Zie afbeelding hieronder. De twee krachten staan niet horizontaal en verticaal maar de krachten maken onderling wel een hoek van 90°: Ten opzichte van de y-as maakt de kracht van 35 N een hoek van 25°. De kracht van 50 N maakt een hoek van 180° - 65° = 115°. Het verschil in hoek voor de twee krachten is dus 115° - 25° = 90°. We kunnen ook in de tekening opmenten dat de hoek tussen de krachten een rechte hoek is. De krachten mogen dus met de stelling van Pythagoras opgeteld worden.
Afgerond is dit 61 N. Voor de hoek van de resulterende kracht gebruiken we de tangens. Er geldt dat de tangens van de hoek de overstaande gedeeld door de aanliggende zijde is, dus
Dit is niet de hoek met de horizon maar de hoek met de kracht van 50 N. Wanneer we meerekenen dat de krachten 25° gedraaid zijn ten opzichte van de horizon komen we op een hoek van 9,9999°. Afgerond 10°.
De krachten mogen met de stelling van Pythagoras opgeteld worden omdat ze met elkaar een rechte hoek vormen:
Afgerond is dit 61 N.
Zie afbeelding hieronder. Voor de hoek van de resulterende kracht gebruiken we de tangens. Er geldt dat de tangens van de hoek de overstaande gedeeld door de aanliggende zijde is, dus
Dit is niet de hoek met de horizon maar de hoek met de kracht van 50 N. Wanneer we meerekenen dat de krachten 25° gedraaid zijn ten opzichte van de horizon komen we op een hoek van 9,9999°. Afgerond 10°.
Eerder gestelde vragen | Rechte hoek
Op woensdag 26 dec 2018 om 12:18 is de volgende vraag gesteld
Beste meneer,
Bij het antwoord van opgave c staat er 25 graden.
Hoe komt u aan 25 graden?
Erik van Munster reageerde op woensdag 26 dec 2018 om 22:52
Dat zie je in het plaatje wat bij de opgave staat: De twee krachten zijn 25 graden linksom gekanteld ten opzichte van horizontaal en verticaal. Daar komt de 25 graden vandaan.