Op maandag 20 apr 2020 om 17:55 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,
In de video heb je gezegd dat de grondtoon het hoogste is. De frequentie van de grondtoon is het laagst. Ik heb geleerd dat hoe lager de frequentie is hoe minder hoog de toon is.
Ik snap niet hoe dat kan? Zou je het willen uitleggen?
Alvast bedankt
Erik van Munster reageerde op maandag 20 apr 2020 om 22:38
De grondtoon is de toon die het hardste klinkt. Maar het is ook de toon met de laagste frequentie. De hoogte waarop een toon klinkt is wat anders dan de frequentie.
Dus:
De grondtoon heeft de laagte frequentie en klinkt het laagst maar ook het hardst.
Boventonen hebben een hogere frequentie en klinken hoog maar ook zachter.
Op dinsdag 21 apr 2020 om 00:08 is de volgende reactie gegeven
Dank voor je reactie.
Ik dacht dat het hard of zacht klinken had te maken met de amplitude van een trilling.
Uit jouw uitleg begrijp ik, dat laagste frequentie het hardste klinkt, ongeacht de amplitude. Klopt dit?
Alvast bedankt
Op maandag 29 apr 2019 om 18:20 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,
Waar (in Binas) kun je de formules voor de frequentie van de open buis & die voor de lengte van de open buis vinden?
Erik van Munster reageerde op maandag 29 apr 2019 om 21:25
Die staat niet in BINAS maar je kunt hem wel makkelijk afleiden uit formules die wél in BINAS staan. In BINAS tabel 35-B2 staan de voorwaarden voor een staande golf in een aan twee zijden open buis:
L = ½n·λ
Hieruit volgt
λ = 2n·L
Als je daarna deze λ gebruikt om de frequentie uit te rekenen aan de hand van de golfsnelheid (v) volgt
f = v/λ
f = v / (2n·L)
f = ½n v/L
Op woensdag 6 feb 2019 om 10:26 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,
Bijvoorbeeld bij een blokfluit kan je de lengte variëren vertel jij door gaatjes open en dicht te doen. Een blokfluit heeft twee open uiteindes toch? Want er zit nog een soort gat aan de bovenkant net voorbij het mondstuk. Als ik alle vingergaatjes dicht doe heb ik dan een buislengte die even groot is als de lengte tussen de open uiteindes? Zeg maar de hele blokfluit. En als ik alleen de eerste drie gaatje dicht doe, is dat dan de lengte van de buis? Zit dan bij het vierde gaatje de buik? Zeg maar zo halverwege de blokfluit. Maar soms doen ze bij een fluit ook halve gaatjes dicht of slaan ze er één over. Zit dan de buik bij het eerste open gaatje?
Erik van Munster reageerde op woensdag 6 feb 2019 om 17:12
Klopt, het "eerste open gaatje" dat je tegenkomt vanaf de bovenkant bepaald de lengte van het buis. Maar in de praktijk kan het zo zijn dat de buik nét ietsje verder ligt dan dit gaatje. Dit is iets wat te maken heeft met de vorm van de blokfluit en de gaatjes. Hoef je voor je examen niet te weten en als dit zo zal zijn zal het altijd in de opgave erbij staan dat de buik ietsje verder ligt.
Hetzelfde geldt voor het "half dichtdoen" van een gaatje. Ook dit zorgt voor een iets ander patroon van knopen en buiken en dus voor een andere toonhoogte. Ook dit hoef je niet te weten en als je dit nodig hebt zal er in een opgave altijd meer informatie over in staan.
Op maandag 20 jun 2016 om 20:21 is de volgende vraag gesteld
Hallo meneer,
Hoe weet ik bij een opgave of ik te maken heb met een instrument met 1 of 2 open uiteinden. Ik kan me er niet echt iets bij voorstellen...
Erik van Munster reageerde op maandag 20 jun 2016 om 21:03
Soms is het meteen duidelijk. Als een zijde echt potdicht zit en de andere open, of als alle twee de kanten van de buis echt helemaal open zijn weet je wel welke van de twee het is.
Maar meestal is het onduidelijk en weet je niet goed welke van de twee het moet zijn. Soms is het zelfs onderdeel van de opgave om uit te vinden of het een buis met een gesloten uiteinde is of niet. Er zijn twee manieren om het uit te vinden als het niet meteen duidelijk is:
1) Je kunt het aan de golflengte van de grondtoon zien. Als de golflengte 4x de lengte van de buis is, is het een buis met 1 gesloten uiteinde. Als de golflengte 2x de lengte van de buis is is het een buis met twee open uiteinden.
2) Je kunt het aan de frequenties van de boventonen zien.
Als de frequentie van de 1e boventoon (n=2) drie keer de frequentie van de grondtoon (n=1) is is het een buis met een gesloten uiteinde.
Als de frequentie van de 1e boventoon (n=2) twee keer de
Op maandag 20 jun 2016 om 21:45 is de volgende reactie gegeven
Echt bedankt! Ik heb hem door!
Op vrijdag 19 feb 2016 om 23:09 is de volgende vraag gesteld
hoe kan je aan de boventonen zien dat het om een gesloten of een open buis gaat?
Erik van Munster reageerde op vrijdag 19 feb 2016 om 23:16
Als de frequentie van de eerste boventoon 2x de frequentie van de grondtoon is, is het een buis met twee open uiteinden.
Als de frequentie van de 1e boventoon 3x de frequentie van de grondtoon is, is het een buis met een open en een gesloten uiteinde.
Je kunt het ook aan de hogere boventonen zien, maar dit is de simpelste manier.
Op woensdag 27 jan 2016 om 19:32 is de volgende vraag gesteld
Is een grondtoon altijd 110 Hz?
Erik van Munster reageerde op woensdag 27 jan 2016 om 21:39
De frequentie van de grondtoon van 110 Hz is maar een voorbeeld. De frequentie hangt af van de lengte van de buis (en van de geluidssnelheid maar die is meestal constant).
De frequentie van de grondtoon in een open buis kun je berekenen met f = 1/2 * n *v / l door n=1 in te vullen. (l is de lengte in m en v is de geluidssnelheid (normaal 343 m/s).
Op woensdag 22 jul 2015 om 13:53 is de volgende vraag gesteld
Bij de uitwerking van een examen staat dat bij een gesloten-open buis een verhouding van 1:3:5:7 verwacht kan worden voor de frequenties van de boventoon ten opzichte van de frequenties van de grondtoon en dat bij een open-open buis een verhouding van 1:2:3:4 verwacht kan worden. Ik kom er niet uit waarom dit het geval is.
Erik van Munster reageerde op woensdag 22 jul 2015 om 15:20
Dit heeft de maken met het patroon van knopen en buiken wat in de buis ontstaat. Bij een open uiteinde ontstaat een buik (B) en bij een gesloten uiteinde een knoop (K). Als je dan gaat kijken hoe golven erin zouden kunnen passen dan kom je vanzelf op deze verhoudingen.
Je kunt het ook aan de formules zien. In de formule voor een buis met twee open uiteinde staat een factor 'n'. In die voor een buis met een gesloten uiteinde staat een factor '(2n-1). Als je n=1,2,3 invult krijg je vanzelf die verhoudingen:
(n) = 1,2,3...
(2n-1): 1,3,5,7
Op donderdag 14 mei 2015 om 15:06 is de volgende vraag gesteld
Dus bij een opgave kan het zijn dat de n gevraagd wordt en dat je met behulp van de andere gegevens moet berekenen welke boventoon je hebt?
Erik van Munster reageerde op donderdag 14 mei 2015 om 16:13
Ja, klopt. Soms kun je n uitrekenen met behulp van de frequentie, snelheid en lengte van de buis.Soms worden ook juist de verschillende frequenties gegeven en kun je zien aan de hoeveelste frequentie het is welke n het is.
Hangt dus erg van de vraag af hoe je n bepaalt.
Op maandag 11 mei 2015 om 16:01 is de volgende vraag gesteld
als ik het goed begrijp: hoe lager de frequentie hoe harder je die toon hoort? klopt dit..
Erik van Munster reageerde op maandag 11 mei 2015 om 16:31
Nee, hoe lager de frequentie hoe lager de toon klinkt.
Hoe hard of zacht een toon klinkt wordt bepaald door de amplitude en niet door de frequentie.
Op maandag 11 mei 2015 om 20:44 is de volgende reactie gegeven
oww oke bedankt.
Op zondag 27 apr 2014 om 14:32 is de volgende vraag gesteld
Hallo Erik,
Ik snap niet waarvoor de n staat bij open buizen. Bij gesloten buizen staat de n voor het aantal buiken die je ziet. Maar hier is dat blijkbaar niet zo...
Alvast bedankt
Op zondag 27 apr 2014 om 17:29 is de volgende reactie gegeven
Zit er niet op beide uiteinden bij een open buis een buik?Bij een opening zit toch altijd een buik?
Op zondag 27 apr 2014 om 17:34 is de volgende reactie gegeven
Maar als ik onthoud dat n een getal is, hoe weet ik dan welk getal bij een grondtoon of boventoon hoort? Is het gewoon dan n=1 bij de grondtoon hoort. En n=2 bij de 1ste boventoon en n=3 bij de 2de boventoon?
Erik van Munster reageerde op maandag 28 apr 2014 om 20:54
Je hebt gelijk, bij een buis met twee open uiteinde zit aan de uiteinde steeds een buik. n is dus niet het aantal buiken maar, precies zoals je zegt, n=1 betekent grondtoon (BKB), n=2 betekent 1e boventoon (BKBKB) en n=3 2e boventoon (BKBKBKB) enzovoort.
Erik van Munster vroeg op vrijdag 30 nov 2012 om 14:55
Een fluit of een trompet of zo heeft toch altijd twee open uiteinde? Anders kun je er toch niet inblazen? Bestaan er dan ook instrumenten waarbij dit niet zo is?
Erik van Munster reageerde op vrijdag 30 nov 2012 om 17:16
Bij een panfluit hoeft alleen de bovenkant open te zijn. Los hiervan gedraagt ook bv een klarinet zich niet als een buis met twee open uiteinden maar als een buis met een open en een gesloten uiteinde terwijl hij natuurlijk wel twee open uiteinde heeft. Dit heeft te maken met de vorm van de buis. Dat een buis twee open uiteinde heeft wil dus niet automatisch zeggen dat hij zich ook gedraagt als een buis met twee open uiteinde. Helaas: verwarrend maar waar. Je kunt het beste kijken naar de boventonen van de tonen die de buis produceert. Hieraan kun je altijd zien of je het moet beschouwen als een buis met twee open uiteinden of niet.