Voor de tijd die geluid erover doet om een bepaalde afstand af te leggen geldt t = s/v. Als we even aannemen dat de luchttemperatuur 20 °C was vinden we in BINAS tabel 15A een geluidssnelheid van 343 ms-1. Invullen geeft t = 3,0 / 343 = 8,746·10-3 s. Dit is afgerond gelijk aan 8,7 ms en het is dus heel waarschijnlijk dat de laatste puls komt door geluid wat zich door de lucht heeft verplaatst.
Opgave b
De tijd van de eerste puls is bij de tweede meting ⅔ van de tijd van de eerste puls (0,46 / 0,70 = 0,67). Ook voor de twee puls geldt dat de tijd de bij de tweede meting ⅔ van de tijd van de eerste meting is ( (0,54 / 0,81 = 0,67). Dit zou precies kloppen met verandering van de afstand. Deze is van 3,0 m naar 2,0 m gegaan en dus ook ⅔ kleiner. Het lijkt er dus op dat Bram gelijk heeft. Als het door reflecties zou komen zou het wel heel toevallig zijn dat dit voor beide pulsen geldt.
Inderdaad kunnen trillingen zich in een vaste stof niet alleen longitudinaal voortplanten, waarbij de bewegingsrichting en de uitwijking dezelfde richting hebben, maar ook transversaal, waarbij uitwijking en bewegingsrichting loodrecht op elkaar staan. Dit komt omdat in een vaste stof moleculen in een rooster min of meer vast op hun plek zitten. Als ze op een plek een klein beetje van een plaats geduwd worden nemen ze hun buren ook mee, die ook weer invloed uitoefenen op hun buren etc…. In lucht kan dit niet omdat de moleculen niet in een rooster bij elkaar zitten. Omdat longitudinale en tranversale golven op moleculair niveau wat anders werken is ook de voortplantingssnelheid anders.
Vraag over opgave "Longitudinaal transversaal"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.