Voor de grootte van de zwaartekracht op een voorwerp geldt
Fz = m·g
Met m de massa in kg en g de valversnelling in ms-2. Invullen van m = 0,500 kg en g = 9,81 ms-2 geeft Fz = 4,905 N. Afgerond op drie cijfers is dit 4,91 N.
Opgave b
Dat de helium ballon zweeft betekent dat er behalve zwaartekracht ook nog andere krachten op de ballon werken. De vraag is hier echter de zwaartekracht en die blijft altijd hetzelfde of de ballon nou zweeft of niet. We vullen in m = 0,0045 kg (=4,5 g) en g = 9,81 ms-2 en vinden Fz = 0,044145 N. Afgerond 4,4·10-2 N.
Opgave c
Voor het vliegtuig geldt ook dat er behalve zwaartekracht ook nog allerlei andere krachten op het vliegtuig werken bij het maken van een looping. De vraag is hier echter de zwaartekracht en die blijft altijd hetzelfde. De massa is 3,5 ton. In BINAS tabel 5 staat dat een massa van een ton gelijk is aan 103 kg. We vullen in m = 3,5·103 kg en g = 9,81 ms-2 en vinden Fz = 34335 N. Afgerond 3,4·104 N.
Opgave d
Op de maan is de waarde van g anders. In BINAS tabel 31 vinden we dat g op de maan 1,62 ms-2 is. Invullen van m = 95 kg en g = 1,62 geeft Fz = 153,9 N. Afgerond 1,5·102 N.
Vraag over opgave "Zwaartekracht"?
Hou mijn naam verborgen voor andere bezoekers
Sorry
: (
Als je een vraag wil stellen moet je eerst inloggen.
Eerder gestelde vragen | Zwaartekracht
Over "Zwaartekracht" zijn nog geen vragen gesteld.