Deze uitwerking hoort bij opgave 18 uit het hoofdstuk "Elektrische Schakelingen HAVO".
De opgaven zijn te vinden in FotonElektrischeSchakelingenHAVO.pdf
Videolessen
Theorie bij dit hoofdstuk wordt behandeld in onderstaande videolessen.
Voor de vervangingsweerstand van drie weerstanden die parallel staan geldt
Rv =(R1-1 + R2-1 + R3-1)-1 dus
Rv =(60-1 + 80-1 + 120-1)-1 = 26,6667 Ω
De hoofdstroom door de schakeling berekenen we met de wet van Ohm: I = U/R = 24 V / 26,6667 Ω = 0,90 A.
Opgave c
De weerstanden staan parallel en elke weerstand is rechtstreeks verbonden met de twee polen van de batterij. De spanning over elk van de weerstanden is dus 24 V. De stroom door ieder van de weerstanden berekenen we met de wet van Ohm (I = U/R):
I60 = U/R = 24 V / 60 Ω = 0,40 A I80 = U/R = 24 V / 80 Ω = 0,30 A I60 = U/R = 24 V / 120 Ω = 0,20 A
Als we deze drie stromen bij elkaar optellen komen we inderdaad weer op de hoofdstroom die we eerder berekenden: 0,40 + 0,30 + 0,20 = 0,90 A.
Opgave d
Volgens Antoine is de verhouding tussen de deelstromen gelijk aan de verhouding tussen de weerstanden. Als dit zou kloppen zou door de weerstand van 120 Ω een twee keer zo grote stroom moeten lopen als door de weerstand van 60 Ω. Dit is duidelijk niet zo: De stroom door de weerstand van 120 Ω is juist twee keer zo klein. Antoine heeft dus geen gelijk.
Om de stelling van Carlijn te checken kijken we door welke weerstand de grootste stroom loopt. Door de laagste weerstand (die van 60 Ω) loopt inderdaad de grootste stroom. En door de grootste weerstand (120 Ω) loopt inderdaad de kleinste stroom. Carlijn heeft dus gelijk.
Vraag over opgave "Parallelschakeling"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.
Eerder gestelde vragen | Parallelschakeling
Over "Parallelschakeling" zijn nog geen vragen gesteld.