Op maandag 21 okt 2019 om 15:52 is de volgende vraag gesteld
Hoi Erik,
Is dit een onderwerp dat op een ccvx examen terug kan komen?
Erik van Munster reageerde op maandag 21 okt 2019 om 17:00
Ja dat zou kunnen. Maar niet zonder uitleg in de vraag waarin uitgelegd wordt dat een horizontale worp een combinatie is van een eenparige beweging in de x-richting en een valversnelling in de y-richting.
Je hoeft (net als voor het vwo-examen) dus niet van te voren te weten hoe een horizontale worp werkt maar je moet wel de eenparige beweging en de versnelde beweging wel kennen.
Op vrijdag 12 jan 2018 om 16:27 is de volgende vraag gesteld
Hoe kom je op tval = 0,3778 sec? Je vult toch g = 9,81 in?
Erik van Munster reageerde op vrijdag 12 jan 2018 om 16:53
Klopt, je vult inderdaad g=9,81 m/s^2 in. Ik zal het stapje voor stapje doen:
0,70 = 0,5 * g * t^2
0,70 = 0,5 * 9,81 * t^2
0,70 = 4,905 * t^2
0,70 / 4,905 = t^2
0,14271 = t^2
Om t te weten nemen we aan allebei de kanten de wortel:
t = Wortel (0,142711) = 0,37777 s
[Let op horizontale worp hoorde bij het oude examenprogramma. Het zit niet in het nieuwe examenprogramma en je hoeft het tegenwoordig dus niet meer te kennen]
Op vrijdag 12 jan 2018 om 16:56 is de volgende reactie gegeven
Top! Dankuwel.
Op maandag 3 jul 2017 om 22:05 is de volgende vraag gesteld
Waarom gebruikt u niet de formule a=v/t om de tijd uit te rekenen maar s=0,5*g*t^2 bij de uitwerking vanaf 2:00 minuten.
Erik van Munster reageerde op dinsdag 4 jul 2017 om 10:03
Je zou inderdaad de valtijd ook uit kunnen rekenen met a = v/t maar dan moet je voor v wel de snelheid in de y-richting weten waarmee de knikker op de grond valt. En die weten we hier niet (we weten alleen de snelheid in de x-richting). Vandaar dat we s = 0,5*g*t^2 gebruiken.
Op zondag 30 okt 2016 om 12:08 is de volgende vraag gesteld
Ik ben een practicum aan het maken over de horizontale worp
een vraag welke ik niet kan beantwoorden is:
- Wat is het verband tussen de horizontale- en verticale afgelegde weg?
- Leidt uit het gevonden verband een formule af
Alvast dank
Alexander van Oost
Erik van Munster reageerde op zondag 30 okt 2016 om 13:43
Practicum betekent dat je zelf metingen aan het doen bent? Als je bij een vaste beginsnelheid een aantal metingen van de horizontale afstand bij een aantal verschillende hoogtes doet kun je er een grafiek van maken. Als je de horizontale afstand op de x-as zet en de verticale afstand (de hoogte) op de y-as zie je als het goed is iets wat op een parabool lijkt: Dit betekent een kwadratisch verband. Je weet dan dat de formule de volgende vorm heeft:
sy = [constante]* sx^2
Om te kijken of het ook echt een kwadratisch verband is moet je de constante uitrekenen voor een aantal verschillende meetpunten. Als je steeds op (ongeveer) dezelfde constante uitkomt weet je dat de formule klopt.
Hoop dat je hier iets verder mee komt...
Op maandag 29 feb 2016 om 19:38 is de volgende vraag gesteld
Dit is dus geen examenstof?
Erik van Munster reageerde op dinsdag 1 mrt 2016 om 10:06
Klopt, dit hoort niet bij de officiele landelijke examenstof in het nieuwe programma.
(Als je twijfelt of iets bij de examenstof hoort of niet kun je ook altijd kijken op de site van de overheid: examenblad.nl)
Op maandag 25 mei 2015 om 15:18 is de volgende vraag gesteld
als u de formule Sy = 1/2 x g x Tval2 gebruikt, en u weet Sy, hoe moet ik dan de formule aanpassen dat er 0,3778 seconden uit komt?
Erik van Munster reageerde op maandag 25 mei 2015 om 18:46
Dag Thijs,
Je moet de formule in dat geval eerst omschrijven:
sy = 0,5 * g * t^2
Deel eerst beide kanten van het =teken door 0,5 * g. Je krijgt dan:
sy / (0,5*g) = t^2
Daarna neem je aan beide kanten de wortel
wortel [sy /(0,5*g)] = t
Je weet dan dus dat
Dus t = wortel [sy /(0,5*g)]
Daarna is het gewoon invullen: sy=0,70 m en g=9,81 ms^-2 geeft t = 0,3778 s.
Op donderdag 14 mei 2015 om 17:04 is de volgende vraag gesteld
Ik snap niet hoe u aan deze berekening komt, kunt u de berekening helemaal uitwerken stap voor stap?
Erik van Munster reageerde op donderdag 14 mei 2015 om 17:08
Dag Yvette,
Welke berekening bedoel je? Een voorbeeld in de videoles of een van de multiple-choice opgaven?
Op dinsdag 24 feb 2015 om 15:34 is de volgende vraag gesteld
Hoi Erik,
In mijn boek wordt de volgende vraag gesteld:" bereken de verticale component van de snelheid waarmee de kogel de grond raakt?" Bij deze vraag horen de volgende gegevens: hoogte toren 78,4 m, snelheid in horizontale richting 10 m/s.
Uitrekenen wanneer de kogel de grond raakt en welke afstand deze aflegt snap ik, maar ik begrijp niet hoe ik met deze formules bovenstaande vraag kan berekenen en wat ze nu precies willen weten, de snelheid waarmee de kogel in verticale richting valt?
Erik van Munster reageerde op dinsdag 24 feb 2015 om 16:32
Dag Marieke,
(Ik ga er even van uit dat je geen rekening met wrijving hoeft te houden en dat de kogel horizontaal wordt weggegooid)
Als je alleen de verticale component van de snelheid wilt weten is het niet zo moeilijk. Met de horizontale snelheid hoef je dan namelijk geen rekening te houden.
Als je de valtijd (tval) al weet is het helemaal makkelijk: Elke seconde wordt de snelheid in verticale richting 9,81 m/s groter.
Verticale snelheid op het moment dat de kogel de grond raakt is dus: tval * 9,81
Kom je hier iets verder mee?
Op donderdag 1 aug 2013 om 00:09 is de volgende vraag gesteld
Valtijd is onafhankelijk van Vx , ook waneer er luchtwrijving is? Hoe moet je het dan doen?
Erik van Munster reageerde op donderdag 1 aug 2013 om 10:50
Als er luchtwrijving is geldt niet meer dat de valtijd onafhankelijk is van Vx. Je kunt de valtijd en afstand dan niet meer eenvoudig berekenen door het invullen van een formule.
Je zou het wel kunnen berekenen met modelleren (zie videolessen Modelleren en Bewegingsmodel onder "Algemeen"). Maar hier heb je een computer voor nodig dus dit zal je nooit zo op een toets gevraagd worden.
Op donderdag 20 jun 2013 om 10:44 is de volgende vraag gesteld
Als een bal horizontaal wordt weggegooid zou je denken dat de bal horizontaal een eenparig vertraagde beweging maakt en verticaal een eenparig versnelde. Of moet je horizontaal geen rekening houden met vertraging door wrijving?
vr.gr.
Erik van Munster reageerde op donderdag 20 jun 2013 om 16:37
Als de wrijvingskracht constant was zou je gelijk hebben: dan zou horizontaal de beweging eenparig vetraagd zijn. In werkelijkheid is de wrijvingskracht afhankelijk van de snelheid en dus absoluut niet constant. De beweging is dus niet eenparig vertraagd en ook niet eenparig.
Bij vragen die je bij natuurkunde krijgt over een horizontale worp mag je de wrijvingskrachten gelukkig meestal verwaarlozen en mag je er dus vanuit gaan dat de beweging horizontaal wel eenparig is. Ook in de videolessen ben ik hier steeds vanuit gegaan.
Op donderdag 9 mei 2013 om 12:26 is de volgende vraag gesteld
ik snap iets bij vraag 2 niet. als je een bal met een snelheid van 6 m/s vanaf een hoogte van 1 m horizontaal gooit duurt het toch langer dat die de grond raakt dan dat je het laat vallen? dus bij vraag 2 is die 6 m/s toch ook van belang, want die stelt de valtijd uit toch?
Erik van Munster reageerde op donderdag 9 mei 2013 om 20:43
Je zou inderdaad denken dat als je iets horizontaal weggooit dat het langer duurt dat het op de grond is dat wanneer je het recht naar beneden laat vallen. Toch is dit niet zo. Als je iets horizontaal weggooit en tegelijkertijd iets vanaf dezelfde hoogte laat vallen, komt het gelijk op de grond. (Zolang je geen rekening houdt met luchtwrijving). Je kunt het zelf proberen met twee knikkers.
Op maandag 29 feb 2016 om 19:37 is de volgende reactie gegeven
Dit is dus geen examenstof?