.
.
-verval. Een kern vervalt op één van beide manieren. Toeval bepaalt welke manier. In een hoeveelheid
.
Xe niet te vinden. De blauwe achtergrond geeft aan dat van deze atoomsoort niet alle isotopen in BINAS staan. Het is dus niet zo dat de isotoop
Xe vervalt. We moeten hier dus op een andere manier achter komen.
Te ontstaan. Deze stof staat niet in BINAS en bij de isotopen van Tellurium staat geen blauwe achtergrond.
Xe kan dus niet via α-verval vervallen.
Cs ontstaan. Deze stof staat wél in BINAS.
I) niet bestaat. Enige mogelijkheid is dus β
verval. De vervalreactie is dus
.
(Of er ook gammastraling bij de reactie vrijkomt kunnen we op deze manier niet weten)
Eerder gestelde vragen | Vervalvergelijking
Op donderdag 13 jan 2022 om 15:04 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik, ik snap niet helemaal waarom bij b) gamma en alfa verval in 1 reactie samen gaan en waarom bij c) opeens alfa en beta verval in aparte reacties gaan. Hoe weet ik wanneer ze wel of niet in 1x samen gaan?
Mvg
Erik van Munster reageerde op donderdag 13 jan 2022 om 15:12
Wat je nu schrijft is precies hoe het werkt:
* Gammaverval gaat altijd tegelijkertijd met andere vervalsoorten
* Bij andere vervalsoorten is er per kern altijd maar één ervan die plaatsvindt.
Dat is het enige wat je moet onthouden hierover.
Reinier Aarnink vroeg op maandag 11 nov 2019 om 15:50
Beste Erik,
Bij vraag b: 90 protonen en 2 (deeltjes)protonen zijn onbekend, maar hoe weet je dan dat het niet Pa is (daar staat ook massagetal 234) i.p.v. Th?
Erik van Munster reageerde op maandag 11 nov 2019 om 16:07
Welke stof iets is wordt alléén bepaald door het ladingsgetal en niet door het massagetal. Ladingsgetal 90 is dus altijd Thorium (Th). Als het Palladium (Pa) zou zijn zou het ladingsgetal 91 moeten zijn.
Reinier Aarnink reageerde op maandag 11 nov 2019 om 16:18
Oke bedankt. Hoe weet ik 90 protonen en 2 protonen als ik alleen 92 protonen heb?
Erik van Munster reageerde op maandag 11 nov 2019 om 16:49
Dat weet je omdat je weet dat het alfastraling is. Een alfadeeltje heeft ladingsgetal 2 en dat betekent dat er dan dus 2 protonen uit de kern weggaan. Zo kom je dus op 92 - 2 = 90.
Laura de Reu vroeg op maandag 4 mrt 2019 om 18:34
Hallo meneer ik had nog een vraagje over: in mijn boek 'systematische natuurkunde' wordt het gammaverval niet altijd meegenomen in de vervalreactie zoals bij Lood-212. In binas staat dit er wel bij waardoor ik in de war raak.. wanneer moet het gammadeeltje er nou wel staan en wanneer niet? Alvast bedankt! Laura
Erik van Munster reageerde op dinsdag 5 mrt 2019 om 10:02
Als er in BINAS staat dat er óók een gammadeeltje ontstaat dan zou ik het er altijd bijzetten in de vervalvergelijking.
Soms wordt dit voor het gemak niet gedaan omdat je soms alleen geinteresseerd bent in de massa en de lading en dan maakt gamma niks uit. Maar ik zou het er wel altijd bijzetten voor deze zekerheid...
Laura de Reu reageerde op donderdag 7 mrt 2019 om 16:37
Oke duidelijk! Bedankt!
Op vrijdag 6 jul 2018 om 14:27 is de volgende vraag gesteld
Hallo meneer,
Om welke reden schrijft u ook het foton (gammadeeltje) op bij b). In tabel 25 wordt inderdaad gegeven dat het kan vervallen als alfa verval zowel als gamma verval. Alleen kan er toch altijd maar een van beiden? Ik weet dat er altijd energie vrijkomt bij het vervallen van isotopen maar dat schrijven we normaliter niet op dacht ik.
Erg veel dank voor uw duidelijke website met uw uitgebreide uitleg en opdrachten!!!
Groet,
Jesse
Erik van Munster reageerde op vrijdag 6 jul 2018 om 14:55
Normaal gesproken kan inderdaad altijd maar één van de verschillende mogelijke vervalsoorten. Als je bv een stof hebt die via alfa- of via betaverval kan vervallen dan treedt altijd maar één van beiden op.
Maar, de uitzondering hierbij is gammaverval. Dit treedt altijd op tegelijk met een andere vervalsoort. Dit is bv wat er bij opgave b gebeurt. Het maakt voor de isotoop die ontstaat als vervalproduct verder niet uit maar er wordt wél altijd een gammadeeltje uitgezonden als dit in BINAS erbij staat.
(Blij te horen dat je wat aan natuurkundeuitgelegd hebt!)
Op maandag 11 jun 2018 om 16:36 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,
Ik snap eigenlijk niet hoe je zou moeten weten dat bijvoorbeeld symbool ''Tl'' staat voor de stof ''Thallium''. Is er een tabel in BiNaS waaruit je de naam kunt afleiden?
Erik van Munster reageerde op maandag 11 jun 2018 om 16:43
Welke naam bij welk atoomnummer en welke afkorting hoort kun je vinden in tabel 99 (bijna) helemaal achterin. Maar je kunt ook kijken in tabel 40A. Hier staan alle elementen op alfabet met naam, atoomnummer en afkorting.
Op vrijdag 13 apr 2018 om 18:05 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,
Bij vraag b, moet je dan ook nog de vervolg vervalvergelijking van Th opschrijven? Zolang doorgaan tot je bij een stabiel isotoop bent aangekomen dus?
Alvast bedankt,
Op vrijdag 13 apr 2018 om 18:10 is de volgende reactie gegeven
En bij mij hebben de isotopen van Tellurium wel een blauwe achtergrond in de binas (vraag d), zou a verval dan ook kunnen?
Erik van Munster reageerde op vrijdag 13 apr 2018 om 22:08
Voor je eerste vraag: Als gevraagd wordt naar een vervalREACTIE schrijf je alleen de eerste reactie op. Als gevraagd wordt naar een vervalREEKS ga je door tot je op iets stabiels uitkomt.Bij vraag b hoef je dus alleen de reactie tot thorium op te schrijven.
Voor je tweede vraag: In de nieuwste druk van BINAS is Tellurium inderdaad wél blauw dit betekent inderdaad dat je op grond van BINAS alfa-verval niet kunt uitsluiten.
Op zaterdag 14 apr 2018 om 11:07 is de volgende reactie gegeven
Oké duidelijk, dankje!
Op zondag 26 nov 2017 om 20:26 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,
Hoe kan ik uit de Isotopen tabel opmaken dat bijvoorbeeld wanneer koolstof-14 vervalt in stikstof-14 en de vergelijking 14 6 C → 14 7 N + 0-1 β is? of dat Uranium-238 vervalt in thorium-234 en de vergelijking 238 92 U → 234 90 Th + 42 α + 00γ.
Alvast bedankt
Erik van Munster reageerde op maandag 27 nov 2017 om 08:47
In de laatste kolom van BINAS tabel 25 zie je of het α-,β-verval of een andere vervalsoort is. De stof die er dan ontstaat weet je pas als je de reactievergelijking uitschrijft en zorgt dat het massagetal en ladingsgetal links en rechts gelijk zijn. (Zoals in deze opgave).