Op de snaar is 1½ golf te zien. In een snaar is het getal n gelijk aan het aantal halve golven op de snaar. In dit geval is dit 3 dus n = 3.
De afbeelding stelt een buis met twee open uiteinde voor. De aangegeven knoop- en buikpunten komen overeen met het patroon van knoop- en buikpunten wat bij de grondtoon hoort. Hierbij hoort n = 1.
De afbeelding stelt een buis met links een gesloten en recht een open uiteinde voor. In een eenzijdig gesloten buis ligt een knoop bij de gesloten zijde en een buik bij de open zijde. In de eenvoudigste vormen liggen er tussen deze twee geen andere knoop- of buikpunten. Dit is hier niet zo. Dit patroon hoort bij de eerste boventoon ofwel n = 2.
Eerder gestelde vragen | Staande golven
Op zaterdag 20 jan 2018 om 17:26 is de volgende vraag gesteld
Ik snap c niet. Ik zou n is 3 zeggen, omdat k b is 0,25 labda, je ziet daar 3 keer 0,25 labda, dus lengte is dan 0,75. 0,25 x n is 3 is 0,75. N moet dus 3 zijn, of zie ik dat verkeerd?
Erik van Munster reageerde op zaterdag 20 jan 2018 om 23:21
Als het om een buis met twee open uiteinden zou gaan zou je inderdaad kunnen tellen. Daar is n namelijk gelijk aan het aantal halve golven in de buis. Maar het is een buis met één gesloten uiteinden en daar zijn vormen van de staande golven afwijkend en kun je ze eigenlijk niet het aantal kwart golven tellen. In plaats daarvan geldt:
n=1: 0,25 lambda in de buis (1/4)
n=2: 0,75 lambda in de buis (3/4)
n=3: 1,25 lambda in de buis (5/4)
n=4: 1,75 lambda in de buis (7/4)
Kortom, er zit wel een logica in maar heel anders. Zie ook de videoles over de gesloten buis.
Op dinsdag 20 okt 2015 om 20:03 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,
Kunt u mij de redenatie achter n=1 en n=2 uitleggen bij vraag b en c?
Ik zie 2/4 lambda bij vraag b(halve golf dus n=1 zoals vraag a??) en 3/4 lambda bij vraag c. Is dat dan n=1.5 ?
Groet Imre
Erik van Munster reageerde op dinsdag 20 okt 2015 om 22:29
Het getal is n is een telnummer om de verschillende boventonen mee aan te duiden. n is dus altijd een geheel getal. n=1 is de eenvoudigste boventoon, n=2 de daaropvolgende etc..
Bij vraag b is er inderdaad een halve golf. Bij een buis met twee open uiteinde heeft de staande golf altijd buiken aan de uiteindne. Het patroon in de vraag is de eenvoudigste golf waarbij dit zo is. Inderdaad is dit 2/4 lambda dus een halve golf en inderdaad, net zoals bij vraag a) is dus n=1.
Bij vraag c is het een buis met een gesloten en een open uiteinde. Hierbij gelden andere regels voor de staande golven: Bij het open uiteinde een buik en bij het gesloten uiteinde een knoop. Inderdaad past er 3/4 lambda in de buis. Bij dit soort buizen geldt:
n=1: L=1/4 lambda
n=2: L=3/4 lambda
n=3: L=5/4 lambda
n=4: L=7/4 lambda
etc..