De stroboscoop stond ingesteld op 10 flitsen per seconde. Dit betekent dat er steeds een tijd van 1/10 = 0,10 s tussen de beeldjes zat.
Opgave b
Zie afbeelding hieronder. Op de foto zijn na de eerste flits nog negen beeldjes van de bal te zien. Als de eerste flits precies samenviel met het begin van de foto en de laatste flits nog nét op de foto is gekomen heeft de foto dus 9·0,10 = 0,90 s geduurd.
(De begin en eindtijd zullen in de praktijk nooit precies samenvallen met een flits. De foto zal dus 0,099999 s eerder begonnen kunnen zijn en 0,0999999s later geeindigd zijn. De belichtingstijd ligt dus ergens tussen de 0,90 en 1,1 s.)
Opgave c
De hoogste snelheid heeft de bal aan de linkerkant van de foto. Hier liggen de beeldjes namelijk het verst uit elkaar. Bij de foto staat geen schaal, maar in de opgave staat wel dat de bal een diameter van 12 cm had. Hiermee kunnen we door opmeten van de afstanden in de foto bepalen hoe groot de afstand is tussen de positie op t0 en op t1. Deze afstand blijkt 1,8 keer zo groot te zijn als de diameter van de bal. Dit betekent dat in 0,1 s een afstand wordt afgelegd van 1,8 · 12 = 21,6 cm. Voor de snelheid vinden we dan
v = afstand/tijd = 0,216 m / 0,10 s = 2,16 ms-1
Afgerond is dit 2,2 ms-1.
Opgave d
Het beeldje op t9 is verschoven ten opzichte van het beeldje op t8. Dit betekent dat in de 0,10 s vóór voor t9 de bal nog snelheid had. Het zou kunnen dat de bal deze snelheid aan het begin van het tijdinterval tussen t8 en t9 had en dat de bal op t9 stil ligt. Maar het kan ook zo zijn dat de bal op t9 nog beweegt. Op basis van alleen deze foto is dit niet te zeggen. Lea heeft dus gelijk.
Vraag over opgave "Stroboscoop"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.
Eerder gestelde vragen | Stroboscoop
Op zondag 13 feb 2022 om 11:14 is de volgende vraag gesteld bij 1c hoe weet je dat het 1.8x zo groot is?
Erik van Munster reageerde op zondag 13 feb 2022 om 11:26 Door op te meten in het plaatje:
Als je de diameter van de bal opmeet (bv met je geodriehoek) en de afstand tussen t0 en t1 opmeet dan vind je dat de afstand tussen t0 en t1 1,8 keer zo groot is als de diameter van de bal.
Op vrijdag 29 nov 2019 om 17:31 is de volgende vraag gesteld Dag meneer
waarom is het antwoord bij opgave c in ms-1 en niet alleen in ms.
Erik van Munster reageerde op vrijdag 29 nov 2019 om 21:03 ms-1 is een andere manier om m/s te schrijven (meter per seconde). Vandaar.
(Tot de macht -1 betekent namelijk dat het onder de deelstreep komt)
Op dinsdag 28 nov 2017 om 12:27 is de volgende vraag gesteld Bij C, vermenvuldig je 1,8 met de diameter 12 cm. Waarom gebruik je dan eigenlijk de diameter?
Erik van Munster reageerde op dinsdag 28 nov 2017 om 13:28 De diameter van de bal gebruiken we alleen omdat we de schaal van de foto niet weten. Als je in het plaatje de afstand tussen de eerste twee beeldjes opmeet en de diameter van de bal vind je (als het goed is) dat de afstand 1,8 keer zo groot is als de diameter van de bal. Ik weet niet of je een uitgeprinte versie van de opgaven gebruikt, maar zo ja: Meet het maar op.
Als je weet dat iets 1,8 keer zo groot is als 12 cm is de grootte 1,8 x12 cm. Vandaar...
Op woensdag 26 apr 2017 om 11:02 is de volgende vraag gesteld Wanneer ik de afstanden op meet tussen t0 en t1 is de afstand bij mij 2,3 cm. Dit vermenigvuldigd maal 12 is een afstand van 27,6 cm tussen de twee beeldjes in, echter staat hierboven 21,6.
Na een stukje verder gerekend te hebben, deelde ik die 2,3 cm door 1,3 cm (de diameter in schaal van de bal). Hierbij kom je afgerond inderdaad op een vergroting van 1,8 uit ten opzichte van de diameter van de bal. 1,8 maal 12 is dan 21,6 cm. En als je hiermee door rekent kom ik inderdaad op 2,16 ms-1 uit. Maar hoezo zou je niet door kunnen rekenen met de cm's die er al staan? Waarmee je dus op 27,6 cm uitkomt. Is hier een ezel-bruggetje voor om te onthouden? Alvast bedankt voor uw hulp! En ook bedankt voor de hulpvolle site!
Erik van Munster reageerde op woensdag 26 apr 2017 om 11:56 Is prima hoor. Je komt ook op het zelfde antwoord uit. De schaal is voor iedereen anders vandaar dat de getallen kunnen verschillen. Sommigen printen de opgave groot uit anderen klein en sommigen meten vanaf het scherm.
Jij vermenigvuldigt eerst met 12 cm en deelt daarna door 1,3. Voor jou is de schaal dus kennelijk 12 cm / 1,3 cm = 9,2. Jouw plaatje is dus 9,2 keer zo klein als de werkelijkheid. Als je de afstand tussen de twee beeldjes die jij meet maal 9,2 doet kom je inderdaad netjes op 2,3 cm * 9,2 = 21,2 cm.
Er is niet echt een ezelsbruggejte voor. Het belangrijkst om te onthouden is dat je op zoek gaat naar "hoeveel keer groter of kleiner" het plaatje in werkelijkheid is.