De drie weerstanden van 10 Ω, 20 Ω en 30 Ω staan parallel aan elkaar. De vervangingsweerstand van deze drie weerstanden is
Deze weerstand staat in serie met de weerstand van 40 Ω. Omdat ze in serie staan kunnen de weerstanden bij elkaar opgeteld worden. Totale weerstand van de onderste tak is dan 5,4545 Ω + 40 Ω = 45,4545 Ω. Deze weerstand staat parallel met de weerstand van 50 Ω. De totale vervangingsweerstand wordt dan
= 23,8095 Ω. Afgerond 24 Ω.
Eerder gestelde vragen | Vervangingsweerstand
Op zaterdag 30 dec 2023 om 15:07 is de volgende vraag gesteld
Goedemiddag. Ik doe de natuurkunde als hobby. Van oefening 13 heb ik een breadboard opstelling gemaakt. Ik zet 2 maal 220 ohm weerstanden in serie en als experiment maak ik een parallelle weerstand van 100 ohm. De gemeten vervangingsweerstand is ong. 82 ohm en klopt met de formule. Als ik de parallelle weerstand naar nul breng ( 1 delen door bijna nul) dan meet ik praktisch nul ohm. Voor de limiet gaat naar oneindig (delen door nul) is de vervangingsweerstand nul. (in de limiet) Klopt dat??
En gelukkig nieuwjaar.
Erik van Munster reageerde op zaterdag 30 dec 2023 om 17:30
Ja, klopt. Als 1 van de paralelle weerstanden 0 Ω is, is de totale weerstand ook 0 Ω. Stroom kan dan namelijk weerstandsloos door díe tak lopen.
(Ook fijn 2024:)
Op maandag 24 apr 2017 om 15:37 is de volgende vraag gesteld
Waarom moet je nadat je 10, 20 en 30 gedeeld hebt door 1 het geheel nog een keer delen door 1? Alvast heel erg bedankt
Erik van Munster reageerde op maandag 24 apr 2017 om 16:03
Dit volgt uit de formule. De formule voor de vervangingsweerstand van weerstanden die parallel staan is:
R = 1 / (1/R1 + 1/R2 + 1/R3)
Als je dit invult krijg je
R = 1 / (1/10 + 1/20 + 1/30)
R = 1 / (0,1 + 0,05 + 0,03333)
R = 1 / 0,1833333
R = 5,4545 Ω
Op maandag 24 apr 2017 om 16:05 is de volgende reactie gegeven
Dankuwel voor u reactie