Inloggen

Energie

Het woord energie komt uit het Grieks (εν εργος) en betekent het vermogen om arbeid te verrichten. Omdat de eenheid van arbeid de Joule (J) is is de eenheid van energie ook de Joule. Energie kan verschillende vormen hebben, ook wel energiesoorten: Kinetische energie (bewegingsenergie), potentieële energie (zwaarte-energie), veerenergie, chemische energie. In deze videoles wordt de belangrijkste eigenschappen van de verschillende vormen van energie behandeld.
FAQ
28 31118
0:00 Start
1:28 Kinetische energie
2:01 Potentiele energie
2:54 Veerenergie
3:34 Warmte
3:56 Arbeid
4:06 Energieomzetting
4:29 Samenvatting

Voorkennis

Arbeid, Joule

Formules

 
Kinetische energie Ek = kinetische energie (J)
m = massa (kg)
v = snelheid (m/s)
 
Zwaarte-energie Ez = zwaarte-energie (J)
m = massa (kg)
g = 9,81 m/s2 (op aarde)
h = hoogte (m)
 
Veerenergie Ev = veerenergie (J)
C = veerconstante (N/m)
u =uitrekking (m)

Moet ik dit kennen?

De stof in videoles "Energie" hoort bij:

HAVO:       Centraal examen 2025 (CE)
VWO: : Centraal examen 2025 (CE)


Test jezelf - "Energie"

Maak onderstaande meerkeuzevragen, klik op 'nakijken' en je weet meteen de uitslag. Als je één of meer vragen fout hebt moet je de videoles nog maar eens bekijken.
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3
Kinetische energie is een ander woord voor …energie

De formule om potentiële energie uit te rekenen luidt: Epot = …

De veerconstante die in de formule voor veerenergie voorkomt is een getal wat aangeeft hoe … een veer is.

zwaarte…
veer…
bewegings…
m·g·h
½·m·v2
½·C·u2
lang
stug
dik


Extra oefenmateriaal?

Oefenopgaven over het onderdeel arbeid & energie vind je in:
FotonEnergieArbeidHAVO.pdf
FotonEnergieArbeidVWO.pdf

Examenopgaven

Recente examenopgaven waarin "Energie" een rol speelt (havo/vwo):
Boombrommer (h), Kunstmatige meteoroïden (h), Elektrische scooter (v), Falcon heavy (h), Schip uit koers (h), Temperatuurbepaling in een kernfusiereactor (v), Caravanremmen (h), Deuterium (v), Fietshelm (v), Ramsauer en Townsend (v), Poollicht (v), Wielrennen met een motor (h), Compton (v), Kreukelzone (h), Ruimtepuin (h), LEO-satelliet (v), Adelaarsnevel (v), Massa meten in de ruimte (v), Stunt in Dubai (h), New Horizons (h), Qled-tv (v), Vrije worp bij basketbal (v), Wereldrecord Usain Bolt (h), Wortel en mango (v), Kayak-jumping (v), Schommelsprong (h), Looping (v), Sprong van Luke Aikins (h), Cessna (v), Sirius B als Quantumsysteem (v), Gekleurde LED`s (v), Trillingen binnen een molecuul (v), Road-train (h), Jupiter fly-by (v), Fontein van Geneve (h), Sluis van Fankel (h), Murrenbaan (h), Kangoeroesprongen (h), Soliton (h), Rijst (h), Schrikdraadinstallatie (v), Sprong bij volleybal (v), Indoor Skydive (v), De kracht van het viriaal-theorema (v), Powerskips (h), Meteoriet van Tsjeljabinsk (h), Davisson-Germerexperiment (v), Onderzoek naar metaalmoeheid (v), Kleurstof in een CD-R (v), SpaceShipOne (h), Water uit de ruimte (v), Kleurstoflaser (v), Heftruck (h), Rosetta (h), Walstroom (h), Wereldrecord blobspringen (h), Ruiken (v), In de zon (v), Dafne Schippers tegen Ireen Wüst (v), Koper-67 (h), Elektronendiffractie (v), Pariser Kanone (v),

CCVX-opgaven waarin "Energie" een rol speelt (havo/vwo):
Afbuiging van elektronen, Zilvererts, Waterstofatoom in elektrisch veld, Kogel in goot, Spectrometer, Bal aan elastiek, Import van aardgas, Surfende steen, Quantumwereld, In conditie blijven, Radioactieve bron, Niet-ideale veer, Kwikdamp, Remmende auto, Een auto, Pilotentraining voor noodgevallen,

Vraag over videoles "Energie"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Energie

Op donderdag 21 mrt 2024 om 13:50 is de volgende vraag gesteld
ik begrijp het begrip vermogen niet zo goed, zou u dit kunnen toelichten?

Erik van Munster reageerde op donderdag 21 mrt 2024 om 16:09
Als er energie wordt omgezet van de ene energiesoort in de andere energie dat duurt dat een bepaalde tijd. Vermogen betekent hoeveel energie in één seconde wordt omgezet. De eenheid van vermogen is daarom ook Joule per seconde (J/s), ook wel Watt (W) genoemd.

Bijvoorbeeld: Een lamp met een vermogen van 20 W betekent dus dat deze lamp per seconde 20 J elektrische energie om zet in stralingsenergie (licht).


Bekijk alle vragen (28)



Op dinsdag 25 mei 2021 om 21:55 is de volgende vraag gesteld
Goedendag,

Ik zag het volgende in de syllabus staan: ''het volgende vakbegrip: energieopslag''. Nu kan ik zo snel niet meer de betekenis hiervan vinden. Wat betekend dit vakbegrip ook alweer?
Alvast bedankt.

Erik van Munster reageerde op dinsdag 25 mei 2021 om 22:11
Bijvoorbeeld: benzine. Dat is energieopslag in de vorm van chemische energie. Of een batterij of accu.


Op vrijdag 31 jul 2020 om 13:56 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,
Ik vind het lastig te begrijpen dat arbeid ook een vorm van energie is. De definitie van energie is imemers, het vermogen om arbeid te verrichten. Zou u dit voor mij kunnen verduidelijken.
Alvast bedankt!

Erik van Munster reageerde op vrijdag 31 jul 2020 om 17:39
Energie kun je inderdaad zien als de mogelijkheid om arbeid te verrichten. Is het makkelijkst zo te snappen:

Stel je “hebt” 25 J aan energie beschikbaar. Dit betekent dat je ook 25 J aan arbeid kunt verrichten.

Aan de eenheid kun je dus ook al zien hoe de twee samenhangen. Omgekeerde geldt natuurlijk ook:

Voor het verrichten van 33 J aan arbeid heb je 33 J aan energie nodig.

Dat is het verband tussen arbeid en energie.

Op zaterdag 1 aug 2020 om 12:21 is de volgende reactie gegeven
Bedankt, het is nu een stuk duidelijker!


Op zaterdag 30 mei 2020 om 22:54 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,

Graag zou ik willen weten hoe ik de veerenergie kan bepalen van een elastiek uit het oppervlak van een F(u)-diagram.
Alvast bedankt.

Groet

Erik van Munster reageerde op zondag 31 mei 2020 om 00:19
Bij het uitrekken van de veer moet je arbeid verrichten. De veerenergie is gelijk aan de totale hoeveelheid arbeid die je hebt moeten verrichten om de veer zo ver uit te rekken. Dit is gelijk aan het aantal hokjes onder de grafiek (het oppervlak tussen de grafiek en de x-as). Dit aantal hokjes vermenigvuldig je dan met de arbeid van één hokje.

Als één hokje in een F,u-grafiek bijvoorbeeld 0,5 m breed is en 10N hoog dan is de arbeid 0,5*10 = 5 J per hokje. Als je dan bv 12 hokjes telt weet je dat de totale arbeid (en dus ook de totale veerenergie) gelijk is aan 12*5=60 Joule.

Op zondag 31 mei 2020 om 16:17 is de volgende reactie gegeven
kan het kloppen dat mijn F(u)-grafiek een min of meer rechte lijn is? en hoe zou ik bijvoorbeeld niet hele hokjes kunnen meenemen in mijn berekening voor het aantal Joule?

Erik van Munster reageerde op zondag 31 mei 2020 om 16:32
Bij de niet-hele hokjes kun je schatten hoe je het meetelt bv 0,5 voor een half hokje of 0,25 voor een kwart hokje.

Maar, als de F,u-grafiek een rechte lijn is kun je het beter op een andere manier doen. Je kunt Fbegin en Feind aflezen en dan het gemiddelde uitrekenen. Als je de gemiddelde kracht weet kun je met W =Fgem*s uitrekenen hoeveel arbeid is verricht en dan weet je dus ook de veerenergie. Stuk makkelijker dan hokjes tellen.

Op zondag 31 mei 2020 om 16:53 is de volgende reactie gegeven
En geldt hier hier de wet F= C*u?

Erik van Munster reageerde op zondag 31 mei 2020 om 17:10
Als de F,u een grafiek een rechte lijn door 0 is: Ja, dan geldt de wet F=C*u.

(Maar het is niet de energie E die je ermee uitrekent)


Op donderdag 9 apr 2020 om 11:12 is de volgende vraag gesteld
Beste erik,

Hoe werkt het met zwaarte-energie, als een voorwerp stil staat op een bepaalde hoogte dan heeft hij toch alsnog zwaarte energie? Stel je schiet een katapult van 2 meter hoogte naar een ruit en vervolgens staat hij stil. Is dit dan alles wat er gebeurd?
Eerst heeft hij vooral veer energie en een beetje zwaarte-energie, daarna wordt de veerenergie omgezet in kinetische energie en als hij de ruit raakt volledig weer in zwaarte-energie. Bij elke energie overgang verliest hij ook een beetje energie en dit wordt omgezet in warmte, bij het raken van de ruit het meest lijkt me.

Klopt dit?

mvg

Erik van Munster reageerde op donderdag 9 apr 2020 om 11:17
Klopt, vlak vóór het wegschieten is er alleen veerenergie. Vlak na het wegschieten is deze veerenergieomgezet in kinetische energie. Tijdens het omhoog bewegen wordt de kinetische energie omgezet in zwaarte-energie en op het hoogste punt in alle kinetische energie zwaarte-energie geworden.

En inderdaad is er bij alle omzettingen wat verlies door wrijving en dat wordt warmte.

Op donderdag 9 apr 2020 om 11:22 is de volgende reactie gegeven
Hoezo is er vlak voor het wegschieten alleen veerenergie? Ook zwaarte-energie toch. En als die op het hoogste punt is nadat hij door de ruit is gegaan is veel energie in warmte energie maar toch ook in zwaarte ook al ligt hij stil?

Erik van Munster reageerde op donderdag 9 apr 2020 om 11:29
Dat hangt er vanaf van welke hoogte je wegschiet. Als je niet vanaf grondniveau wegschiet: ja dan is er inderdaad ook een beetje zwaarte-energie.


Op vrijdag 5 apr 2019 om 15:02 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik, Voor school moet ik bedenken bij een technisch ontwerp hoe ik de energie die verloren gaat bij het remmen van een auto op kan slaan en hergebruiken bij het optrekken. De brandstof die wordt gebruikt voor remmen gaat verloren in warmte toch? Ik vind op Internet iets over thermo-elektrisch effect en Seebeck, maar dat hoort volgens mij niet bij de examenstof. Ik zie het ook niet op jouw site. Ik kan alleen niets anders verzinnen. Is dat logisch denk jij? Daar gebruik van maken om warmte om te zetten in elektriciteit en dan opslaan in de accu?

Erik van Munster reageerde op zaterdag 6 apr 2019 om 10:33
Ik denk dat je aan iets anders moet denken. Normaal wordt de energie bij remmen omgezet in warmte. Maar als je in plaats van een rem nou een dynamo zet? Om een dynamo te laten draaien is energie nodig. Het kost namelijk kracht om een dynamo in beweging te zetten. De dynamo werkt dus ook als rem en de elektriciteit die je met de dynamo opwekt zou je kunnen opslaan in een accu.

Op dinsdag 9 apr 2019 om 16:15 is de volgende reactie gegeven
Bedankt. Ik heb nog een keer goed de opdracht gelezen. Ze hebben het over een benzine auto, dus dat is blijkbaar de brandstof en ik moet de verloren energie gebruiken om weer op snelheid te komen. Als ik met een dynamo de elektriciteit opvang in een condensator kan ik ik die dan bij een benzine auto gebruiken om te versnellen? Of zou ik dan een vliegwiel moeten hebben, omdat dat mechanisch is? Ik kan de elektriciteit wel gebruiken voor de airco en de radio en de stoelverwarming enzo. Maar ja er staat versnellen. En bij jouw dynamo kan ik nog wel wat bedenken om te maken, maar bij een vliegwiel niet echt. Dus denk jij dat wij die opgeslagen elektriciteit kunnen gebruiken om de auto te versnellen bij optrekken zonder de verbrandingsmotor te veranderen?

Erik van Munster reageerde op dinsdag 9 apr 2019 om 17:07
Misschien zou je een elektrische hulpmotor kunnen gebruiken die de auto helpt versnellen? De benzinemotor hoeft dan minder hard te werken en dat bespaart dus benzine.

(Er klopt trouwens iets niet aan het mailadres waar je mee inlogt bij natuurkundeuitgelegd. De mailtjes die verzonden om je te attenderen op een reactie op je vraag komen niet aan. Laat even weten wat het goede mailadres is dan verander ik het)


Op donderdag 28 feb 2019 om 14:19 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik, ik heb een vraag over het volgende: 'De ernst van een verwonding ten gevolge van een val hangt af van de kinetische energie van het slachtoffer vlak voordat hij de grond raakt. Als het slachtoffer van een vier keer zo grote hoogte valt, is zijn kinetische energie:
4 keer zo groot'
Ik heb zelf geprobeerd de formule voor Ek en Ezw aan elkaar gelijk te stellen, maar ik weet niet of dat hierbij de bedoeling is en hoe ik verder moet... Kunt u mij verder helpen? Alvast bedankt!

Erik van Munster reageerde op donderdag 28 feb 2019 om 14:26
Wat probeer je dan uit te rekenen? Met andere woorden: wat is de vraag precies?

Op donderdag 28 feb 2019 om 14:32 is de volgende reactie gegeven
Vraag 4
De ernst van een verwonding ten gevolge van een val hangt af van de kinetische energie van het slachtoffer vlak voordat hij de grond raakt. Als het slachtoffer van een vier keer zo grote hoogte valt, is zijn kinetische energie ...
1. 2 keer zo groot
2. 4 keer zo groot
3. 16keer zo groot
DIt is de precieze vraag..

Erik van Munster reageerde op donderdag 28 feb 2019 om 14:40
Inderdaad geldt bij een val dat Ekin = Ez. Voor de zwaarte energie geldt Ez=mgh. Ez is de recht evenredig met de hoogte (h): Als h 4 keer zo groot wordt, wordt Ez ook 4 keer zo groot en Ek dus ook.


Op zaterdag 26 jan 2019 om 15:49 is de volgende vraag gesteld
Hoi Erik,

Ik heb een vraag van school waar ik niet uit kom. Een shuttle komt de dampkring in en maakt een baan richting aarde, zodat hij mooi kan landen. Ik heb zijn Ek en Ez zowel aan het begin (punt A) waar de daling wordt ingezet en en een stuk dichter bij de aarde (punt B). Vanaf het moment dat hij de dampkring in komt neemt zijn snelheid af en ook verliest hij hoogte dus Ek en Ez nemen allebei af. Vragen die ik krijg zijn: Wat is de arbeid die de zwaartekracht verricht en wat is de arbeid die de luchtweerstand verricht? Is de arbeid van de zwaartekracht gelijk aan de verandering van zwaarte-energie tussen punt A en punt B? Is de arbeid die luchtweerstand verricht gelijk aan de verandering van Ek en Ez samen? Is de arbeid van de luchtweerstand tegengesteld aan bewegingsrichting en daarom negatief? Dus als Ek en Ez in punt A samen 800J zijn en in punt B samen 300J. Is de arbeid die de luchtweerstand heeft verricht dan minus 500J?

Op zaterdag 26 jan 2019 om 15:56 is de volgende reactie gegeven
Ik bedoel eigenlijk dat de vraag is: Wat is de totale arbeid van de luchtweerstand en de zwaartekracht samen? Maar ik heb het maar proberen op te splitsen, omdat ik het niet snap. Wat is nou positief en wat negatief?

Erik van Munster reageerde op zondag 27 jan 2019 om 09:01
Zal het even vraag voor vraag beantwoorden:

1) Is de arbeid van de zwaartekracht gelijk aan de verandering van zwaarte-energie tussen punt A en punt B?

Ja, klopt.

2) Is de arbeid die luchtweerstand verricht gelijk aan de verandering van Ek en Ez samen?

Ja, Ez neemt af en Ek neemt toe maar de toename in Ek is kleiner dan de afname in Ez. Dit verschil is inderdaad de arbeid van de luchtweerstand.

3) Is de arbeid van de luchtweerstand tegengesteld aan bewegingsrichting en daarom negatief?

Ja, dat klopt.

4) Dus als Ek en Ez in punt A samen 800J zijn en in punt B samen 300J. Is de arbeid die de luchtweerstand heeft verricht dan minus 500J?

Klopt ook (ervan uitgaande dat als Ez en Ek kloppen natuurlijk:)

Erik van Munster reageerde op zondag 27 jan 2019 om 09:05
Over je vraag over positief of negatief. Zoals je gemerkt hebt gaat het bij berekeningen met energie nooit over de energie maar om het VERSCHIL in energie tussen twee situaties. Als dit verschil negatief is betekent dit dat de energiesoort die je vergelijkt is afgenomen. Positief betekent een toename. Ik vind het zelf altijd makkelijker om te denken over toe- of afname dan over positief of negatief.

Bij arbeid geldt ook zoiets: Positieve arbeid betekent dat iets moeite kost. Dat betekent dat je er energie in moet stoppen om deze arbeid te kunnen verrichten. Negatieve arbeid betekent dat er juist energie vrijkomt. Bijvoorbeeld in de vorm van warmte.

Op zondag 27 jan 2019 om 10:42 is de volgende reactie gegeven
Heel erg bedankt! Dus de negatieve arbeid is de arbeid van de luchtweerstand omdat die tegenwerkt aan de bewegingsrichting en de beweging remt? Wordt de arbeid die de luchtweerstand verricht altijd omgezet in warmte? Geldt dat ook voor de arbeid die een echte rem verricht?

Erik van Munster reageerde op zondag 27 jan 2019 om 10:53
In de juiste volgorde:)

Geen dank. Ja. Ja en Ja.


Op donderdag 15 nov 2018 om 13:18 is de volgende vraag gesteld
Hallo, heeft u toevallig een samenvatting die ik gewoon makkelijk uit kan printen, met alles wat ik moet weten voor een examen over mechanica? Dus kracht, beweging, arbeid, energie en cirkelbanige beweging? Alvast bedankt voor het antwoord, mvg Lars

Erik van Munster reageerde op vrijdag 16 nov 2018 om 14:47
Ja, zie "samenvatting" hierboven. Als je onderaan de pagina kijkt zie je de pdf die je kunt downloaden.


Op woensdag 3 okt 2018 om 17:21 is de volgende vraag gesteld
Hoi!
Ik heb een extra opgave waar ik niet uitkom. In de beschrijving staat het volgende:
Er is een hoogte van 24 cm, het is een heuveltje waar iemand een golfbal opslaat. Diegene doet dit met een snelheid van 1,9 m/s. De bal rolt dus omhoog. Wrijving wordt verwaarloosd.
Ze vragen of de bal bovenaan in de hole komt.

Ik dacht zelf dat dit met de wet van behoud van energie moest. Ik weet alleen niet hoe. Misschien kunt u mij helpen.

Mrt vriendelijke groet,

Anne van der Linden

Erik van Munster reageerde op donderdag 4 okt 2018 om 12:40
Klopt, dat doe je met de wet van behoud van energie. Ik zal je een beetje op weg helpen. Als het balletje de heuvel opgaat wordt kinetische energie omgezet in zwaarte-energie. Als het balletje precies genoeg snelheid heeft komt hij nét boven. In dit geval is de kinetische energie waar het balletje mee begint gelijk aan de zwaarte-energie van het balletje bovenaan de heuvel. Dus

Ek = Ez

0,5*m*v^2 = m*g*h

0,5*v^2 = g*h (want de m valt weg)

Daarna bereken je hoeveel snelheid er nodig is om het balletje op de heuvel te krijgen. Je vult dan in bovenstaande vergelijking g=9,81 en h=0,24 m in en rekent v uit. Als dit groter dan 1,9 m/s is haalt hij het niet.

(Het kan ook andersom. Berekenen welke h je haalt bij een snelheid van 1,9 m/s)


Op maandag 26 mrt 2018 om 17:20 is de volgende vraag gesteld
Beste meneer,

Ik kan niét vinden in welk filmpje chemische energie wordt uitgelegd, dus stel ik mijn vraag maar hieronder. Wat is chemische energie?

Mvg
Rozemarijn

Erik van Munster reageerde op maandag 26 mrt 2018 om 17:51
Chemische energie is energie die ligt opgeslagen in stoffen en die door een chemische reactie vrij kan komen. Bijvoorbeeld: Benzine. Hierin zit chemische energie opgeslagen. Door het verbanden van benzine komt deze energie vrij in de vorm van warmte.

Meer uitleg over chemische energie kun je vinden in de videoles "stookwaarde".


Op vrijdag 24 nov 2017 om 20:08 is de volgende vraag gesteld
Hoi, Ik had een vraag. Bij vraag 9 van mijn leerboek willen ze dat je de som van de weerstandskrachten die op de auto werken, berekent? In de inleiding staat: 'een auto legt 100 km af en verbruikt daarbij 5,0 L benzine. De auto rijdt met een constante snelheid'.

Ik weet niet echt, hoe ik de som van de weerstandskrachten moet berekenen, kunt u mij daarbij helpen?

Erik van Munster reageerde op vrijdag 24 nov 2017 om 20:29
Ik zal je een beetje op weg helpen:

De kracht die de motor levert is even groot als de som van de weerstandskrachten. Deze kracht kun je berekenen met W=F*s. De arbeid (W) kun je berekenen door uit te rekenen hoeveel energie er door de 5 L benzine wordt geleverd.

Best wel veel stappen dus maar alle gegevens die nodig zijn heb je...

Hoop dat je er zo verder mee komt...


Op dinsdag 31 okt 2017 om 20:16 is de volgende vraag gesteld
Hoi,

Ik heb eigenlijk in het algemeen moeite met het weten welke stappen ik moet zetten. Als ik de uitwerkingen bekijk lijkt het allemaal zo logisch, maar gelijk erna kan ik het nog niet. Het verschilt gewoon heel erg ofso? Is er geen bepaald stappenplan/ overzicht met elk mogelijke vraag soort die je per onderwerp kan toepassen? Ik heb namelijk echt helemaal geen inzicht zou je kunnen zeggen.

Erik van Munster reageerde op dinsdag 31 okt 2017 om 21:42
Helaas is er geen stappenplan waarmee je er altijd uitkomt. Dit is ook wat veel mensen juist zo moeilijk vinden aan natuurkunde.

Wat wel helpt is om veel opgaven te maken, jezelf na te kijken en daarna de opgave nog een keer te doen. Hierdoor leer je op een gegeven moment situaties herkennen en weet je hoe je een bepaald soort opgave kunt aanpakken.

Inzicht is ook iets wat langzaam komt als je meer ervaring krijgt met een onderwerp. Als je de uitwerkingen snapt en logisch vindt ben je trouwens al heel ver hoor. Dat betekent dat je in ieder geval de achterliggende theorie snapt. Het laatste stapje is het opbouwen van routine en dan zal de rest ook wel komen...


Op maandag 6 mrt 2017 om 07:47 is de volgende vraag gesteld
Hoi Erik, hoe kan je de potentiële energie berekenen een cos gegeven.
Moet je dan in de formule Fpot = mgh, de h berekenen mbv de cos en het hoogteverschil?

Alvast bedankt.

Erik van Munster reageerde op maandag 6 mrt 2017 om 10:41
De h is in de formule Epot = mgh is altijd het verschil in hoogte in de richting loodrecht op het aardoppervlak. Als je de hoogte h al weet kun je deze direct in de formule invullen. Als je h niet weet moet je deze op een andere manier bepalen. Kan zijn dat je hier een cosinus voor nodig hebt maar dit hangt echt van de vraag en de situatie af.


Op woensdag 15 feb 2017 om 09:45 is de volgende vraag gesteld
Ik ben bezig met een stukje te lezen over de veerenergie en de arbeid. Hierin wordt logischerwijs gesteld dat tijdens het in- of uitdrukken van een veer de u in Fv = C * u niet constant is. Wanneer we dan de verrichte arbeid (Fv * s, of in het geval van de veerkracht Fv * u) willen berekenen, moeten we rekenen met de gemiddelde kracht. Tot hier begrijp ik het. Maar dan zeggen ze: de gemiddelde kracht is Fgem = 1/2 * C * u. Ik begrijp niet dat hierbij geen verschil in krachten wordt berekend en dat gedeeld door twee. Ik zou om de gemiddelde kracht te berekenen de begin- en eindkracht van elkaar aftrekken en delen door twee. Waarom doen ze dat hier niet? Of doen ze dat eigenlijk wel, maar zie ik het niet?

Vervolgens is de verrichte arbeid = W = Fv * u = Fgem * u = 1/2 * C * u * u = 1/2 * C * u^2. Dat snap ik dan wel. Alleen de afleiding van Fgem begrijp ik niet.

Erik van Munster reageerde op woensdag 15 feb 2017 om 11:10
Stel: je wil het gemiddelde weten van de getallen 4 en 7. Je berekent dit door ze op te tellen en door twee te delen:

(4+7) / 2 = 5,5

Bij de gemiddelde veerkracht is het hetzelfde: optellen en door twee delen:

Fgem = (0 + C*u) / 2

Vandaar Fgem = 0,5*C*u

Op woensdag 15 feb 2017 om 13:44 is de volgende reactie gegeven
Ohja, dat is inderdaad logisch. Bedankt!


Op maandag 16 jan 2017 om 14:39 is de volgende vraag gesteld
Vraag: Piet veert op en neer op een trampoline. zijn massa is 85kg. In het hoogste punt bevinden zijn voeten zich 2,00m boven het vlak van de trampoline. Op het diepste punt is de trampoline 25 cm ingedrukt. Berken de veerconstante van de trampoline.

Mijn vraag: waarom gebruik je hier de formule van Ev: 1/2 * C U^2 en niet C=F/U
Ik dacht eerder dat je de tweede formule moet gebruiken, en dat je bij F de waarde van Fz invult en bij U (=0,25). Op het laagste punt is toch de Fz gelijk aan Fv omdat je namelijk stilstaat, klopt dat???

Erik van Munster reageerde op maandag 16 jan 2017 om 15:21
Je gebruikt hier de eerste formule omdat het bij deze vraag om de energie gaat en niet om de kracht.

Op het onderste punt is de snelheid inderdaad nul, maar dit betekent niet dat de kracht ook nul is. De kracht is namelijk alleen nul als de snelheid constant is en dat is niet zo. Piet ondervindt op het laagste een versnelling naar boven. Dus: Nee, Fz is niet gelijk aan Fv op het laagste punt.

Met behulp van het verschil in zwaarte-energie op het hoogste punt en het laagste punt en de veerenergie kun je de veerconstante bepalen.

Op maandag 16 jan 2017 om 15:23 is de volgende reactie gegeven
hoe kan je dan aan een opgave zien of het om de energie of om de kracht gaat?

Erik van Munster reageerde op maandag 16 jan 2017 om 15:50
Vaak is er niet één manier om het op te lossen. Soms kun je iets via energie én met krachten oplossen. In dit geval lukt het met kracht niet omdat de nodige informatie ontbreekt, maar met energie lukt het in dit geval wel.

Helaas is er geen standaardmanier om te zien hoe je het op moet lossen. Soms staat in de opgave een aanwijzing.

Op maandag 16 jan 2017 om 15:52 is de volgende reactie gegeven
Top, bedankt!


Op donderdag 19 mei 2016 om 13:06 is de volgende vraag gesteld
Ik heb een specifieke vraag over een examenvraag: in 2014 Tijdvak 1 opgave 1(VWO) wordt de volgende vraag gesteld: Ga na met een berekening of de zwaarte-energie van de waterberg in figuur 2 de waarde van 0,5 PJ overschrijdt.
Waarom komt hierbij geen kinetische energie kijken?

Erik van Munster reageerde op donderdag 19 mei 2016 om 13:21
Bij deze opgave wordt specifiek gevraagd naar de zwaarte-energie dus hoef je hier ook alleen maar de zwaarte-energie uit te rekenen.

Naar de kinetische energie wordt hier niet gevraagd. Er IS natuurlijk wel kinetische energie maar dit ligt wel ingewikkeld. Het is namelijk niet zo dat de watermassa zelf zich verplaatst over het oppervlak. Het is de verhoging van het wateroppervlak die zich verplaatst en de stroomsnelheid van het water zelf is niet zomaar gelijk aan de voortplantingssnelheid van de golf.

Je zou veel meer gegevens moeten hebben en in de opgave zou ook veel meer uitleg moeten staan als je dit zou willen uitrekenen.

Op donderdag 19 mei 2016 om 13:39 is de volgende reactie gegeven
Bedankt!


Op vrijdag 6 mei 2016 om 16:55 is de volgende vraag gesteld
Kun je de hoogte waarvandaan het voorwerp omhoog gegooid wordt niet instellen op 0?

Erik van Munster reageerde op vrijdag 6 mei 2016 om 17:17
Zeker, je kunt zelf kiezen welke hoogte je nul noemt. Zolang je er maar rekening mee houdt dat h dan niet meer de hoogte is ten opzichte van de grond maar ten opzichte van het beginpunt. En het kan dan dus ook dat de hoogte negatief wordt als het voorwerp lager komt dan het punt van waaraf het gegooid is.


Op maandag 25 mei 2015 om 13:01 is de volgende vraag gesteld
hallo Erik,

wat is precies het verschil tussen kinetische energie en potentiële energie? En heeft een voorwerp die valt allebei? of alleen potentiële energie?

groetjes, Kyra

Erik van Munster reageerde op maandag 25 mei 2015 om 18:38
Dag Kyra,

Kinetische energie heet ook wel bewegingsenergie. Het is de energie die bewegende voorwerpen hebben. Hoe groter de snelheid hoe groter de kinetische energie. Een vallend voorwerp heeft aan het begin weinig of geen kinetische energie en naarmate het sneller valt meer kinetische energie.

Potentiele energie heet ook wel zwaarte-energie. Het is de energie die voorwerpen hebben als ze zich op een bepaalde hoogte boven de grond bevinden. Hoe hoger, hoe groter de potentiele energie. Een vallend voorwerp heeft aan het begin veel potentiele energie en naarmate het naar beneden valt steeds minder potentiele energie.

Een vallend voorwerp heeft dus allebei: Potentiele energie en kinetische energie. Naarmate het voorwerp verder valt wordt de potentele energie steeds kleiner en de kinetische energie steeds groter.

Op dinsdag 26 mei 2015 om 10:22 is de volgende reactie gegeven
Als je dus een voorwerp omhoog gooit heeft het eerst veel kinetische energie, op het hoogste punt alleen maar potentiële energie en als het voorwerp daarna naar beneden valt weer steeds meer kinetische energie en minder potentiële energie? Als je dan het voorwerp omhoog gooit heeft het dan helemaal geen of heel weinig potentiële energie?

Erik van Munster reageerde op dinsdag 26 mei 2015 om 15:43
Dag Kyra,

Ja, klopt helemaal wat je zegt.

Als je een voorwerp echt vanaf de grond omhoog gooit is de potentiele energie aan het begin inderdaad nul. Maar je kunt niet echt gooien vanaf hoogte 0 m. Meestal is het niet echt helemaal vanaf de grond maar een beetje daarboven. Dan is er wel al een beetje potentiele-energie aan het begin.


Op zaterdag 16 mei 2015 om 17:06 is de volgende vraag gesteld
In de video zegt u dat arbeid een vorm van energie is. Ik dacht dat energie de potentie van een kracht is om iets te verplaatsen, dus potentiele arbeid. Dan is arbeid toch geen energie, maar de realisatie ervan?

Erik van Munster reageerde op zaterdag 16 mei 2015 om 17:34
Als je de precieze definitie van arbeid en energie bekijkt heb je gelijk: Arbeid is de realisatie van energie en energie is de potentie om arbeid te kunnen verrichten.

In de praktijk is het onderscheid er nauwelijks.

Om 60 J aan arbeid te verrichten heb je 60 J aan energie nodig, en met 60 J aan energie kun je 60 J aan arbeid verrichten.

Je kunt dus met arbeid rekenen alsof het energie is, en bij vragen over arbeid en energie komt het het vrijwel altijd op neem dat je arbeid gelijk stelt aan de hoeveelheid beschikbare of verbruikte energie.


Op woensdag 21 jan 2015 om 17:26 is de volgende vraag gesteld
hallo, in welke tabel staat de veerconstante in je binas? Alvast bedankt

Erik van Munster reageerde op woensdag 21 jan 2015 om 17:39
Veerconstante kun je niet in BINAS vinden. Veerconstante is namelijk voor elke veer weer anders. Hangt af van het soort metaal wat gebruikt is, de dikte van de metaaldraad, hoe het opgewonden is etc...

Als de veerconstante niet in de opgave gegeven is, is er meestal wel een manier om die te achterhalen uit de andere gegevens in de vraag.


Op woensdag 21 jan 2015 om 12:20 is de volgende vraag gesteld
Hallo, ik heb een vraag over kinetische energie. Is kinetische energie alleen bij voorwerp die een constante snelheid hebben?

Erik van Munster reageerde op woensdag 21 jan 2015 om 12:33
Nee, er is ook kinetische energie als de snelheid verandert. De kinetische energie is hangt af de snelheid en de massa. Als de snelheid verandert, verandert de kinetische energie gewoon mee.


Op woensdag 5 mrt 2014 om 12:52 is de volgende vraag gesteld
Hallo, ik ben momenteel bezig met een verslag die gaat over de proef van Atwood. Nou heb ik deze formule gekregen : Upot = [(m1*(h-x(t))+m2*x(t)]*g . Ik weet de hoogte, de massa en de g, maar wat is x(t) in deze formule ?

Alsvast bedankt !

Op woensdag 5 mrt 2014 om 12:54 is de volgende reactie gegeven
Daarnaast heb ik ook de formule gekregen : Ukin = 1/2mv^2 . Moet ik nu de gemiddelde massa nemen van de twee gewichtjes of de massa van het zwaarste gewichtje ?

Groetjes

Erik van Munster reageerde op woensdag 5 mrt 2014 om 17:40
Dag Claudia,

De de betekenis van de symbolen:

Upot = potentiele energie (J)
m1,m2 = massa's (kg)
h = hoogteverschil op t=0 (m)
x = verplaatsing (m)

Kortom: x(t) is hoeveel de gewichten verplaatsen nadat ze zijn losgelaten. Is voor beide gewichten hetzelfde want de ene gaat precies dezelfde afstand naar boven als de andere naar de beneden gaat. x(t) wordt na het loslaten vanzelf steeds groter.

Erik van Munster reageerde op woensdag 5 mrt 2014 om 17:42
De potentiele energie wordt omgezet in kinetische energie. De formule hierboven gaat over de totale potentiele energie dus je moet ook kijken naar de totale kinetische energie. Voor m moet je hier dus de totale massa nemen (m1 + m2).

Op donderdag 6 mrt 2014 om 19:07 is de volgende reactie gegeven
Oke ! Heel erg bedankt, ik kom nu al een heel stuk verder :)


Op woensdag 15 jan 2014 om 11:49 is de volgende vraag gesteld
Hallo Erik,
Is zwaarte-energie hetzelfde als potentiële energie?
Want als een voorwerp valt,ondervindt hij toch zwaartekracht?
Zo niet, wat is dan het verschil tussen deze energiesoorten?

Erik van Munster reageerde op woensdag 15 jan 2014 om 13:06
Zwaarte-energie en potentiële energie betekenen hetzelfde. Geen verschil dus.

Als een voorwerp valt (en ook als het niet valt:) ondervindt het inderdaad zwaartekracht. Dit is uiteindelijk de oorzaak van dat de zwaarte- / potentiële energie verandert als de hoogte verandert.


Op zondag 8 dec 2013 om 13:28 is de volgende vraag gesteld
Hallo Erik,

zowel bij kinetische energie als bij veerenergie, staat dat v of de u in het kwadraat moet. houdt dit in dat deze gewoon in het kwadraat gedaan moet worden, of is dit weer iets speciaals. versnelling is bijvoorbeeld ook in het kwadraat (m/s kwadraat). is v kwadraat dan eigenlijk a of hoe zit dit.

groetjes kate

Erik van Munster reageerde op zondag 8 dec 2013 om 22:17
Als je veer- of kinetische energie wilt uitrekenen dan doe je inderdaad gewoon u en v in het kwadraat.
Het kwadraat bij versnelling wat je noemt zit in de eenheid van versnelling (m/s^2). Hier hoef je verder bij berekeningen geen rekening mee te houden. Alleen als er een kwadraat in de formule zelf staat moet je ergens het kwadraat nemen.


Op maandag 4 nov 2013 om 14:17 is de volgende vraag gesteld
hallo meneer,
ik ben tegen de lamp gelopen met de volgende vraag: het gewicht van een friese staartklok (massa 3,2kg)moet elke dag 80cm worden opgetrokken om ervoor te zorgen dat de klok blijft lopen. - het zwaartepunt van het gewicht bevindt zich 48cm boven de vloer als het gewicht nog niet is opgetrokken.
de vraag is bereken de zwaarte-energie van het gewicht ten opzichte van de vloer als het gewicht nog niet is opgetrokken.
ik heb gebruik gemaakt van Ez=mxgxh. dit heb ik uitgewerkt en kom op het goede antwoordt uit maar er staat een min voor. ik keek bij de uitwerking en er staat dat ik gebruik moet maken van cos 180. waarom is dit?

Erik van Munster reageerde op woensdag 6 nov 2013 om 14:29
Ik denk dat ze het uitgerekend hebben met E= mgh maar dat ze de door de zwaartekracht uitgeoefende arbeid hebben berekend met W= F * s * cos alpha. Alpha is de hoek tussen de kracht (F) en de verplaatsing (s). Omdat F en s tegengestelde richting hebben is alpha 180. Cos(180) is -1 vandaar het negatieve getal.


Op woensdag 24 jul 2013 om 01:35 is de volgende vraag gesteld
oke bedankt.
ik heb een vraag over een formule:
voor zwaarte-energie (begin)
doe je massa*g*(Delta)hoogte. maar waarom moet je eigenlijk aan het begin delta hoogte hebben ? deze afstand is toch nog niet afgelegd? En hoe zou je Zwaarte-energie (eind) uitrekenen?

Erik van Munster reageerde op woensdag 24 jul 2013 om 22:57
(Eigenlijk geen vraag over vallen dus ik heb de vraag maar even naar energie verplaatst)

De afstand is dan inderdaad nog niet afgelegd, maar de zwaarte-energie is ook nog niet omgezet in bewegingsenergie.

Als het over een voorwerp dat naar beneden valt gaat bereken je Zwaarte-energie eind met dezelfde formule. Aleen is h=0 dus kom je ook op een zwaarteenergie van 0J uit aan het eind.

Het gaat bij energie altijd om het verschil in energie tussen twee situaties. In dit geval boven en beneden. Dit verschil in zwaarteenergie wordt omgezet in beweging (en warmte)


Erik van Munster vroeg op vrijdag 25 jan 2013 om 11:11
Wat betekent de letter C in de formule voor veerenergie?

Erik van Munster reageerde op vrijdag 25 jan 2013 om 11:14
Dat is de veerconstante: Hoeveel Newton ervoor nodig zou zijn om een veer 1 meter uit te rekken. Hoe stugger de veer hoe groter de veerconstante.