Activiteit betekent hoeveel ioniserende deeltjes er per seconde worden uitgezonden door een radioactieve stof. Omdat dit gelijk opgaat met het vervallen van een kern is de afname in de hoeveelheid kernen gelijk aan de activiteit.
Opgave b
Als we de raaklijn aflezen komen we op een afname van 2,0·1022 kernen in 37 dagen. Dit komt overeen met 2,0·1022 / (37·24·60·60) = 6,2563·1015 kernen per seconde
Aangezien de activiteit gelijk is aan het kernen wat per seconde vervalt is de activiteit ook 6,2563·1015 Bq. Afgerond is dit 6,3·1015 Bq.
Opgave c
Zie afbeelding hieronder. Wanneer we een raaklijn trekken op t = 100 vinden we een afname van 3,5·1021 kernen in 100 dagen. Hiermee komen we op een activiteit van
3,5·1021 / (100·24·60·60) = 4,0509·1014 Bq
Afgerond 4,1·1014 Bq.
Opgave d
Voor de afname van de activiteit in de loop van de tijd geldt
A(t) = A0 · ½t / t½
In BINAS tabel 25A vinden we dat de halveringstijd van 33P 25,3 dagen is. Voor de activiteit op t =100 dagen geldt dus
A(100) = A0 · ½100/25,3
A(100) = A0 · ½3,95257
A(100) = A0 · 0,064589
Wanneer we voor A0 de activiteit op t = 0 invullen die we bij vraag b vonden invullen vinden we voor de activiteit na 100 dagen:
A(100) = 6,3·1015 · 0,064589 = 4,0691·1014 Bq
Afgerond komen we inderdaad weer uit op een activiteit van 4,1·1014 Bq.
Vraag over opgave "Raaklijn"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.
Eerder gestelde vragen | Raaklijn
Op donderdag 31 dec 2020 om 10:15 is de volgende vraag gesteld Hallo,
Ik snap niet hoe ik weet hoe ik de raaklijn in opgave b moet tekenen
Op donderdag 31 dec 2020 om 10:16 is de volgende reactie gegeven *c
Erik van Munster reageerde op donderdag 31 dec 2020 om 15:10 Als je in het plaatje hierboven kijkt: De raaklijn is de schuin lopende lijn in de driehoek:
1) Je zoekt eerst in de grafiek het punt waar je de raaklijn moet tekenen. Bij deze opgave is dat bij t=100 s dus helemaal aan de rechterkant. Het grafiekpunt is (100 , 1,3*10^21)
2) Daarna trek je vanaf dit punt met je geodriehoek (als je de geprinte versie van de opgave voor je hebt liggen) een lijn die dezelfde richting heeft als de grafiek op dat punt. Hier bij deze opgave loopt de lijn vanaf het punt schuin omhoog naar links.
3) Je trekt de lijn door tot de rand van de grafiek. In dit geval is dat de y-as helemaal links.
Klaar: Je hebt nu de raaklijn getekend. Als je die eenmaal hebt kun je hem aflezen. Dit doe je door er eerst een driehoek van te maken met een horizontale en verticale lijn. Daarna kun je de lengte van deze lijnen uit de grafiek aflezen.
Ilknur Soyturk vroeg op zaterdag 24 mrt 2018 om 15:58 beste Erik,
Ik snap de vraagstelling van 11 d niet zo goed. Ik snap niet wat je bij 11d van ons precies wilt weten...
gr
Erik van Munster reageerde op zaterdag 24 mrt 2018 om 16:27 Bij 11 d is het de bedoeling dat je op een andere manier de activiteit op t=100 s uitrekent die je al eerder bij 11c bepaald hebt. Er zijn namelijk 2 manieren om de activiteit de bepalen:
1) Door het tekenen van een raaklijn in een N,t-diagram
2) Door het uit te rekenen uit de eerder activiteit en de halveringstijd
Als het goed is vind je op beide manieren dezelfde activiteit.