In BINAS tabel 26A is te zien dat er 3 soorten zijn (e-, μ- en τ-) met elk een bijbehorend neutrino (νe, νμ en ντ). Dit zijn bij elkaar 6 verschillende deeltjes. Van elk deeltje bestaat ook een antideeltje. In totaal zijn dit dus 12 verschillende leptonen:
e-, μ-, τ-, νe, νμ, ντ, e+, μ+, τ+, νe, νμ, ντ
Opgave b
Bij het verval ontstaan een elektron en een antielektronneutrino:
6027Co → 6028Ni + e- + νe
Aan de linkerkant staan geen leptonen. Leptongetal links is dus 0. Aan de rechterkant staan een elektron met leptongetal +1 en een antineutrino met leptongetal -1. Bij elkaar is dit ook 0. Leptongetal links en rechts zijn dus gelijk.
Opgave c
Bij α-verval ontstaat een 42He kern (+ soms een γ-deeltje). Dit zijn geen leptonen. Er ontstaan of verdwijnen bij α-verval geen leptonen en er is dus ook geen neutrino nodig om ervoor te zorgen dat het leptongetal behouden blijft.
Opgave d
Neutrino's zijn extreem licht en zijn neutraal. Ze vertonen dus geen interactie met andere atomen en kunnen ongehinderd overal dwars doorheen vliegen.
Vraag over opgave "Leptonen"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Inloggen
Om vragen te kunnen stellen moet je zijn ingelogd.