Inloggen

Elektrische lading

Elektrische lading is datgene wat er door een draad getransporteerd wordt als er stroom loopt. In deze videoles wordt uitgelegd wat elektrische lading nou precies is, wat de eenheid van lading is (Coulomb of C) en dat het veroorzaakt wordt door een overschot of tekort aan geladen deeltjes (ook wel ladingsdragers): protonen, elektronen of ionen.
FAQ
20 4201
0:00 Start
0:21 Protonen en elektronen
0:35 Aantrekken/afstoten
0:50 Elektrische lading
1:25 Lading van voorwerpen
2:12 Elektronenoverschot of -tekort
2:31 Eenheid Coulomb
2:50 Elementair ladingsquantum
3:31 Wet van Coulomb
4:15 Samenvatting

Moet ik dit kennen?

De stof in videoles "Elektrische lading" hoort bij:

HAVO:       geen examenstof
VWO: : Centraal examen 2025 (CE)


Test jezelf - "Elektrische lading"

Maak onderstaande meerkeuzevragen, klik op 'nakijken' en je weet meteen de uitslag. Als je één of meer vragen fout hebt moet je de videoles nog maar eens bekijken.
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3
Wat is de kleinst mogelijke positieve lading die iets kan hebben?

In een metaal zijn de … verantwoordelijk voor de geleiding

De kracht waarmee een positief en een negatief geladen voorwerp elkaar aantrekken hangt af van de lading van de voorwerpen en de …

1,602·10-19 C
oneindig klein
1,0 C
ionen
atomen
elektronen
afstand
massa
grootte


Extra oefenmateriaal?

Oefenopgaven over het onderdeel elektrische & magnetische velden vind je in:
FotonElektromagnetismeVWO.pdf

Examenopgaven

Recente examenopgaven waarin "Elektrische lading" een rol speelt (havo/vwo):
Kitmarker (h),

Vraag over videoles "Elektrische lading"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Elektrische lading

Zainab Al-Ankoushi vroeg op vrijdag 20 sep 2024 om 22:04
Hoi meneer, ik ben een leerling uit vwo 6 en ik loop heel erg vast met het maken van het verslag over elektromagnetische velden en dan vooral de theorie vind ik lastig. Kan ik misschien een foto/bijlage sturen van wat de opdracht is en misschien kunt u mij dan beter helpen.

Erik van Munster reageerde op vrijdag 20 sep 2024 om 22:29
Ja hoor. Je kunt mijn mailadres vinden onder “contact” (bovenin). Zet er wel even bij waar je precies mee vastloopt dan kan ik je misschien op weg helpen.


Bekijk alle vragen (20)



Op zaterdag 20 apr 2019 om 12:46 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik, in een opdracht wil men elektronen laten bewegen tussen twee geleidende (gebogen) platen. De vraag is welke plaat de hoogste potentiaal moet hebben. In het antwoord staat dat elektronen bewegen in de richting van de stijgende potentiaal. Heeft dit te maken met de stroom? Alvast bedankt!

Erik van Munster reageerde op zaterdag 20 apr 2019 om 16:28
Nee, het heeft te maken met het teken van de lading: Hoge potentiaal (spanning) betekent de pluspool. Elektronen zijn negatief geladen en worden aangetrokken door de pluspool (en afgestoten door de minpool).

Op zaterdag 20 apr 2019 om 17:07 is de volgende reactie gegeven
Bedankt! Maar hoezo betekent hoge spanning de pluspool?

Erik van Munster reageerde op zaterdag 20 apr 2019 om 18:04
Als je bijvoorbeeld aan een 9V-batterij denkt met een pluspool en een minpool. De pluspool is dan +9 V en de minpool 0V. De pluspool heeft altijd een hogere spanning dan de minpool. Het spanningsverschil tussen de twee polen is wat we de “spanning van een batterij” noemen.


Op vrijdag 12 okt 2018 om 21:41 is de volgende vraag gesteld
Ik begrijp niet precies hoe de bouw van een atoom werkt

Erik van Munster reageerde op vrijdag 12 okt 2018 om 22:27
Dan kun je het beste even kijken bij de videoles over “atoomkernen & isotopen”. Staat onder het kopje ioniserende straling.


Op maandag 10 sep 2018 om 16:32 is de volgende vraag gesteld
Ik bekijk de videolessen en werk de opdrachten van syst. natuurkunde door. Daar ben ik nu aangeland bij 5 hoofdstuk 6 paragraaf 2.opgave 10. Ik ga er van uit dat je die hebt en dat ik ook hierover vragen mag stellen. Als (een van) beide is/zijn, laat mij dit dan s.v.p. weten.
Bij 10 a. wil ik voor het ion bij A F el (met richtingstreepje) berekenen. Ik heb q, maar hoe bereken ik de veldsterkte bij A? F elA toch iets anders dan U AB ?

Erik van Munster reageerde op maandag 10 sep 2018 om 19:39
Dag Kees,

Klopt het dat je met de oude editie van Systematische Natuurkunde werkt? Zo ja, hou er wel rekening mee dat deze niet 100% het nieuwe examenprogramma volgt en dat er onderwerpen in staan die je nu niet meer hoeft te kennen en andersom.

Over je vraag: Deze vraag gaat over de energie. Hiervoor hoef je de kracht niet te berekenen. Het verschil in elektrische energie tussen A en B kun je halen uit het spanningsverschil tussen de platen: Met U=q*Eel kun je berekenen met welk energieverschil dit overeenkomt. Veldsterkte heb je hier dus niet nodig en Fel is inderdaad wat anders dan U AB.


Op zondag 9 sep 2018 om 20:51 is de volgende vraag gesteld
Dank je, ik heb hem, denk ik. Zeg ik het zo goed? De veldsterkte in een homogeen veld s de constante, de kracht op het deeltje(hier: ion) wordt bepaald door een tekort aan elektronen. Q = lading e/F = 4.8^-19
4,8 : 1.6 = 3

Erik van Munster reageerde op zondag 9 sep 2018 om 21:06
De formule voor veldsterkte is E=F/q. Als je de lading wil weten doe je dus

q=F/E

Je komt dan inderdaad op 4,8*10^-19 C als lading en 3 elektronen. Je moet wel even letten op de symbolen. Veldsterkte is E (hoofdletter). En voor de lading wordt meestal q (kleine letter) gebruikt.


Op zondag 9 sep 2018 om 12:10 is de volgende vraag gesteld
Ik kom niet uit "Systematische Natuurkunde VW) 5 " hoofdstuk 6, opgave 5d: Homogeen elektrisch veld van een plaatcondensator, in positie C tussen de platen is er een ion dat een kracht naar rechts ( = naar - ) ondervindt van 1,92 10 tot -15e. Vraag: hoe groot is de lading van dit ion, uitgedrukt in een aantal elektronen. Ik probeer dit te berekenen toot de kracht te delen door de lading van 1 elektron (1,602.10 tot de -19e C. Maar dat is blijkbaar een verkeerder benadering, want deze leidt niet tot het juiste antwoord ( = 3 elektronen).

Eerdere info in de opdracht : in positie A is een deeltje met een lading van +6,0pC, waarop een kracht werkt van24nN.
De veldsterkte in A is 4.10 tot de 3e N/C

Erik van Munster reageerde op zondag 9 sep 2018 om 19:19
Ik zal je een beetje op weg helpen:

In de opgave staat dat het een homogeen elektrisch veld is. Dit betekent dat de veldsterkte (E) overal even groot is tussen de platen. Als je de veldsterkte op plaats A weet, weet je dus ook de veldsterkte op plaats C. Met de formule voor veldsterkte E= F/q kun je dan de lading (q) uitrekenen. Je weet namelijk de kracht (F) en de veldsterkte (E).

Als je de lading in punt C eenmaal weet is het niet zo moeilijk meer om uit te rekenen hoeveel elektronen dit zijn. De lading van één elektron is inderdaad 1,602*10^-19...

Hoop dat je hier iets verder mee komt...


Op vrijdag 17 aug 2018 om 08:24 is de volgende vraag gesteld
Dag Erik,
Hoe zit het met de bandgenerator : gaan dan alleen de elektronen zich verplaatsen ?

En bij 2 metalen bollen : gaat dan de stroom(positief) van + naar - en de elektronen van - naar + ?

Erik van Munster reageerde op vrijdag 17 aug 2018 om 08:50
Inderdaad: in beide gevallen zijn het elektronen die zich verplaatsen en daarmee voor stroom (ladingstransport) zorgen.

In de metalen bollen worden de elektronen afgestoten door de -bol en aangetrokken door de +bol. Ze bewegen dus inderdaad van - naar +.

De stroom gaat dan van + naar - vanwege de negatieve lading van het elektron.

Op zondag 19 aug 2018 om 04:51 is de volgende reactie gegeven
Dus elektronen (-) bewegen uit zichzelf. Stroom (+) enkel alleen beweging vanwege de - lading. Ondanks dat protonen meer massa hebben ?

Erik van Munster reageerde op zondag 19 aug 2018 om 10:39
De elektronen worden aangetrokken door de +bol en afgestoten door de -bol. Dat is de reden dat ze bewegen. Protonen worden óók aangetrokken (aangetrokken door de -bol en afgestoten door de +bol) alleen zitten protonen 'vast' in het materiaal waar ze in zitten. Ze hebben inderdaad ook (véél meer) massa dan de elektronen maar dat is dus niet de reden dat ze niet 'stromen'.

De reden dat het elektronen zijn die voor stroom zorgen is dat ze lading hebben én dat ze bijvoorbeeld binnen een metaal vrij kunnen bewegen.

Op dinsdag 21 aug 2018 om 10:03 is de volgende reactie gegeven
Okay, helder.Thnx. Vandaar de stelling dat stroom in feite van - naar + gaat. Maar omdat de elektriciteits wetten nog altijd gebaseerd zijn op de foute stelling dat de stroom van + naar - stroomt blijven we dat nog steeds gebruiken.

Erik van Munster reageerde op dinsdag 21 aug 2018 om 11:36
Klopt helemaal. En dat het zo onlogisch is komt omdat pas later, nádat waa afgesproken dat stroom van + naar - loopt, elektronen werden ontdekt. Pas toen werd duudelijk dat het negatieve lading waa die zich verplaatst.


Op maandag 30 jul 2018 om 16:00 is de volgende vraag gesteld
Beste meneer Erik,

Als we een magneet voor een auto neerzetten, heeft die magneet invloed op de auto of juist niet? of is dat afhankelijk van het soort magneet?

Alvast bedankt,

Aya

Erik van Munster reageerde op maandag 30 jul 2018 om 18:11
Dag Aya,
Zeker heeft die magneet invloed op de auto. Het ijzer in de auto zal reageren op de magneet en zelf tijdelijk (zolang de magneet er is) magnetisch worden zodat de ijzeren gedeeltjes van de auto en de magneet elkaar aantrekken. Dit heet influentie en zorgt ervoor dat alle ijzeren voorwerpen door een magneet worden aangetrokken.

[hoort eigenlijk bij de videoles "magnetisme"]


Op zaterdag 20 jan 2018 om 12:47 is de volgende vraag gesteld
Hoi, ik heb een vraag over een opdracht uit mijn boek.
Begin stukjes tekst: Tussen twee gelanden platen bevinden zich drie ionen. In punt A en punt B bevindt zich een Na+ ion en in punt C een Pb2+ ion. Het Na+ ion in punt A ondervindt een elektrische kracht van 8,0*10^-16 Newton.
Bijbehorende vraag (c): Is de versnelling die het Pb2+ ion in punt C ondervindt groter dan, kleiner dan of gelijk aan de versnelling van het Na+ ion in punt A?

De plek waar de drie punten zijn maakt niet uit want het gaat om een condenstator, dus is er een homogeen elektrisch veld en daarom is de kracht overal gelijk.

In het antwoordenboek staat dat de versnelling van Pb2+ kleiner is, omdat de massa van het lood-ion is meer dan twee keer zo groot als de massa van het Na+-ion. En de lading van het Pb2+ -ion is twee keer zo groot, dus de elektrische kracht is 2,0 keer zo groot.

Maar ik snap niet waarom hij dan kleiner is?

Alvast bedankt v

Op zaterdag 20 jan 2018 om 12:47 is de volgende reactie gegeven
Alvast bedankt voor de moeite!

Erik van Munster reageerde op zaterdag 20 jan 2018 om 22:56
De versnelling die iets ondervindt hangt af van de kracht (F) én de massa (m). Hiervoor geldt de 2e wet van Newton (F=m*a). Voor de versnelling geldt dus

a = F/m

Bij het Pb2+ ion is de kracht vanwege de lading twee keer zo groot. Als het alleen van de kracht af zou hangen zou de versnelling van Pb2+ dus twee keer zo groot zijn. Maar zoals je aan de formule ziet hangt de versnelling ook van de massa af en hoe groter de massa hoe KLEINER de versnelling. Als Pb2+ twee keer zo zwaar zou zijn zou de grotere massa de grotere kracht precies compenseren. Dat is hiet niet zo: Pb2+ is namelijk méér dan twee keer zo groot. De versnelling die Pb2+ ondergaat zal dus kleiner zijn. Vandaar.


Op donderdag 4 jan 2018 om 12:26 is de volgende vraag gesteld
Hoi,
Ik moet voor mijn pww het hoofdstuk elektriciteit leren. Hier komt ook een paragraaf over stroom en spanning voor, kan ik daar ook uitleg over vinden op deze site?

mvg, Maureen Hoeks

Erik van Munster reageerde op donderdag 4 jan 2018 om 12:52
Jazeker. Deze staan onder het kopje "Elektrische Schakelingen". In het overzicht hieronder aan de linkerkant meteen onder "Algemeen".

Succes alvast...


Op donderdag 7 dec 2017 om 16:55 is de volgende vraag gesteld
Bij elektriciteit draait alles om het wegbrengen van energie.
Het transportmiddel waarmee deze energie wordt weggebracht wordt ook wel lading genoemd. Dat zijn de vrije elektronen. Deze lading blijft niet achter in het apparaat dat energie nodig heeft, maar gaat terug naar de energiebron (stopcontact, batterij) om nieuwe energie op te halen. Daarom zitten er in een snoer altijd twee draden, één voor de heengaande lading en één voor de teruggaande lading. De lading stroomt door de snoeren en apparaten. Hoe moet ik dat voor me zien? Hoe zit de energie aan lading vast? Wat wordt precies afgegeven? Zitten er Joules aan Coulombs of zoiets? (Zoals zuurstof aan rode bloedcellen:-))

Erik van Munster reageerde op donderdag 7 dec 2017 om 17:03
Nee, lading is niet een vorm van energie die wordt doorgegeven. Je kunt je het voorstellen als een snelstromende rivier waarin het water een rad van een watermolen laat draaien. De energie die het water doorgeeft aan het waterrad is wat anders dan het water zelf: Er verdwijnt geen water in de watermolen. Het is het bewegen van het water wat waarmee de energie wordt doorgegeven.

Bij elektriciteit gebeurt iets vergelijkbaars. Het is niet de lading zelf die de energie doorgeeft maar de beweging van de lading. Er zit dus geen energie of Joules "vast" aan lading.

Op donderdag 7 dec 2017 om 17:18 is de volgende reactie gegeven
Is het dan de bewegingsenergie van de elektronen die wordt omgezet in een andere vorm van energie?

Erik van Munster reageerde op donderdag 7 dec 2017 om 17:30
Zo zou je je het inderdaad kunnen zien. Alleen heet het "elektrische energie" en geen bewegingsenergie maar je kunt het je wel op die manier voorstellen. Hoeveel elektrische energie wordt omgezet volgt uit het spanningsverschil wat de elektronen doorlopen en de lading van het elektron (E = U*q). (Zie ook de videoles over elektrische spanning)

Op donderdag 7 dec 2017 om 17:41 is de volgende reactie gegeven
Bedankt voor je goede uitleg!

Op zaterdag 9 dec 2017 om 09:37 is de volgende reactie gegeven
Ik heb je videoles gezien. Elektrische energie doet denken aan zwaarte energie. De elektronen bewegen dus van de negatieve pool naar de positieve en verliezen dan hun elektrische energie toch? En die wordt omgezet in andere energie? In een snoer zitten altijd twee draden, voor heengaande lading en terugstromende lading. Maar waarom stroomt de lading terug als het geen elektrische energie meer heeft? Is daar de wisselspanning voor in het stopcontact? Zodat als de elektronen aan de andere kant zitten en de spanning is gewisseld dat ze dan opnieuw elektrische energie hebben? Begrijp ik dat goed of verkeerd? En bij gelijkspanning? Stromen de elektronen dan altijd maar 1 kant op tot ze op zijn en je batterij leeg?

Erik van Munster reageerde op zaterdag 9 dec 2017 om 13:00
Bij het stopcontact stromen de elektronen heen en weer omdat het elektriciteitsbedrijf zelf een wisselspanning op de aansluitingen zet. De elektronen worden hierdoor eerste de ene kant op gestuurd en dan de andere kant en ze verliezen elke keer als ze ergens doorheen stromen hun elektrische energie.

Bij gelijkspanning stromen ze in een schakeling inderdaad maar een kant op, maar eigenlijk lopen ze in een kringetjes. Als ze weer bij de batterij terug zijn lopen ze hierdoorheen en gaan daarna weer de schakeling in. (stroomkring). Ze krijgen in de batterij nieuwe elektrische energie die de batterij levert. Als de energie van de batterij op is kan het deze energie niet meer leveren en stopt ook de stroom.

Op zaterdag 9 dec 2017 om 14:24 is de volgende reactie gegeven
Ik snap het nu.


Op zondag 26 nov 2017 om 14:57 is de volgende vraag gesteld
Dag Erik,

Kort vraagje. Geldt bij deze r ook dat de afstand tussen de twee voorwerpen vanaf de middelpunten gerekend moeten worden? En geldt dat bij alle voorwerpen (ook niet-ronde voorwerpen)? Van andere "voorwerpen" dan planeten staat het natuurlijk niet in Binas, zou die waarde op het tentamen dan gegeven worden? Of is het de bedoeling dat we die zelf berekenen en hoe dan?

Haha, vier dagen voor het tentamen en opeens ga ik aan van alles twijfelen.. :\

Dankjewel alvast!

Op zondag 26 nov 2017 om 15:38 is de volgende reactie gegeven
Oh, ik zie nu in mijn aantekeningen dat het inderdaad de middelpunten moeten zijn, dan vervalt mijn eerste vraag :)

Erik van Munster reageerde op zondag 26 nov 2017 om 16:30
Voor je tweede vraag: r = de afstand tussen middelpunten van de ladingen en meestal zijn de groottes van de geladen voorwerpen zo klein dat je je hier geen zorgen over hoeft te maken.

Maar waar je wel even op moet letten:
Lading is iets wat niet "vast" zit. Als je bijvoorbeeld twee metalen bollen hebt, de ene positief, de ander negatief geladen, dan zal de lading zich verplaatsen naar de naar elkaar toe wijzende kanten van de bollen. Als de bollen dezelfde lading hebben zullen de ladingen elkaar juist afstoten en op van elkaar afwijzende kanten van de bollen zitten.

Succes met je tentamen...

Op zondag 26 nov 2017 om 17:18 is de volgende reactie gegeven
Ah, ik snap het! Bedankt, aan je uitleg en filmpjes zal het zeker niet liggen! :)


Op woensdag 5 jul 2017 om 13:23 is de volgende vraag gesteld
Erik
Zo maar een vraag : De elektriciteit door een draad zijn elektronen. Nu vraag ik mij af , waar zijn de neutronen en protonen gebleven?

Jan

Erik van Munster reageerde op woensdag 5 jul 2017 om 13:29
Dag Jan,

Neutronen en protonen blijven op hun plaats. Ze zitten in de kernen van de metaalatomen waar de draad uit bestaat. Alleen de elektronen verplaatsen zich bij elektrische stroom door een draad.

Groet, Erik


Op dinsdag 17 jan 2017 om 18:55 is de volgende vraag gesteld
Dag Erik, je geeft aan dat dit onderwerp vanaf 2018 bij het VWO centraalexamen hoort. Ik ben aan het studeren voor de Ccvx natuurkunden toets van april 2017, klopt het dat dit niet geen toets onderwerp is?

Gr.

Erik van Munster reageerde op dinsdag 17 jan 2017 om 19:27
Voor het VWO-examen hoort dit onderwerp officieel bij het centraalexamen. In 2017 is er inderdaad een uitzondering en wordt het niet gevraagd op het centraal-examen.

De CCVN-leerstof is gebaseerd op het VWO programma maar is niet helemaal hetzelfde. Bij de CCVX-tentamens wordt deze uitzondering niet gemaakt. Op de website van CCVX kun je de leerstof voor het nieuwe programma zien. Subdomein D2 (Elektrische en magnetische velden) staat hier gewoon bij. Hoort dus wél bij het CCVX-natuurkunde tentamen.


Op maandag 24 okt 2016 om 19:06 is de volgende vraag gesteld
Kan het zijn dat dit filmpje niet werk?

Erik van Munster reageerde op maandag 24 okt 2016 om 19:29
Voor de zekerheid even gecheckt maar met het filmpje is niks mis. Wat wel eens wil helpen is de pagina opnieuw te laden (met F5) en even te wachten tot je het filmpje start.


Op dinsdag 29 mrt 2016 om 11:52 is de volgende vraag gesteld
Een proton en een alfa-deeltje stoten elkaar toch af omdat ze beiden een positieve lading hebben?

Erik van Munster reageerde op dinsdag 29 mrt 2016 om 14:17
Klopt, een proton en een alfadeeltje stoten elkaar af.


Op zondag 11 okt 2015 om 16:28 is de volgende vraag gesteld
Dag,

Het is niet echt een vraag die enkel bij dit onderwerp past, maar hij past ook nergens anders goed bij.

Wat is de standaard regel om een dergelijke formule als F = f * ( (Q1*Q2) / (r2) ) om te schrijven. Ik gebruikte vaak de 3 = 6/2, enkel wordt hij naar mijn idee iets té gecompliceerd om hier toe te passen.

Daar komt ook nog eens bij dat 3 = 6/2 een trucje is en ik het liever goed ken, dan een trucje doe toepassen.

Bij voorbaat dank!

Erik van Munster reageerde op zondag 11 okt 2015 om 17:46
Dag Jimmy,

Trucje 3 = 6/2 is prima voor eenvoudige formules maar inderdaad niet geschikt voor ingewikkelder formules.

De standaardmanier om zo'n formule om te schrijven is om ze het zien als wiskundige vergelijking. In wiskundige vergelijking mag je alles doen zolang je maar aan allebei de de kanten van het =teken hetzelfde doet. Bijvoorbeeld: Beide kanten met iets vermenigvuldigen of beide kanten kwadrateren. Dit moet je dan op zo'n manier doen dat je uiteindelijk eindigt met de formule die je wil hebben.

Bij de oefenopgave van foton (zie menu hierboven) staat in het hoofdstuk 'algemeen' een opgave 'Omschrijven' (opg 20). Hierin gaat het precies hierover en kun je zien hoe het in de praktijk gaat. Ik zou hier even naar kijken. Uitwerkingen staan ook op de site.

Hoop dat je hier iets verder mee komt.


Op maandag 3 mrt 2014 om 20:03 is de volgende vraag gesteld
Hallo ,

Ik heb overmorgen een proefwerk en snap een opdracht uit mijn boek nog niet helemaal. Er staat dat een positief geladen bol met een massa van 100 g een lading heeft van 1,0*10^-6 Coulomb . De vraag luidt als volgt: de massa van een elektron is 9,10939*10^-31 kg bereken de massaverandering van de bol ten gevolge van de lading en bereken hoeveel procent de massa van de bol bij het opladen is veranderd. Het zou echt super zijn als u mij kon helpen met deze opgave ik kom er namelijk echt niet uit.
Alvast bedankt!

Erik van Munster reageerde op maandag 3 mrt 2014 om 21:25
Ik zal je op weg helpen:

De lading van 1 elektron is - 1,602*10^-19 C. Je kunt dus uitrekenen hoeveel elektronen je moet weghalen om op 1,0*10^-6 te komen.

Als je eenmaal weet hoeveel elektronen dit zijn kun je ook de massa van al deze elektronen bij elkaar uitrekenen en dit van 100 g aftrekken.

Waarschijnlijk kom je er op uit dat het verwaarloosbaar is en dat het in de praktijk eigenlijk niks uitmaakt voor de massa.


Op zaterdag 2 feb 2013 om 16:02 is de volgende vraag gesteld
Staat de wet van Coulomb ergens in Binas? Of is dit een formule die je gewoon maar uit je hoofd moet leren?

Erik van Munster reageerde op zaterdag 2 feb 2013 om 17:27
Nee, de wet van Coulomb staat niet in BINAS. Als er een vraag in het examen over gesteld wordt waarbij je de formule van Coulomb nodig hebt zal de formule er dus in de vraag bijgegeven worden. Vreemd genoeg staat de constante die in de formule voorkomt wel in BINAS (tabel 7).

Op maandag 15 apr 2013 om 11:54 is de volgende reactie gegeven
Volgens mij staat de wet van coulomb wel in de binas, in ieder geval bij mij wel. In tabel 35.2 elektrisch veld, staat hij bovenaan, volgens mij is dit dezelfde formule.

Erik van Munster reageerde op maandag 15 apr 2013 om 12:29
Klopt inderdaad: Hij staat wel gewoon in BINAS zie ik. Het is geen examenstof dus in examenopgaves zullen ze de formule er sowieso bijgeven of dus verwijzen naar BINAS. In ieder geval hoef je hem niet uit je hoofd te leren...


Op dinsdag 8 jan 2013 om 21:16 is de volgende vraag gesteld
in mijn boek staat: 'als een stof geleidt zijn er deeltjes die vrij kunnen begwegen, dit kunnen elektronen, positieve ionen en of negatieve ionen zijn'. Hoe kunnen deze deeltjes nou ionen zijn of elektronen, er zitten toch juist elektronen in de ionen(hoewel het een overschot of een tekort moet zijn)?

Erik van Munster reageerde op woensdag 9 jan 2013 om 12:37
Je hebt gelijk: Ook ionen bevatten (meestal) ook elektronen. Met elektronen bedoelen ze LOSSE elektronen die dus niet meer aan een atoom vast zitten.