Eerder gestelde vragen | Straatlamp
Op zondag 13 mrt 2022 om 16:08 is de volgende vraag gesteld
Goedemiddag meneer, waarom zijn de horizontale componenten gelijk aan elkaar, maar de verticale componenten niet?
Erik van Munster reageerde op zondag 13 mrt 2022 om 16:25
De horizontale componenten van de spankracht zijn de enige 2 krachten in de x-richting en ze wijzen in tegengestelde richting. Om op 0 uit te komen moeten ze dus tegengesteld zijn.
In de y-richting geldt dit niet. Er is daar ook nog zwaartekracht. Om op 0 uit te komen moeten y-componenten bij elkaar opgeteld even groot zijn als de zwaartekracht.
Op woensdag 5 mei 2021 om 14:17 is de volgende vraag gesteld
Hallo Erik
ik heb een vraag over deze opdracht .
waarom is de horizontale component in het linker en rechter deel hetzelfde terwijl de spankrachten de ene lager en groter is dan de andere?
Alvast bedankt.
Erik van Munster reageerde op woensdag 5 mei 2021 om 14:58
Omdat de hoek links en rechts niet hetzelfde is. De spankrachten zijn inderdaad niet gelijk maar de horizontale componenten, doordat de hoeken verschillen, zijn gelijk.
Op maandag 7 dec 2020 om 01:59 is de volgende vraag gesteld
bij opgave b heb ik ander stappen gedaan maar ik kwam op het zelfde antwoord uit.
Fx=f cos a
Fx=250 cos 30
Fx=216,5 =217
Fy=f sin a
Fy=250 sin 60
Fy=217
246-217 = 29
wortel van 217^2 + 29^2 =218,9 ===> 2,2.10^2
Kloppen mijn stappen?
Erik van Munster reageerde op maandag 7 dec 2020 om 09:23
Begin klopt. Je rekent Fx in het linkerkabel deel goed uit. Maar daarna moet je deze zelfde Fx gebruiken voor het rechterkabeldeel. Je rekent dan (met behulp van de hoek van 80 graden in het rechterdeel) uit hoe groot de spankracht daar is.
Fy heb je bij deze berekening niet nodig.
Op donderdag 23 jul 2020 om 20:09 is de volgende vraag gesteld
Allo Erik,
Ik had een vraag over opgave a. Er staat dat de krachten naar links en naar rechts even groot zijn, omdat het object stil hangt. Maar hoe kan het dan dat de spankracht aan beide kanten anders is?
Alvast bedankt
Op donderdag 23 jul 2020 om 20:45 is de volgende reactie gegeven
En waarom is de horizontale spankracht wel hetzelfde maar de verticale niet?
Erik van Munster reageerde op donderdag 23 jul 2020 om 20:46
Omdat de richtingen van de spankrachten naar linksboven en naar rechtsboven niet hetzelfde zijn. In het plaatje kun je zien dat de spankracht naar linksboven ietsje steiler loopt dan die naar rechtsboven.
De horizontale componenten van beide spankrachten heffen elkaar precies op maar de spankrachten zelf zijn niet precies even groot.
Erik van Munster reageerde op donderdag 23 jul 2020 om 20:50
En je tweede vraag: Omdat er verticaal óók nog de zwaartekracht van de lamp is waar je rekening mee moet houden. In verticale richtingen heffen alle krachten elkaar ook op maar zijn beide verticale componenten van de spankracht naar boven gericht en is de zwaartekracht naar beneden gericht. Het is verticaal dus niet zo dat ze elkaar opheffen maar dat ze samen de zwaartekracht moeten opheffen. Een andere situatie dan horizontaal dus.
Op donderdag 23 jul 2020 om 21:08 is de volgende reactie gegeven
Helemaal duidelijk!
Bedankt voor de snelle reactie in de zomervakantie nota bene!!
Op woensdag 21 mrt 2018 om 11:29 is de volgende vraag gesteld
Hoi Erik
Ik vroeg me af waarom de horizontale component gezien van 60 graden de overstaande hoek is en waarom de aanliggende zijde gezien van 60 graden de verticale component is.
Erik van Munster reageerde op woensdag 21 mrt 2018 om 15:21
(Dit heeft eigenlijk meer met wiskunde te maken dan natuurkunde).
Ik stel het mezelf altijd als volgt voor: Stel dat je zelf in de hoek van 60 graden zit en van daaruit de driehoek in kijkt. De zijde die je dan recht tegenover je ziet is de overstaande zijde. De zijde die vastzit aan de hoek van 60 graden is de aanliggende zijde.
In dit geval kijk je tegen de horizontale component aan dus dit is de overstaande zijde. De verticale component is dan de aanliggende zijde.
Op dinsdag 7 nov 2017 om 19:48 is de volgende vraag gesteld
Zou u misschien iets uitgebreider uit kunnen leggen hoe je bij de aanname moet komen dat de horizontale componenten gelijk zijn?
Erik van Munster reageerde op dinsdag 7 nov 2017 om 19:59
Ja hoor: De lamp hangt stil. Dit betekent dat de totale kracht op de lamp 0 N is. Hierdoor weet je dat als er een kracht werkt dat deze kracht gecompenseerd moet worden door een andere kracht in een tegenovergestelde richting.
Dit geldt ziwel horizontaal als verticaal. Daarom weet je dat alle horizontale componenten elkaar opheffen.
Hoop dat dit het iets duidelijker maakt
Op dinsdag 7 nov 2017 om 20:00 is de volgende reactie gegeven
Ik snap het, bedankt!
Op zondag 26 feb 2017 om 12:08 is de volgende vraag gesteld
Ik begrijp dat de resulterende kracht die op de lamp werkt nul moet zijn, aangezien de lamp stil hangt. Maar waarom komt die resulterende kracht voort uit alleen de horizontale componenten van beide kabels? Hoe ziet die resulterende kracht er dan uit? Waarom zijn het alleen de horizontale componenten van de spankabels die op de lamp werken en niet de verticale krachten?
Erik van Munster reageerde op zondag 26 feb 2017 om 14:23
De resulterende kracht op de lamp moet nul zijn. Dit betekent dat zowél alle horizontale componenten, áls alle verticale componenten bij elkaar nul moeten zijn. Alleen als ze allebei nul zijn is de resulterende kracht ook nul.
Bij vraag b kijken we alleen naar de horizontale componenten. Bij vraag c kijken we alleen naar de verticale componenten. Voor beide geldt dat ze nul zijn.
Op zaterdag 3 dec 2016 om 21:33 is de volgende vraag gesteld
Bij opdracht C kun je toch ook de stelling van Pythagoras gebruiken?
Erik van Munster reageerde op zaterdag 3 dec 2016 om 22:22
Ja, dat klopt. De horizontale componenten heb je bij vraag b al berekend. Je kunt hier dus inderdaad ook de stelling van Pythagoras gebruiken.
Op dinsdag 26 apr 2016 om 16:24 is de volgende vraag gesteld
Waarom wordt er bij vraag b gerekend met 60 graden? Dat zou toch 30 graden moeten zijn?
Erik van Munster reageerde op dinsdag 26 apr 2016 om 16:44
Met de hoek van 30 graden rekenen kan ook alleen is de horizontale component van de spankracht de aanliggende, en niet de overstaande zijde.
Je krijgt dan cos 30 = Fhorizontaal / Fspan
en dit heeft dezelfde uitkomst (sin 60 is namelijk hetzelfde als cos 30)
Het maakt dus niet zoveel uit welke hoek je kiest als je maar goed in de gaten houdt of je de aanliggende zijde of de overstaande zijde nodig hebt.