Deze uitwerking hoort bij opgave 14 uit het hoofdstuk "Elektrische Schakelingen HAVO".
De opgaven zijn te vinden in FotonElektrischeSchakelingenHAVO.pdf
Videolessen
Theorie bij dit hoofdstuk wordt behandeld in onderstaande videolessen.
Voor weerstanden die in serie met elkaar staan geldt dat de vervangingsweerstand de som is van de weerstanden.
RV = 100 + 200 + 300 = 600 Ω
De totale spanning over de drie weerstanden is 12 V. Met de wet van Ohm berekenen we de stroom
I = Utotaal/RV = 12 / 600 = 0,020 A
Dit is gelijk aan 20 mA.
Opgave c
Ook voor de weerstanden afzonderlijk geldt de wet van Ohm waarmee we de spanning over ieder van de weerstanden kunnen berekenen. Omdat er geen vertakkingen in de schakeling zitten is de stroom door ieder van de weerstanden gelijk aan de hoofdstroom (20 mA). We vinden
U1 = Ihoofd·R1 = 0,020·100 = 2,0 V U2 = Ihoofd·R2 = 0,020·200 = 4,0 V U3 = Ihoofd·R3 = 0,020·300 = 6,0 V
Opgave d
De spanning van 12 V verdeelt zich zo over de weerstanden dat de deelspanning evenredig is met de grootte van de weerstand. De weerstand van 200 Ω heeft een twee keer zo grote R als die van 100 Ω en de spanning is ook twee keer zo hoog. De weerstand van 300 Ω heeft een drie keer zo grote R als die van 100 Ω en de spanning is ook drie keer zo hoog.
De tabel vormt dus inderdaad een verhoudingstabel. In een serieschakeling zijn spanning en weerstand evenredig en staat de grootste spanning over de grootste weerstand.
Vraag over opgave "Serieschakeling"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.
Eerder gestelde vragen | Serieschakeling
Over "Serieschakeling" zijn nog geen vragen gesteld.