Vallen is een eenparig versnelde beweging met eindsnelheid 0. De snelheid neemt op aarde toe met 9,81 ms-1 per seconde. Voor een eenparig versnelde beweging geldt a = Δv/Δt. Om een snelheid van 5,4 ms-1 te bereiken is dus een valtijd nodig van
t = v/a = 5,4 / 9,81 = 0,55046 s
Afgerond is dit 0,55 s.
Opgave b
In BINAS tabel 31 vinden we voor de valversnelling op de maan 1,62 ms-2.
Opgave c
Zelfde berekening als bij vraag a met nu de valversnelling op de maan:
t = v/a = 5,4 / 1,62 = 3,33333 s
Afgerond is dit 3,3 s.
Opgave d
Voor de gemiddelde snelheid tijdens het vallen geldt
Afgerond op twee cijfers is dit 9,0 m. Je kunt op de maan dus vanaf de tweede verdieping springen zonder iets te breken.
Vraag over opgave "Maansprong"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.
Eerder gestelde vragen | Maansprong
Op zaterdag 6 jan 2018 om 15:51 is de volgende vraag gesteld Hallo,
ik heb een vraag over opgave b.
Waarom moet je nu werken met de gemiddelde snelheid?
groetjes Mika
Erik van Munster reageerde op zaterdag 6 jan 2018 om 17:17 Dag Mika,
(Ik denk dat je vraag d bedoeld, vraag b staat gewoon in BINAS).
Bij vraag d rekenen we de afstand af die je in 3,3 s aflegt als je valt op de maan. Als je bij de berekening een snelheid van 5,4 m/s zou invullen dan doe je eigenlijk alsof je 3,3 s lang beweegt met een snelheid van 5,4 m/s. Dit is niet zo want de snelheid is niet constant. Aan het begin is het 0 m/s, aan het eind is het 5,4 m/s. Als je de afgelegde afstand wil weten heb je dus het gemiddelde van 5,4 m/s en 0 m/s nodig. Vandaar...
Op zaterdag 6 jan 2018 om 19:53 is de volgende reactie gegeven Hallo,
Ja klopt ik bedoelde vraag d, okay bedankt voor uw reactie!