Fietssnelheid van Marije is 15 km/h. Dit is omgerekend 4,16667 ms-1. Fietstijd is 720 s (12 minuten). Invullen in s = v·t geeft s = 3000 m. Afgerond 3,0 km.
Opgave b
De tijd die Wouter over de afstand van 3000 m doet rekenen we uit met t = s/v. Invullen van s = 3000 m en v = 5,0 ms-1 (18 km/h) geeft t = 600 s. Dit is 10 minuten. Omdat hij 5 minuten later is vertrokken is de totale tijd tussen het vertrek van zijn zus en zijn aankomst op school 10 + 5 = 15 minuten. Dit is 3,0 minuten langer dan zijn zus.
Opgave c
Om de verloren tijd in te halen moet Wouter 5 minuten sneller dan zijn zus zijn bij het fietsen. Zijn fietstijd moet dus 12 - 5 = 7 minuten zijn. Dit is 420 s. Formule luidt: v = s/t. Invullen van s = 3000 m en t = 420 s geeft 7,14 ms-1. Omgerekend en afgerond is dit 26 km/h.
Vraag over opgave "Naar school"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.