De vervangingsweerstand van weerstanden in serie is de som van de weerstanden. 3,0 kΩ + 3,0 kΩ = 6,0 kΩ.
Opgave b
De vervangingsweerstand van weerstanden die parallel staan is de weerstand behorende bij de som van de geleidingsvermogens. Geleidingsvermogen van een weerstand van 3,0 kΩ = 1/3000 = 3,333·10-4 S. Twee weerstanden parallel geeft dus een geleidingsvermogen van 3,333·10-4 S + 3,333&183;10-4 S = 6,666·10-4 S. Bijbehorende vervanginsweerstand is R = 1/G is 1/6,666·10-4 S = 1500 Ω. Afgerond 1,5 kΩ.
Tweede manier: Voor de vervanginsweerstand van parallele weerstanden geldt
Som van de geleidingsvermogens is nu 3,333·10-4 S + 3,333·10-4 S + 3,333·10-4 S= 9,999·10-4 S. Bijbehorende vervanginsweerstand is R = 1/G is 1/9,999·10-4 S = 1000 Ω. Afgerond 1,0 kΩ.
Tweede manier: Voor de vervanginsweerstand van parallele weerstanden geldt
Dit kan op verschillende manieren (zie afbeelding hieronder). In opgave c hebben we gezien dat 3 weerstanden parallel een weerstand van 1,0 kΩ geeft. Om op een totale weerstand te komen die twee keer zo groot is moet Mimoun twee blokken van drie weerstanden in serie zetten (linker afbeelding).
Tweede manier: Twee weerstanden in serie levert een weerstand van 6,0 kΩ op. Om deze drie keer zo klein te krijgen moet Mimoun drie van deze dubbele weerstanden parallel zetten (rechter afbeelding).
Derde manier: Twee weerstanden in serie (samen 6,0 kΩ) parallel aan een derde weerstand levert ook een RV van (6000-1 + 3000-1)-1 = 2 kΩ.
Vraag over opgave "Samenstellen"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.
Eerder gestelde vragen | Samenstellen
Op vrijdag 18 mei 2018 om 11:19 is de volgende vraag gesteld Ik heb een vraag over opgave d. Ik heb namelijk een schema getekend waarin 2 weerstanden in serie staan en 1 weerstand parallel aan deze 2 weerstanden. De Rv van de 2 weerstanden in serie is namelijk 6000 Ohm. Als je met deze Rv en de R van de parallel geschakelde weerstand een nieuwe Rv berekend, kom je uit op een Rv van 2000 Ohm. Is dit ook een goede manier?
Erik van Munster reageerde op vrijdag 18 mei 2018 om 11:29 Dag Dionne,
Ja, zo kom je inderdaad ook op een totale weerstand van 2000 Ohm. Ik zal hem erbij zetten hierboven.
Op zondag 21 jan 2018 om 14:35 is de volgende vraag gesteld Ik heb een vraag over de tweede manier van d. Als je 2 weerstanden van 3,0 kΩ hebt, dan is de R in het eerste stuk draad toch 6,0 kΩ (serie, achter elkaar geplaatst). Dit geldt dan ook voor de twee draden met de weerstanden eronder. Dan krijg je toch van Rtotaal= 1/R1e draad + 1/R2e draad + 1/R3e draad (want parallel) = 1/6 +1/6 +1/6 = 0,5 kΩ en niet 2,0 kΩ.
Mijn redenering klopt vast niet, dus hoe moet het wel?
Erik van Munster reageerde op zondag 21 jan 2018 om 15:08 Je redenering klopt, hoor. Alleen vergeet je de laatste stap:
1/6 + 1/6 + 1/6 = 0,5 is namelijk niet Rv maar 1/Rv. Je moet dus nog een keer "één gedeeld door..." doen. Je komt dan op
1 / 0,5 = 2 kΩ
Op zaterdag 20 jan 2018 om 14:34 is de volgende vraag gesteld opdracht b: De vervangingsweerstand van weerstanden in serie is de weerstand behorende bij de som van de geleidingsvermogens.
moet dit niet zijn
De vervangingsweerstand van weerstanden in parallel is de weerstand behorende bij de som van de geleidingsvermogens.
Erik van Munster reageerde op zaterdag 20 jan 2018 om 23:06 Zeker, staat er inmiddels goed hierboven. Dank voor je oplettendheid...
Op maandag 1 mei 2017 om 14:21 is de volgende vraag gesteld Rv = (R1-1 + R2-1 + R3-1 + …)-1
Hoe weet je dat je de die laatste -1 ook nog moet gebruiken? Want dat staat niet in binas volgensmij...
Erik van Munster reageerde op maandag 1 mei 2017 om 14:31 In BINAS staat in tabel 35-D1 onder het kopje "parallelschakeling":
Gtot = G1+G2+...
Ze geven hier dus niet de formule voor de totale weerstand (Rtot) maar voor het totale geleideidbaarheid (Gtot). Voor de geleidbaarheid geldt G=1/R. Als je overal in de formule G vervangt door 1/R krijg je de formule die in de kolom helemaal rechts staat:
1/Rtot = 1/R1 + 1/R2 + ...
Hiermee bereken je niet Rtot maar 1/Rtot. Als je Rtot wil berekenen moet je nog een keer 1 gedeeld door doen, vandaar de laatste tot de -1.