectcontrole, 3 Onweersbui, 4 Naar school, 5 Rondje aarde, 6 Inhaalmanoeuvre, 7 Lichtsnelheid, 8 Versnelling, 9 Afremmen, 10 Optrekkende auto, 11 Landingsbaan, 12 Lift, 13 Botsing, 14 Vallen, 15 Katapult, 16 Maansprong, 17 Sprint, 18 Vallende bal, 19 Trilling, 20 Jan-van-Gent,

Krachten HAVO 1 Kop-staartmethode, 2 Sleepboten, 3 Horizontaal verticaal, 4 Rechte hoek, 5 Ontbinden, 6 Componenten, 7 Grootte, 8 Tillen, 9 Pythagoras, 10 Zwaartekracht, 11 Veerkracht, 12 Straatlamp, 13 Katrollen, 14 Normaalkracht, 15 Helling, 16 Wrijvingskracht, 17 Tegenwind, 18 Schuifwrijving, 19 Krachtsoorten, 20 Speeltuin, 21 Hefboom, 22 Momentsleutel, 23 Arm bepalen, 24 Onderarm, 25 Opdrukken, 26 Wetten van Newton, 27 Krachtenevenwicht, 28 Versnelling, 29 Wegfietsen, 30 Valversnelling, 31 Parachutesprong, 32 Bergtrein, 33 Take-off,

Elektrische Schakelingen HAVO 1 Schakeling, 2 Lampjes, 3 Schema, 4 Stroom, 5 Spanningsbron, 6 Wet van Ohm, 7 Ohmse weerstand, 8 Gloeilampje, 9 Isolator, 10 Geleidbaarheid, 11 Waterzuiverheid, 12 Samenstellen, 13 Vervangingsweerstand, 14 Serieschakeling, 15 Doorbranden, 16 Spanningsdeler, 17 Bronspanning, 18 Parallelschakeling, 19 Drie weerstanden, 20 Puzzelen, 21 Draadweerstand, 22 Koperdraad, 23 Meetschakeling, 24 Schuifweerstand, 25 Bijzondere weerstanden, 26 Vermogen, 27 Opwarmen, 28 LED-lamp, 29 Capaciteit, 30 Zekering, 31 Beveiliging, 32 Transformator, 33 Hoogspanningsleiding, 34 Elektriciteitsopwekking, 35 Elektrische auto,

Energie & Arbeid HAVO 1 Beklimming, 2 Welke kracht, 3 Arbeid, 4 Vermoeidheid, 5 Eenheid, 6 Schuine kracht, 7 Hijskraan, 8 Slee, 9 Optrekkende trein, 10 Helling, 11 Definities, 12 Energiesoorten, 13 Kinetische energie, 14 Versnelling, 15 Eenparig versnellen, 16 Tennisbal, 17 Pakhuis, 18 Knikker, 19 Vallende steen, 20 Glijden, 21 Verticale worp, 22 Kanonschot, 23 Vermogen, 24 Katrollen, 25 Rendement, 26 Automotor, 27 Zonnepaneel, 28 Voertuig, 29 Stookwaarde, 30 Vergelijking, 31 Elektriciteitscentrale, 32 Benzineverbruik,

5 HAVO


Zonnestelsel & Heelal HAVO 1 Maanfasen, 2 Zonsverduistering, 3 Heliocentrisch, 4 Venus, 5 Ontbrekende woorden, 6 Cirkelbeweging, 7 Slijptol, 8 Draaimolen, 9 Middelpuntzoekende kracht, 10 Eenheid, 11 Fmpz, 12 Bocht, 13 Aardrotatie, 14 Gravitatiekracht, 15 Gravitatieconstante, 16 Hoogte, 17 Appel, 18 Valversnelling, 19 Afleiding, 20 Jupitermaantjes, 21 Exoplaneet, 22 Geostationair, 23 Telescopen, 24 Elektromagnetisch spectrum, 25 Stralingssoort, 26 Lichtsnelheid, 27 Wet van Wien, 28 Lichtjaar, 29 Reistijd, 30 Deneb, 31 Oerknal, 32 Andromedastelsel,

Trillingen & Golven HAVO 1 Trillingen, 2 Elektrocardiogram, 3 Frequentie, 4 Oscilloscoop, 5 Harmonische trilling, 6 Eenheid, 7 Duikplank, 8 Scooter, 9 Veermassa, 10 Strak koord, 11 Resonantie, 12 Snelheid, 13 Golflengte, 14 Golven op zee, 15 Longitudinaal transversaal, 16 Geluidsgolven, 17 Onweersafstand, 18 Meting geluidssnelheid, 19 Lichtgolven, 20 Lopend of staand, 21 Staande golven, 22 Snaartrillingen, 23 Reageerbuis, 24 Trompet, 25 Gitaar, 26 Saxofoon, 27 Modulatie, 28 FM,

Stoffen & Warmte HAVO 1 Drie fasen, 2 Faseovergangen, 3 Van der Waalskracht, 4 Welke fase?, 5 Brownse beweging, 6 Molecuultheorie, 7 Atomen & moleculen, 8 Plasma, 9 Massa, 10 Kristalrooster, 11 Temperatuur, 12 Warmte & temperatuur, 13 Warmtetransport, 14 Koelkast, 15 Geleiding in metalen, 16 Opwarmen, 17 Welke stof?, 18 Geiser, 19 Soortelijke warmte, 20 Friteuse, 21 Hoefijzer, 22 Mechanische spanning, 23 Spankracht, 24 Plastic, 25 Rek, 26 Uitzetting, 27 Spanning,rek-diagram, 28 Elasticiteitsmodulus, 29 Kabeltrein,

Ioniserende Straling HAVO 1 Atoommodellen, 2 Samenstelling, 3 Massa- en ladingsgetal, 4 Vervalvergelijking, 5 Ontstaan, 6 Vervalreeks, 7 Halveringstijd, 8 Kernen & halvering, 9 Grootste activiteit, 10 Raaklijn, 11 Activiteitsformule, 12 Ionisatie, 13 α-deeltje, 14 Fotonen, 15 Dracht, 16 Geiger-Müllerbuis, 17 Dosimeter, 18 Activiteitsmeting, 19 Röntgenbuis, 20 Doorgelaten straling, 21 Loodschort, 22 Aluminiumfolie, 23 Röntgenfoto, 24 Contrastmiddel, 25 CT-scan, 26 MRI, 27 Echoscopie, 28 Medische beelden, 29 Kernramp, 30 Verhoogd risico, 31 Stralingsdosis, 32 Radiotherapie, 33 Longen,

Technische Automatisering HAVO 1 Vingers, 2 Binair, 3 Aan/uitknop, 4 Waarheidstabel, 5 EN-poorten, 6 XOF-poort, 7 Temperatuursensor, 8 Comparator, 9 Systeembord, 10 Geheugencel, 11 Warmtelint, 12 AD-omzetter, 13 Pulsteller, 14 Stopwatch, 15 Lichtschakelaar, 16 Snelheidsmeting, 17 Meet-Stuur-Regel-,

Licht & Lenzen HAVO 1 Spiegelbeeld, 2 Spiegelwet, 3 Breking, 4 Prisma, 5 Totale reflectie, 6 Fiber, 7 Lens, 8 Constructietekening, 9 Lenswerking, 10 Beeldvorming, 11 Twee lichtstralen, 12 Virtueel beeld, 13 Lenswet, 14 Onscherp, 15 Vergroting, 16 Vergrootte bloem, 17 Fotocamera, 18 Kolibri,

Aarde & Klimaat HAVO 1 Druk, 2 Gasdruk, 3 Luchtkolom, 4 Dampkring, 5 Hoogtemeting, 6 Corioliseffect, 7 Buys Ballot, 8 Waterdamp, 9 Ozon, 10 Zonnestraling, 11 Albedo, 12 Broeikaseffect, 13 Stralingshoek, 14 Buienradar, 15 IJsberg,

Menselijk Lichaam HAVO 1 Hartslag, 2 mmHg, 3 Bloeddrukmeting, 4 Lichaamsoppervlak, 5 Waterijs, 6 Gehoorgang, 7 Binnenoor, 8 Geluidsintensiteit, 9 Gehoordrempel, 10 Decibel, 11 Hoornvlies, 12 Ooglens, 13 Bijziendheid, 14 Oudziendheid, 15 Kleurenblindheid,

terug naar boven