Het tijdsinterval tussen de bliksem en de donder komt door het verschil in snelheid van het geluid en het licht. De lichtsnelheid is zo groot (2,99792·10
BINAS tabel 15A) dat we de tijd die het licht van de flits erover doet kunnen verwaarlozen.
geeft s = 686 m. Afgerond 6,9·10
m.
. Formule voor de tijd is t = s/v. Invullen van s = 686 m en v =332 ms
geeft t = 2,06626 s. Afgerond 2,1 s.
Eerder gestelde vragen | Onweersbui
Op donderdag 31 okt 2019 om 14:49 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,
ik snap niet zo goed waarom je de lichtsnelheid mag verwaarlozen
groetje,
Erik van Munster reageerde op donderdag 31 okt 2019 om 16:40
Omdat de lichtsnelheid zo ontzettend groot is vergeleken met de geluidssnelheid. Over een afstand van 686 m doet het licht
t = s / v
t = 686 / 2,99792·10^8
t = 2,2883*10^-6 s
Dit is 0,00000228 s. Dit is volkomen verwaarloosbaar ten opzichte van de 2,0 s die geluid er over doet.
Vandaar.
Op woensdag 3 apr 2019 om 16:45 is de volgende vraag gesteld
Maar er mag toch niet met afgeronde cijfers doorgerekend worden?
Erik van Munster reageerde op woensdag 3 apr 2019 om 17:17
Dat klopt. Je rekent ook niet met afgeronde cijfers verder maar je gebruikt het aantal significante cijfers ervan om daarmee te bepalen hoe je het volgende antwoord moet afronden.
Op woensdag 10 okt 2018 om 17:56 is de volgende vraag gesteld
In tabel 15 A van de BINAS zie ik niet de snelheid van licht en geluid. Waar wel? (Zesde editie)
Erik van Munster reageerde op woensdag 10 okt 2018 om 19:25
Staat wel in tabel 15A hoor. Je moet kijken bij het gele gedeelte bij "lucht". Hier staat de voortplantingssnelheid van geluid bij verschillende temperaturen.
De snelheid van licht staat in BINAS tabel 7.
Op zaterdag 30 jun 2018 om 15:04 is de volgende vraag gesteld
Zou de significantie niet 3 moeten zijn en het antwoord dus 2,07 s?
Erik van Munster reageerde op zaterdag 30 jun 2018 om 15:48
Als de gegevens in de opgave 686 m en 332 m/s zouden zijn geweest zou het inderdaad op 3 significante cijfers afgerond moeten worden.
Maar... 686 m is het resultaat van een berekening in vraag a waarbij we het moesten afronden op 2 cijfer (6,9*10^2 m). Dit betekent dat de nauwkeurigheid van het eindantwoord op vraag b ook op 2 cijfers moet worden afgerond. Vandaar.