Inloggen

Halveringstijd

Halveringstijd, ook wel halfwaardetijd genoemd, is de tijd die het duurt totdat de helft van de aanwezige radioactieve isotopen vervallen is. De halveringstijd verschilt van isotoop tot isotoop en kan varieren van extreem kort (een fractie van een seconde bij Beryllium-8 bijvoorbeeld) tot extreem lang (miljarden jaren bij Uranium-238 bijvoorbeeld). In deze videoles wordt uitgelegd hoe dit precies werkt.
FAQ
26 6268
0:00 Start
0:43 Wat is halveringstijd?
1:40 Voorbeelden
2:17 Grafiek 131I
3:08 N = N0·½t/t½
3:44 Rekenvoorbeeld
5:21 Samenvatting

Voorkennis

Radioactief, isotoop

Formules

 
Aantal kernen N(t) = N0·½t/t½ N(t) = hoeveelheid kernen
N0 = beginhoeveelheid
t = tijd (s)
t½ = halveringstijd (s)
 
Activiteitsafname A(t) = A0·½t/t½ A(t) = activiteit (Bq)
A0 = beginactiv. (Bq)
t = tijd (s)
t½ = halveringstijd (s)

BINAS

Belangrijke tabel(len) in Binas: 25

Moet ik dit kennen?

De stof in videoles "Halveringstijd" hoort bij:

HAVO:       Centraal examen 2024 (CE)
VWO: : Centraal examen 2024 (CE)

Voor HAVO: Berekening alleen met een heel aantal halveringstijden

Test jezelf - "Halveringstijd"

Maak onderstaande meerkeuzevragen, klik op 'nakijken' en je weet meteen de uitslag. Als je één of meer vragen fout hebt moet je de videoles nog maar eens bekijken.
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3
Wat is de halveringstijd van Fosfor-33?

Je begint met een hoeveelheid van 100 mg Fosfor-33. Na hoeveel tijd is 75 mg hiervan vervallen?

Hoeveel van de 100 mg fosfor-33 is er nog over na een jaar?

12 dagen
25 dagen
50 dagen
25 dagen
50 dagen
100 dagen
4,0·10-3 mg
5,2·10-2 mg
6,0·10-2 mg


Extra oefenmateriaal?

Oefenopgaven over het onderdeel ioniserende straling & medische beelden vind je in:
FotonIoniserendeStralingHAVO.pdf
FotonIoniserendeStralingVWO.pdf

Examenopgaven

Recente examenopgaven waarin "Halveringstijd" een rol speelt (havo/vwo):
Deuterium (v), Radioactieve rook (h), Radon in de kelder (v), Lutetium-177 (h), SIRT (v), SPECT-scan bij parkinson (v), Onderzoek van bot met calcium-47 (v), Molybdeen-99 (h), Radiumbad (h), Samarium-153 (h), Kernafval (h), Tritium in een kerncentrale (v), Dateren met Rb en Sr (h), Verontreinigd Technetium (h), Wijnfraude opsporen (v),

Vraag over videoles "Halveringstijd"?


    Hou mijn naam verborgen

Eerder gestelde vragen | Halveringstijd

Op zondag 17 mrt 2024 om 14:24 is de volgende vraag gesteld
Goedemiddag meneer,

Ik snap niet zo goed hoe ik de volgende vraag moet oplossen met de formule: N= N(nul)x(0,5)^t/t0.5

- Bereken hoeveel deeltjes U-234 uitzendt in 24uur.
t1/2= 2.5x10^5 jaar
t= 24uur

Alvast bedankt

Erik van Munster reageerde op zondag 17 mrt 2024 om 14:30
Daar heb je meer informatie voor nodig. Namelijk hoeveel U-234 je hebt in het begin: Ofwel de massa of het aantal kernen.

Als he N0 (het beginaantal) weet kun je daarna met de formule uitrekenen hoeveel deeltjes er na 24 uur over zijn. Het verschil tussen dit aantal en het beginaantal is dan het aantal kernen dat is vervallen in 24 uur en dan weet je ook het aantal uitgezonden deeltjes.


Bekijk alle vragen (26)



Op zaterdag 2 mrt 2024 om 10:32 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,

Als ik de eerste vraag met halveringstijd is 3,38 min in mijn rekenmachine zet krijg ik 0. Ik zet het volgende in de rekenmachine:
86400 sec/202.8 sec = 426,0355
N = 5,9x10^-6 * (1/2)^426.0355 = 0

Wat doe ik fout? Want hij ziet (1/2)^426,0355 al als 0

Erik van Munster reageerde op zaterdag 2 mrt 2024 om 13:57
Klopt. Je doet niks fout maar het getal is gewoon kleiner dan wat je rekenmachine kan weergeven. Dit gaat maar tot 10^-99 en (1/2)^426,0355 is gelijk aan 1,776*10^-128

Vandaar.


Op dinsdag 7 nov 2023 om 14:26 is de volgende vraag gesteld
Hoi!
Ik begrijp in de samenvatting (nummer 41, de voorbeeld opgave) niet waarom er een raaklijn getekend wordt, ik had namelijk gewoon N afgelezen bij t=0 ipv de hele raaklijn..

Erik van Munster reageerde op dinsdag 7 nov 2023 om 15:46
Klopt, zo kan het inderdaad ook omdat je N kunt aflezen en dan met A = ln2*N/t/12 de activiteit kunt berekenen. Is ook goed.


Op dinsdag 25 apr 2023 om 15:00 is de volgende vraag gesteld
Ik vroeg me af waarom in het rekenvoorbeeld voor de massa 5,0*10^-3 wordt gebruikt, dan is de massa in gram maar de standaard eenheid voor massa is toch kg? En als je wilt berekenen hoeveel mg er na 24 uur over is kan je toch ook gewoon 5,0 invullen?

Erik van Munster reageerde op dinsdag 25 apr 2023 om 16:51
Klopt, meestal wordt kg gebruitkt als eenheid van massa.

In dit geval is het niet nodig en mag je de eenheid kiezen die je wil. Uitkomst is dan uiteraard ook in diezelfde eenheid. De reden dat dit mag is dat je steeds de factor uitrekent waarmee iets afneemt. Als een massa bijvoorbeeld afneemt tot 20% van de beginmassa maakt het niet uit of je rekent in gram, kg of milligram.

Op dinsdag 25 apr 2023 om 17:21 is de volgende reactie gegeven
Bedankt voor het antwoord


Cemil Besli vroeg op donderdag 24 nov 2022 om 18:32
Hi,

Ik had een vraag over de halveringstijd van Neon-24. Als ik in binas tabel 25 kijk zie ik namelijk voor Ne-24 een halveringstijd van 3,38 min staan. Voor Na-24 staat er een halveringstijd van 14,96, afgerond 15h. Kijk ik verkeerd?

Erik van Munster reageerde op donderdag 24 nov 2022 om 22:16
Je kijkt goed hoor. Ik had het zelf verkeerd opgezocht in deze videoles.


Sep Vos vroeg op donderdag 3 nov 2022 om 15:18
Deze man is de definitie van een harde werker en het beste van iedereen zijn in wat je doet. Wat een genie zeg! Top website.

Erik van Munster reageerde op donderdag 3 nov 2022 om 15:32
Dank je, Sep. Fijn te horen :)


Sam Juffer vroeg op vrijdag 22 apr 2022 om 14:48
Een vraag luidt: "Je begint met een hoeveelheid van 100 mg Fosfor-33. Na hoeveel tijd is 75 mg hiervan vervallen?". Ik probeerde dit te doen via 75 = 100 * (0.5)^(t/halveringstijd) en op te lossen voor t maar ik kom hierbij op een verkeerd antwoord. Mijn stappen zijn:
75 = 100 * (0.5)^(t/25.3),
(0.5)^(t/25.3) = 75/100,
t/25.3 = log_0.5(0.75),
t = 25.3*log_0.5(0.75) = 10.5. Kunt u zien wat ik fout doe?

Erik van Munster reageerde op vrijdag 22 apr 2022 om 15:44
Wat je met de formule berekent is niet de vervallen hoeveelheid maar juist hoeveel er nog over is. Je moet dus geen 75 mg invullen maar juist 25 mg.

Maar eigenlijk is het simpeler als je het zonder formule doet: Als je eerst 100 mg hebt en daarna 25 mg dan betekent het dat het twee keer gehalveerd (eerst van 100 naar 50 en daarna van 50 naar 25). Het antwoord is dus 2 halveringstijden. 2 keer 25,3 = 50,6 dagen.


Floor Van Veldhuizen vroeg op zaterdag 13 mrt 2021 om 13:01
Beste Erik,

Hoe kun je het aantal kernen dan berekenen bij de vraag uit de video?
Alvast bedankt.

Erik van Munster reageerde op zaterdag 13 mrt 2021 om 15:18
Dat kan op twee manieren.

Als de beginhoeveelheid kernen (N0) bekend is vul je dat gewoon in in de formule in plaats van de beginmassa (5,0*10^-3). Je berekent dan N uit N0 in plaats van m uit m0.

Tweede manier is dat je het aantal kernen altijd kan uitrekenen als je de massa (m) weet. Je bepaalt dan eerst de massa van één kern uit de atomaire massa (aantal u). Daarna deel je de totale massa door de massa van één kern. Je weet dan het aantal kernen.


Op dinsdag 21 apr 2020 om 14:18 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,

Vraag 2 begreep ik goed, maar ik vraag mij af of je even wilt laten zien hoe je dmv logaritmische berekeningen dit kunt berekenen. Dit voorbeeld is op zich niet zo moeilijk, daarom hoeven wij geen logaritmische bereikingen uit te voeren.

Wiskunde was voor mij een tijdje geleden, vandaar dat ik het niet meer weet.

Alvast bedankt

Erik van Munster reageerde op dinsdag 21 apr 2020 om 17:34
Hier is inderdaad geen log nodig. Als je het toch met logaritme wil uitrekenen doe je dat zo:

Er is na een tijdje nog 25 mg. Als je de formule uitschrijft krijg je dus

25 mg = 100 mg * (1/2)^t/t1.2

0,25 = (1/2)^t/t1.2

Rechts staat een macht van 1/2. Dit haal je weg door een logaritme te nemen. Aan beide kanten neem je de logaritme met als grondtal 1/2. Er staat dan

1/2log (0,25) = t / t1/2

Als je log(0,25) met grondtal 1/2 uitreken komt er 2 uit dus

2 = t / t1/2

Dus t = 2 * t1/2

t is dus twee halveringstijden.


Op dinsdag 21 apr 2020 om 13:14 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,

Ik je voorbeeld van Neon-24 gaf je aan dat halveringstijd 15 uur was, terwijl in Binas 3,38 minuten staat. Zou je dit willen uitleggen?

Alvast bedankt

Erik van Munster reageerde op dinsdag 21 apr 2020 om 17:36
Klopt, de halveringstijd van Neon 24 is inderdaad 3,38 min en géén 15 dagen. (Ik denk dat ik het verkeerd heb opgezocht). Maar waar het hier om gaat (hoe je hoeveelheden berekend met de halveringstijd) klopt gelukkig verder wel.


Op zaterdag 1 jun 2019 om 14:27 is de volgende vraag gesteld
Beste erik,
Dus: 98,57% = 100% · .
Links en rechts delen door 100% en de logaritme nemen:
log 0,9857 =4/t(1/2) · log 0,5.
Dus: t½ = 4,0 · log 0.5/ log 0,9857 = 192 h = 8,0 d.
Ik snap niet waarom het niet andersom is bij de laatste stap, dus log 0,9857/log0.5 aangezien de formule toch zo werkt, X^a=b , a=LogB/LogX.
Kunt u me hierbij helpen?

Op zaterdag 1 jun 2019 om 14:38 is de volgende reactie gegeven
Blijkbaar is dit een wiskunde regel, ik snap hem al.

Erik van Munster reageerde op zaterdag 1 jun 2019 om 18:46
Klopt. Dit is een regel om het grondtal van een logaritme te veranderen. Stel dat je de logaritme met grondtal a wil weten (aLog x) terwijl op je rekenmachine alleen log met grondtal 10 zit (de “normale log”). De logaritme met grondtal a kun je dan berekenen met de gewone log van je rekenmachine met:

aLog x = Log x / Log a

Hier wil je steeds logaritmen berekenen met grondtal 0,5 en vul je dus voor a 0,5 in.


Op donderdag 14 mrt 2019 om 22:36 is de volgende vraag gesteld
Beste meneer Erik,
Ik snap deze vraag niet.

'Louis heeft geleerd dat na een halveringstijd nog maar de helft van de stof over is. Hij beweert: ''Je kunt gemakkelijk vaststellen of een halveringstijd voorbij is door de stof vooraf en achteraf te wegen.'

Erik van Munster reageerde op vrijdag 15 mrt 2019 om 08:47
Als een kern vervalt is de stof die ontstaat is niet opeens "weg". Het is dus niet zo dat de stof lichter wordt en dat je uit de massa-afname de halveringstijd kunt bepalen. (Behalve als de stof die ontstaat een gas is dat makkelijk kan ontsnappen. Dan is het wél zo dat je door wegen kan bepalen hoeveel er is vervallen)

Op vrijdag 15 mrt 2019 om 14:39 is de volgende reactie gegeven
Bedankt!


Op woensdag 27 feb 2019 om 20:42 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik, in de volgende opdracht snap ik niet zo goed hoe ze de formule omrekenen:
'In een experiment wordt de plasmaconcentratie van een farmacon gemeten. Die blijkt gegeven te worden door: c(t) = 1- 1/t
De snelheid waarmee de concentratie verandert wordt gegeven door: v(t) = 1/t^2 (dat is het antwoord)' Zou u kunnen uitleggen wat er hier precies wordt gedaan?

Erik van Munster reageerde op woensdag 27 feb 2019 om 21:04
Geen idee wat een farmacon is en ook niet wat er met concentratie bedoeld wordt. Zonder verdere uitleg kom je hier niet zo ver mee. Staat er geen inleiding bij waarin uitgelegd wordt wat dit allemaal betekent?

Op woensdag 27 feb 2019 om 21:15 is de volgende reactie gegeven
Volgensmij bedoelen ze met een farmacon een medicijn in het lichaam. Er zijn wel meerdere antwoord opties, misschien moet je het op die manier weten?
'In een experiment wordt de plasmaconcentratie van een farmacon in het lichaam gemeten. Die blijkt gegeven te worden door: 1 c(t) = 1- 1/t
De snelheid waarmee de concentratie verandert wordt gegeven door ...
1. v(t) = 1- (1/ t^2)
2. v(t) = - (1/t^2)
3. v(t) = 1 + (1/t^2)
4. v(t) = (1/ t^2)

Erik van Munster reageerde op woensdag 27 feb 2019 om 21:52
Ah zo bedoelen ze het. Heeft eigenlijk niet zoveel met natuurkunde te maken maar meer met scheikunde of eigenlijk wiskunde:

Ze vragen de snelheid waarmee iets verandert en daar kun je altijd achter komen door de afgeleide naar de tijd te nemen. Ze vragen dus de afgeleide van de functie c(t)=1-(1/t). Een van de opties die er staat is de juiste afgeleide.

Op donderdag 28 feb 2019 om 14:12 is de volgende reactie gegeven
Aha oke bedankt!


Op dinsdag 26 feb 2019 om 16:37 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik, in samengevat natuurkunde staat: 'geef twee redenen waarom je eigenlijk beter I-123 kunt injecteren i.pv. I-131'. Een reden daarvan is 'halveringstijd van I-123 is veel kleiner dan van I-131 --> je hoeft minder jood te gebruiken'.
Dit snap ik niet, want als de halveringstijd kleiner is dus stel ipv 8 dagen, 2 dagen, dan is de jood toch juist sneller uit het lichaam en heb je meer nodig?
Alvast bedankt!

Erik van Munster reageerde op dinsdag 26 feb 2019 om 17:01
Klopt, I-123 is inderdaad sneller vervallen maar als het er juist om gaat om zoveel mogelijk verval binnen het lichaam te laten plaatsvinden is dit een voordeel. Met I-131 zou je voor hetzelfde aantal vrijkomende deeltjes veel langer moeten wachten.


Ciska de Smit vroeg op woensdag 9 mei 2018 om 14:07
Ik heb een vraag:

Stel dat er gevraag word: na hoeveel dagen is fosfor-33 afgenomen met 67%. Hoe reken je dit dan uit?

Erik van Munster reageerde op woensdag 9 mei 2018 om 14:18
Het makkelijkst is schatten: als de hoeveelheid fosfor-33 is afgenomen met 66% betekent het dat het één keer is gehalveerd en daarna nog wat is afgenomen maar niet nóg een keer gehalveerd. Antwoord ligt dus tussen de 1 en 2 keer de halveringstijd.

Als je het precies wil weten kun je het berekenen. Er is nog 100-66=34% van de beginhoeveelheid over dus

(1/2) ^ t/th = 0,34

t/th = 0,5log 0,34

t/th = log 0,34 / log 0,50

t/th = 1,556

t is dus 1,556 keer de halveringstijd (th)

Erik van Munster reageerde op woensdag 9 mei 2018 om 14:21
Sorry, Ik zie dat je 67 i.p.v 66% bedoelde. Rekenmethode blijft hetzelfde en je komt dan op 1,599 halveringstijden.

Ciska de Smit reageerde op woensdag 9 mei 2018 om 14:42
Bedankt voor uw reactie, maar wat is het systeem achte het logaritme precies? Ik moet dit weten voor mijn examen maar ik weet niet of ik het wel goed begrijp. klop het dat t/th = (log N0) / (log 0,5). Is dat de standaard formule?

Erik van Munster reageerde op woensdag 9 mei 2018 om 15:21
t/th = log (N/N0) / log 0,5

Dit is de formule waarmee je het uitrekent. N/N0 is de verhouding tussen de hoeveelheid en de beginhoeveelsheid.

Als je het moet uitrekenen aan de hand van de activiteit kun je A/A0 invullen.

Ciska de Smit reageerde op woensdag 9 mei 2018 om 15:29
Oke, bedankt.


Op maandag 19 feb 2018 om 11:21 is de volgende vraag gesteld
Hallo Erik,

In mijn BINAS staat bij Neon-24 dat de halveringstijd 3,38 min bedraagt. Hoe komt u op die 15 uur? (Eerste oefenvraag)

Alvast bedankt!

Erik van Munster reageerde op maandag 19 feb 2018 om 17:09
Klopt, de halveringstijd van Neon 24 is inderdaad 3,38 min en géén 15 dagen. (Ik denk dat ik het verkeerd heb opgezocht). Maar waar het hier om gaat (hoe je hoeveelheden berekend met de halveringstijd) klopt gelukkig verder wel. Dank voor je oplettendheid.


Op woensdag 10 jan 2018 om 15:32 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,
Waarom doe je 5,0*10^-6 delen door 3,98423*10^-26?
en niet 5,0*10^-6 delen door 1,66*10^-27?

Erik van Munster reageerde op woensdag 10 jan 2018 om 15:53
De vraag waarbij dit naar voren kwam ging over het berekenen van het aantal atomen Neon-24 in het voorbeeld in de videoles. Hiervoor geldt:

aantal = totale massa / massa per atoom

De totale massa is 5,0*10^-6 kg
De massa van één atoom Neon-24 is 24 u. Dit is gelijk aan 24 * 1,66054*10^-27 = 3,9853*10^-26 kg

Vandaar...

Op woensdag 10 jan 2018 om 16:14 is de volgende reactie gegeven
dankuwel!


Op maandag 8 jan 2018 om 14:28 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,

Heeft u misschien een handig manier om de halveringstijd in dezelfde eenheid te hebben?
Bv. van minuten - uur. Van dagen naar jaar.
Etc

Erik van Munster reageerde op maandag 8 jan 2018 om 14:45
Geen handig truukje. Waarschijnlijk wat je zelf ook al had bedacht: Als je jaren in seconden wil hebben doe je maal 365*24*60*60 etc..

Wat wel handig is om te weten dat je lang niet altijd hoeft om te rekenen. Vaak komt de manier waarop je je antwoord moet geven overeen met eenheid van de halveringstijd in de opgave of hoef je alleen maar te zeggen "hoeveel halveringstijden" iets duurt.


Mohanad Salaymah vroeg op zaterdag 14 okt 2017 om 15:55
Bedoel je met de totale massa 5,0mg Neon?
Dus in dit geval 5,0*10^-6 delen door 3,98423*10^-26, waarbij de uitkomst 1,25*10^20 u is?

Erik van Munster reageerde op zaterdag 14 okt 2017 om 17:13
Klopt: zo bereken je het aantal kernen in 5,0 mg Ne24. Je komt dan inderdaad op 1,25*10^20 kernen (geen u erachter want het is eenheidsloos omdat het gewoon een aantal is)


Op zaterdag 14 mei 2016 om 19:18 is de volgende vraag gesteld
Hoe moet de vraag in het filmpje worden opgelost als er wel echt om een antwoord in aantal kernen was gevraagd?

Erik van Munster reageerde op zaterdag 14 mei 2016 om 20:46
Het aantal kernen kun je uitrekenen door de massa te delen door de massa van een enkel atoom.

De massa van een atoom Ne-24 kun je vinden in BINAS tabel 25A: 23,99361 u. In tabel 7 vindt je hoeveel een u is:1,66054*10^-27 kg. De massa van een atoom is dus 3,98423*10^-26 kg.

Door de totale massa te delen door dit getal vind je het totaal aantal kernen. Dit is meestal een extreem groot getal.


Op woensdag 4 nov 2015 om 14:46 is de volgende vraag gesteld
Bij vraag 2: kan je dit ook uitrekenen met de N(0) formule. Want dan moet je met log gaan rekenen, maar dit begrijp ik niet helemaal

Erik van Munster reageerde op woensdag 4 nov 2015 om 15:07
Is wel veeeel ingewikkelder dan gewoon bedenken dat het twee maal is gehalveerd, maar goed...

Als er 75 mg vervallen is er nog 25 mg over. N(t)/N0 is dan gelijk aan 25/100 = 0,25.

De formule wordt dan

0,5^(t/t1/2) = 0,25

Als je aan allebei de kanten de 0,5log neemt (logaritme met grondtal 0,5) krijg je:

t/t1/2 = 0,5log (0,25)

Dit kun je omzetten naar een logaritme met een grondtal 10:

t/t1/2 = log(0,25) / log (0,5)

log(0,25)/log(0,5) kun je gewoon met je rekenmachine uitrekenen. Dit is 2.

t/t1/2 = 2

t = 2*t1/2 dus twee halveringstijden


Op dinsdag 26 mei 2015 om 17:21 is de volgende vraag gesteld
Bij vraag 2: (Zou u erbij willen zetten waarom als het niet klopt?)
Als 75% is vervallen, dan is de beginhoeveelheid toch 2/3x gehalveerd en niet 2x? En als de beginhoeveelheid minder is geworden, dan hoort de halveringstijd toch kleiner te worden?

Erik van Munster reageerde op dinsdag 26 mei 2015 om 18:33
Stel je begint met 1000 atomen.

Na een halveringstijd is de helft hiervan vervallen, je hebt dan dus nog maar 500 atomen. Na nog een halveringstijd is de helft van deze 500 atomen vervallen, je hebt dan nog maar 250 atomen.

Na twee halveringstijden is dus nog maar 25% van de atomen over en zijn er in totaal 750 vervallen. 75% van de atomen zijn dus vervallen na twee halveringstijden.

De halveringstijd van een bepaalde stof hangt alleen af van de soort stof en niet van de beginhoeveelheid. De halveringstijd verandert dus ook niet.

Op woensdag 27 mei 2015 om 17:05 is de volgende reactie gegeven
Dank u wel! Ik begrijp het.


Op vrijdag 15 mei 2015 om 15:10 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,
Stel dat bijvoorbeeld de t gevraagd wordt, en dus N(t), N(0) en t1/2 gegeven zijn. Hoe bereken je dan de waarde van t?

Erik van Munster reageerde op vrijdag 15 mei 2015 om 16:06
De formule is N(t) = N0 * (1/5)^t/t1/2. Als je t wilt uitrekenen moet je de formule dus veranderen zodanig dat er staat: t=......

Eerst deel je beide kanten door N0

N(t)/N0 = (1/2)^t/t1/2

Vervolgens neem je aan allebei de kanten de logaritme met grondtal 1/2 (0,5 links betekent het grondtal, en niet maal 0,5):

(0,5)log (N(t)/N0) = t/t1/2

Omdat op de rekenmachine geen log met grondtal 1/2 zit moet je dit veranderen naar grondtal 10:

log (N(t)/N0) / log (0,5) = t/t1/2

Vervolgens doe je beide kanten maal t1/2:

t1/2 * log (N(t)/N0) / log (0,5) = t

Verder is het gewoon invullen en uitrekenen...

Op zondag 17 mei 2015 om 14:50 is de volgende reactie gegeven
Bedankt!


Op zaterdag 2 mei 2015 om 12:19 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,
Bij mijn in BINAS staat Ne-24 met t1/2 = 3,38 min.
In uw filmpje gebruikt u 15u. Hoe komt u aan deze waarde?
Groet & bedankt voor de goede uitleg.

Erik van Munster reageerde op zaterdag 2 mei 2015 om 13:22
Klopt helemaal wat je schrijft. De halveringstijd van Ne-24 is inderdaad 3,38 min. Ik heb per ongeluk de halveringstijd van Natrium-24 genomen zie ik nu. Berekening en uitleg blijft verder hetzelfde maar het gaat dus eigenlijk over Natrium-24.

Dank voor je oplettendheid.


Op maandag 14 apr 2014 om 18:36 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,

In het filmpje zegt u dat m(t) = m0·œt/tœ
kunt gebruiken in plaats van N(t) = N0·œt/tœ .
Moet massa dan altijd in gram? Ik dacht dat de eenheid van massa standaard kilogram was.

Erik van Munster reageerde op maandag 14 apr 2014 om 19:40
Het mag in deze formule ook in gram of een andere eenheid van massa. Wel belangrijk dat je ervoor zorgt m(t) en m0 dezelfde eenheid hebben. Dus... als je m(t) in gram doet moet je m0 ook in gram doen.

De standaard eenheid is inderdaad kilogram maar bij deze formule hoeft het dus niet perse.

Op zaterdag 19 jul 2014 om 01:59 is de volgende reactie gegeven
Dus je had het in principe gewoon in mg kunnen doen mits je voor m(t) dezelfde eenheid gebruikt?

Erik van Munster reageerde op zondag 20 jul 2014 om 17:18
Klopt. Zolang je dan maar voor zowel m0 als m(t) milligram gebruikt.


Op zondag 30 mrt 2014 om 13:29 is de volgende vraag gesteld
Hallo Erik,

hoe reken je het aantal mg om in aantal deeltjes?

Erik van Munster reageerde op zondag 30 mrt 2014 om 19:12
Dan moet je eerst weten hoeveel 1 deeltje weegt. Dit weet je uit het massagetal (of als je het heel nauwkeurig wil uit BINAS tabel 25). Het massagetal is de massa per deeltje in 'atomaire massaeenheden' oftewel 'u'. 1 u is gelijk aan 1,66*10^-27 kg (BINAS tabel 7). Je moet dus het massagetal met 1,66*10^-27 vermenigvuldigen om de massa per deeltje in kg te krijgen.

Daarna is het simpel:

Aantal deeltjes = Totale massa / massa per deeltje

Meestal kom je uit op een extreem groot getal want er zitten ongelofelijk veel atomen in een stukje materiaal.