Sommige vloeistoffen zetten meer uit bij temperatuurstijging dan andere. Hoe groter de uitzettingcoefficient van de gebruikte vloeistof hoe gevoeliger de thermometer.
(Daarnaast moet de uitzettingscoefficient ook redelijk constant zijn over een bepaald temperatuur gebied en moet ook het kook- en smeltpunt van de gebruikte vloeistof geschikt zijn).
De toename in volume bij temperatuurstijging hangt af van het beginvolume. Een zo groot mogelijk beginvolume geeft de grootste verandering in het volume als de temperatuur stijgt. Voor een grote gevoeligheid moet het vloeistof in het reservoir dus zo groot mogelijk zijn.
(Nadeel van een groot reservoir is dat het langer duurt voordat de themometer de temperatuur van de omgeving heeft aangenomen)
De kolom van een vloeisofthermometer heeft de vorm van een lange dunne cylinder. Voor een gevoelige thermometer moet een kleine verandering in volume leiden tot een zo groot mogelijke verandering in vloeistofhoogtehoogte. Voor het volume van een cilinder geldt
Voor een zo groot mogelijk Δh bij een bepaalde ΔV moet de straal en dus ook de diameter van de kolom zo klein mogelijk zijn.
Eerder gestelde vragen | Thermometer
Op zondag 18 sep 2022 om 09:57 is de volgende vraag gesteld
Hoi!
Als ik het goed begrijp bij B kiezen we dus voor een zo groot mogelijke volume, wat weer betekent dat we meer vloeistof hebben, dus een grotere vloeistofhoogte. Of denk ik te simpel?
Erik van Munster reageerde op zondag 18 sep 2022 om 10:13
Klopt, een groter vloeistofvolume kun je krijgen door de er meer in te doen en dan stijgt de vleoistofhoogte.
Maar het totale volume kan ook groter gemaakt worden met het resevoir dat onderin zit. Als je een groter reservoir neemt neemt het volume ook toe.