De sprint is afgelopen als de wielrenner weer stilstaat. In een (x,t)-diagram is dit als de grafiek weer horizontaal loopt. Dit is in deze grafiek na 13 s.
Opgave b
Voor de gemiddelde snelheid geldt: vgemiddelde = s/t. Invullen van de afgelegde afstand (94 m) en de totale tijd (13 s) geeft vgemiddelde = 7,231 ms-1. Afgerond 7,2 ms-1.
Opgave c
Eenparig is de beweging zeker niet: Dan zou de x,t-grafiek namelijk een schuine recht lijn moeten zijn. Voor eenparig versneld zou de grafiek over het hele stuk steeds steiler moeten gaan lopen en voor eenparig vertraagd zou de grafiek over het hele stuk steeds minder steil moeten gaan lopen. Ook allebei niet het geval. De beweging is dus geen van allen.
Opgave d
De maximale snelheid bereikt de sprinter op het moment dat de (x,t)-grafiek op zijn steilst loopt. Dit is rond t = 6,5 s. De snelheid op dit tijd stip kan bepaald worden met een raaklijn (zie figuur hieronder). Snelheid volgt uit v = Δx / Δt = 100 m / 7,1 s = 14,08 ms-1. Afgerond 14 ms-1.
Vraag over opgave "Sprint"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.