Laatste stand van zaken: De centraal-examens gaan gewoon door maar met extra herkansingen en een aangepaste zak-slaagregeling waarbij een extra onvoldoende mag.
Er is geen aanpassing van de examenstof.
Voor natuurkunde betekent dit dat er aan je voorbereiding voor het CE niet veel verandert.
Wel kan het zo zijn dat stof voor je schoolexamens dit jaar wordt aangepast. Dit is iets dat je school beslist.
Natuurkundeuitgelegd blijft gewoon online en al het materiaal blijft uiteraard gewoon toegankelijk.
Hoop dat ik je ook dit examenjaar weer kan helpen.
Ook al loopt alles anders: Bedenk dat als je in de examenklas zit dat dit niet voor niets zo is en dat je heus je examen wel zal halen.
Natuurkunde is een van de weinig dingen die niet veranderen in Coronatijd:
De natuurwetten blijven altijd geldig.
In een rekenmodel gebruik je geen formule om in één keer het eindantwoord uit te rekenen maar deel je het probleem op in kleine stapjes. Bij elk stapje reken je uit hoe de grootheden veranderen en na het uitvoeren van een, meestal groot, aantal stapjes kom je uiteindelijk op de waarde die je wilde uitrekenen. In een hoop situaties is er namelijk geen kant en klare formule voor handen om iets uit te rekenen. Bijvoorbeeld als grootheden die voor de berekening belangrijk zijn tijdens de rekenstapjes veranderen.
Opgave b
Het symbool := in rekenmodellen betekent 'wordt'. In de tweede rekenregel van dit model staat bijvoorbeeld x := x + dx. Dit betekent dat de nieuwe waarde van de variabele x de oude variabele x is plus de variable dx.
Opgave c
De letter 'd' wordt gebruikt om een stapje mee aan te duiden. In een rekenmodel is dit het verschil tussen de waarde vóóraf en de nieuwe waarde. De variabele dt in dit model is de stapgrootte van de tijd. In modelregel 3 is dit het duidelijkst te zien. De variabele t (tijd) wordt opgehoogd met een tijdstapje dt.
Opgave d
De startwaarde van t is 0 s. Bij elke keer dat de regels worden uitgevoerd wordt in regel 3 de tijd opgehoogd met dt. Variable dt is ingesteld op 0,1 s. Na 5 stapjes is t dus 0,5 s.
De startwaarde van x is 0 m. Bij de eerste tijdstap wordt dx uitgerekend. dx = v*dt = 5,0 * 0,1 = 0,5 m. Bij alle volgende tijdstappen blijft dx onveranderd want v en dt blijven verder constant. In regel twee wordt x steeds opgehoogd met dx. Na vijf stapjes is dus x = 5 * 0,5 = 2,5 m.