Op woensdag 2 okt 2024 om 17:04 is de volgende vraag gesteld
Hi meneer, ik heb nog een vraagje uit mijn boek:
Er rijdt iemand in een auto. De normaalkracht (Fn) is bekend, de versnelling (a) ook en de massa van de persoon ook. Door de versnelling wordt de persoon tegen zijn stoelleuning gedrukt, ik noem het Fstoel. De vraag is om Fstoel te berekenen, dus de horizontale kracht die de stoelleuning op de persoon uitoefent.
Wat ik had gedaan is deze vergelijking opstellen: Fres = Fstoel - Fn, met een nettokracht naar de stoel. Echter bleek dat het antwoord meteen Fres was, dus Fres=m x a en dat dit gelijk is aan de horizontale kracht is van de stoel, dus Fstoel=Fres. Waarom wordt Fn (normaalkracht) niet meegeteld? Komt het omdat de normaalkracht een horizontale kracht is en de stoelleuningskracht een horizontale kracht is, en dat ze dus geen ''verbinding'' hebben met elkaar? En dat Fres rechtstreeks Fstoel is?
Erik van Munster reageerde op woensdag 2 okt 2024 om 20:25
De auto versnelt alleen in horizontale richting en degene die er in zit dus ook. Je hoeft dus alleen maar naar de horizontale krachten te kijken.
In verticale richting zullen alle elkaar opheffen.
Op woensdag 2 okt 2024 om 14:36 is de volgende vraag gesteld
Hi, in mijn boek staat dat Fn een krachtenpaar vormt met Fgew, ze werken namelijk op twee verschillende voorwerpen. (Fgew is bijv de kracht die een boek op een tafel uitoefent, en Fn de tafel op het boek). Mijn vraag is dan, welke kracht gaat gepaard met Fzw? Is dat dan, zoals in het filmpje vermeld, het boek die met de aantrekkingskracht de aarde optrekt? Dat is wel apart, omdat het boek op een tafel ligt? En Fzw zou dan een kracht van de aarde gericht naar het boek zijn? Dan heb je namelijk Fzw die gepaard gaat Met Faantrek
Erik van Munster reageerde op woensdag 2 okt 2024 om 14:43
Zwaartekracht die op het boek werkt vormt inderdaad een krachtenpaar met de kracht die het boek op de aarde+tafel uitoefent.
Is ook zo als je in het heelal twee massa’s op een bepaalde afstand van elkaar hebt. De gravitatiekracht van A op B is even groot als de gravitatiekracht van B op A. Zolang ze elkaar niet raken blijft het bij deze twee krachten. Pas als ze elkaar raken komen er ook andere krachten bij zoals bij het boek op tafel (Fn en Fgew)
Op donderdag 30 nov 2023 om 02:24 is de volgende vraag gesteld
Hoi
Ik heb een vraagje. In de wetten van Newton komt vaak de term 'Nettokracht' terug.
Is dit synoniem aan 'kracht' of is er een verschil?
Zo ja, zou u kunnen uitleggen wat precies het verschil is?
Dankuwel
Erik van Munster reageerde op donderdag 30 nov 2023 om 08:26
Nettokracht is de optelsom van alle krachten die op een voorwerp werken.
Nettokracht wordt ook wel “somkracht” of “resulterende kracht” genoemd. Symbool van nettokracht is ΣF.
Op woensdag 2 feb 2022 om 10:55 is de volgende vraag gesteld
Hoi, ik snap niet waarom je zwaarder wordt in een lift als deze omhoog gaat. En waarom je vervolgens weer minder weegt als deze tot stilstand komt.
Erik van Munster reageerde op woensdag 2 feb 2022 om 11:07
Als de lift stil staat is de resulterende kracht nul. Fz en Fnormaal heffen elkaar dan precies op.
Als de lift naar boven vertrekt is de resulterende kracht NIET nul. Je wordt namelijk versneld naar boven. Er werkt dan een resulterende kracht naar boven op je. Dit betekent dat Fnormaal dan iets groter is dan Fz.
Dit is wat je voelt als “zwaarder worden”. Het is niet je massa die groter wordt maar de kracht die de vloer van de lift op je uitoefent.
Erik van Munster reageerde op woensdag 2 feb 2022 om 11:08
Als de lift daarna weer afremt gebeurt het omgekeerde. Fnormaal is tijdens het remmen kleiner dan Fz en dat voel je als “lichter worden”.
Op donderdag 3 feb 2022 om 20:15 is de volgende reactie gegeven
Oh oke ik snap het! Alleen snap ik nog niet waarom je gewichtloos wordt als de kabel van deze lift breekt. Er ontstaat dan een valversnelling maar hoe kan dat? En hoezo werkt de normaalkracht hier niet meer op je?
Erik van Munster reageerde op donderdag 3 feb 2022 om 20:44
Omdat jij én de lift dan met dezelfde versnelling naar beneden vallen. De resulterende kracht is, als je valt, 9,81*massa en er zijn geen andere krachten. Omdat de lift met dezelfde versnelling valt oefent deze ook geen normaalkracht mee op jou uit. Je “voelt” dus ook niet meer dat je op de bodem van de lift drukt en dat heet gewichtsloos.
Op maandag 4 mei 2020 om 11:11 is de volgende vraag gesteld
3e wet: Ik snap niet dat als de twee krachten in evenwicht zijn, waar dan de beweging vandaan komt? Want als de twee krachten altijd even groot zijn, maar in tegengestelde richting, dan zou het voorwerp in rust moeten zijn.
In mijn boek wordt het bij het lopen zo uitgelegd: De afzetkracht van de voet is naar achteren gericht (snap ik). De wrijvingskracht is even groot maar tegengesteld. Hierdoor ???? kunnen we ons verplaatsen.
Erik van Munster reageerde op maandag 4 mei 2020 om 13:58
Als twee krachten even groot zijn heffen ze elkaar op en dan is er inderdaad evenwicht: de totale kracht is dan nul.
Maar... dat betekent niet dat het voorwerp dan stil moet staan . Evenwicht betekent alleen dat er geen versnelling is maar al het voorwerp al snelheid had betekent evenwicht alleen dat hij zijn snelheid behoudt.
Op zondag 1 sep 2019 om 18:55 is de volgende vraag gesteld
2e voorbeeld, u heeft het over 9,91.. waar komt dat getal getal vandaan? Zwaartekracht is toch 9,81? Alvast bedankt
Erik van Munster reageerde op maandag 2 sep 2019 om 10:42
Klopt. Is een vergissing. Er had inderdaad moeten staan 5,0*9,81. (en dus niet 0,5 kg en 9,91).
Op zondag 4 nov 2018 om 11:44 is de volgende vraag gesteld
Hallo Erik,
Ik begrijp niet waarom iets versnelt als er een resulterende kracht op werkt. Waarom is dit logisch?
Erik van Munster reageerde op zondag 4 nov 2018 om 19:58
Op zich wel logisch toch? Als je een stilstaand karretje hebt op een horizontaal vlak zal het niet spontaan gaan bewegen.Als je ertegenaan duwt (een kracht uitoefent) zal het karretje gaan bewegen. Als je deze kracht blijft uitoefenen zal het karretje steeds harder gaan bewegen.
Op woensdag 26 sep 2018 om 15:00 is de volgende vraag gesteld
Hoe bereken ik de spankrach (Fs) in een kabel van een waterskiër (70kg) achter een boot (met een constante snelheid van 25km/h), waarbij de weerstand van het water 85N is en die van de lucht 5N?
Erik van Munster reageerde op woensdag 26 sep 2018 om 16:47
Met de 1e wet van Newton: constante snelheid dus de totale kracht is 0 N. Dit betekent dat de totale voorwaartse kracht gelijk is de totale achterwaartse kracht. De spankracht trekt de skiër naar voren, de wrijvingskrachten trekken de skiër naar achteren.
Voorwaarts: Fspan
Achterwaarts: Fwater + Flucht
Ze zijn gelijk dus voor de grootte van de krachten geldt Fspan=Fwater+Flucht
Op dinsdag 20 mrt 2018 om 14:06 is de volgende vraag gesteld
Hallo Erik,
Ik heb een opmerking over de video, daarin wordt een foutje gemaakt in een berekening, wat misschien verwarring kan oproepen.
F=mxa met voorbeeld m=5,0 kg
In de berekening wordt 0,5 kg ingevuld ipv 5,0
Dit geeft een verkeerde uitwerking bij a=F/m
Erik van Munster reageerde op dinsdag 20 mrt 2018 om 14:32
Klopt, de massa zou 5,0 kg moet zijn. Ik reken in de video verder met een halve kg (0,5 kg). Dank voor je oplettendheid...
Op zondag 11 mrt 2018 om 20:37 is de volgende vraag gesteld
Ik snap de 3e wet van Newton niet . Zou u het met een ander voorbeeld kunnen uitleggen?
Erik van Munster reageerde op zondag 11 mrt 2018 om 21:56
De 3e wet van Newton zegt dat de kracht die één voorwerp op een ander voorwerp uitoefent altijd gepaard gaat met een gelijk maar tegengestelde kracht van het andere voorwerp op het ene.
Krachten tussen twee voorwerpen komen dus altijd voor in paren.
Simpelste voorbeeld:
Stel dat je met je hand tegen de muur aan duwt met een kracht van 5,0 N. De muur duwt dan terug tegen je hand met een even grootte maar tegengestelde kracht van 5,0 N.
Op zondag 11 mrt 2018 om 14:09 is de volgende vraag gesteld
Ik krijg de eerste wet niet logisch in mijn hoofd. Ik kan het niet plaatsen. Heeft u misschien een voorbeeld zodat ik hem snap? Of moet ik het gewoon aannemen
Erik van Munster reageerde op zondag 11 mrt 2018 om 14:39
In woorden: "Als de snelheid van een voorwerp constant is, is de totale kracht op het voorwerp 0 N". Of andersom: "Als de totale kracht op een voorwerp 0 N is weet je dat de snelheid constant is".
Dit kun je je het makkelijkst voorstellen bij een voorwerp dat wrijvingsloos (F=0) over het ijs glijdt. Als je er niet tegen duwt zal het voorwerp altijd zijn eigen snelheid bewaren. Maar, je kunt het ook gewoon aannemen als je het lastig vindt om het je voor te stellen.
In de praktijk betekent het dat bij opgaven altijd goed op moet letten of de snelheid van iets constant is. Als dit zo is weet je automatisch wat de totale kracht is.
Op zondag 11 mrt 2018 om 15:21 is de volgende reactie gegeven
Oké bedankt!
Op dinsdag 27 feb 2018 om 14:28 is de volgende vraag gesteld
Beste Erik,
Klopt het dat de zwaartekracht gelijk is aan het gewicht in rust? Maar op het moment dat een voorwerp niet rust op een ondergrond of aan een touw hangt, alleen de zwaartekracht heerst en dat het voorwerp als gewichtsloos wordt ervaren.
Want als je in de lift staat en de lift beweegt naar beneden, dan is de resulterende kracht naar beneden gericht? maar welke resulterende krachten zijn dit? De zwaartekracht hangt van mijn massa af en de normaalkracht is dan toch gelijk aan de zwaartekracht in rust? Maar waarom weeg je minder in een naar beneden versnellende lift en zwaarder naar boven versnellende lift?
Erik van Munster reageerde op dinsdag 27 feb 2018 om 15:19
Klopt: Het gewicht van een voorwerp op de vloer is inderdaad even groot als de zwaartekracht op dat voorwerp als het in rust is.
In een lift die naar beneden beweegt is dit ook zo. Alleen als de lift naar beneden VERSNELT is er een verschil en is het gewicht kleiner dan de zwaartekracht. Dit komt omdat er een resulterende kracht naar beneden moet werken (anders zou je niet naar beneden versnellen). Dit betekent dat de normaalkracht en de zwaartekracht bij elkaar niet nul zijn. De normaalkracht is ietsje kleiner en daarom is het gewicht op de vloer van de lift ook iets kleiner dan de zwaartekracht.
Op woensdag 17 jan 2018 om 10:40 is de volgende vraag gesteld
Bedankt voor de uitleg! Het is erg nuttig. Nu heb ik een vraag uit mijn boek waar ik niet uit kan komen.
Een raket met een massa van 2.75*10^6 kg oefent een verticale kracht van 3.55*10^7 N uit op de uitgeblazen gassen. Bepaal (a) de versnelling van de raket, (b) de snelheid van de raket na 8,0 s en (c) hoe lang de raket erover doet om een hoogte van 9500 m te bereiken. Veronderstel dat g constant blijft en houd geen rekening met de massa van het uitgestoten gas.
Het is een vrij grote vraag dus als ik enkel een hint zou krijgen zou het al enorm helpen!
Erik van Munster reageerde op woensdag 17 jan 2018 om 13:03
Ik zal je een beetje op weg helpen: De raket oefent een kracht uit op de uitgeblazen gassen. Dit betekent (volgens de 3e wet van Newton) dat de gassen een precies even grootte maar tegengestelde kracht uitoefenen op de raket. Je weet dus dat de nettokracht op de raket 3,55*10^7 N is. Samen met de massa kun je met F=m*a de versnelling uitrekenen die de raket ondergaat.
Als je de versnelling eenmaal weet zijn b en c niet zo heel moeilijk meer.
Op zaterdag 1 jul 2017 om 17:00 is de volgende vraag gesteld
Een lijstje met formules
Erik van Munster reageerde op zaterdag 1 jul 2017 om 17:23
Wat wil je precies weten?
Op maandag 22 mei 2017 om 22:17 is de volgende vraag gesteld
Hoi Eric,
Zou je mij kunnen helpen (uitleggen) met de volgende vraag:
Na een botsing rijden er twee treinen, die een massa hebben van respectievelijk 10 ton en 25 ton, gekoppeld verder met een snelheid van 20km/h. De trein van 25 ton had voor de botsing een snelheid van 40km/h.
Bereken de snelheid van de trein van 10 ton voor de botsing en noteer de richting waarin deze trein opreed (richting de trein van 25 ton of in tegenovergestelde richting en waarom?).
Erik van Munster reageerde op dinsdag 23 mei 2017 om 10:30
Voor deze vraag heb je de wet van impulsbehoud nodig. Dit onderwerp hoort niet bij het examenprogramma HAVO / VWO, ook niet bij het oude programma en ik heb dus ook geen videoles of uitleg over de theorie.
Ik zal je op weg helpen: De wet van impulsbehoud zegt dat de totale impuls vóór een botsing gelijk is aan de totale impuls na een botsing.
pvoor = pna
pA + pB = pAB
Voor de impuls geldt p = m*v. Invullen geeft
mA*v + mB*40 = (mA+mB) * 20
Hiermee kun je v uitrekenen (als v negatief is betekent dit een snelheid in tegenovergestelde richting maar ik zou eerst even checken of je zeker weet dat je dit onderwerp moet kennen.
Op vrijdag 12 mei 2017 om 10:28 is de volgende vraag gesteld
Dag eric,
Moet je in de formule van de 3e wet van newton ook bij de tegengestelde kracht de min laten staan in je antwoord aangezien deze wel in de fornule staat bij : Fab = - Fba
Mvg
Erik van Munster reageerde op vrijdag 12 mei 2017 om 15:45
Hoeft niet perse met een minteken in de formule. Je kunt ook op een andere manier aangeven dat de krachten tegengesteld van richting zijn. Bijvoorbeeld in woorden of m.b.v. een tekeningetje.
Op zaterdag 5 nov 2016 om 12:35 is de volgende vraag gesteld
Ik kom niet uit de volgende opgave (Natuurkunde Overal 4 Havo, 4e editie, opgave 39)
Een auto (986kg) rijdt met een snelheid van 120km/h. De chauffeur moet plotseling remmen met een kracht van 3.2kN.
Bereken de remweg. Bereken daarvoor eerst de versnelling, de remtijd en de gemiddelde snelheid.
De vertraging heb ik berekend: F/m = 3200 N / 986 kg = 3.25 m/s2
De remtijd is dan de snelheid (120 km/h) gedeeld door de vertraging (3.25 m/s2) = 10.2 seconde
Wat is dan de remweg?
Erik van Munster reageerde op zaterdag 5 nov 2016 om 12:50
Dat is niet zo moeilijk meer als je de remtijd al hebt uitgerekend. Je weet namelijk de beginsnelheid en de eindsnelheid (0 m/s). De gemiddelde snelheid tijdens het remmen ligt precies tussen de begin- en eindsnelheid in. Ofwel: de helft van de beginsnelheid.
Als je de gemiddelde snelheid en de remtijd weet kun je met s=v*t de afgelegde weg uitrekenen.
Hoop dat je hier iets verder mee komt...
Op vrijdag 17 apr 2015 om 19:25 is de volgende vraag gesteld
Bij mechanica heb ik in mijn boek (Pulsar) ook nog een paragraaf over katrollen en tandwielen. Is dit ook CE stof?
Erik van Munster reageerde op zaterdag 18 apr 2015 om 10:13
Dag Emmelien,
Katrollen en tandwielen zijn een toepassing van krachten optellen, ontbinden, spankracht, krachtenevenwicht etc... Het is niet dus niet echt een apart onderwerp met aparte theorie die je zou moeten leren.
Wel is het handig om een paar opgaven over katrollen en tandwielen te oefenen zodat je een beetje weet wat je moet doen als er een vraag over katrollen of tandwielen in het CE zit.
Op vrijdag 10 jan 2014 om 21:47 is de volgende vraag gesteld
Hoe kan uitgelegd worden, dat de tegenwerkende krachten op een sprinter kleiner zijn dan de schuifwrijvingskracht op de schoenen van een sprinter? Alvast bedankt!
Erik van Munster reageerde op zaterdag 11 jan 2014 om 12:47
Dag Atena,
Als je rent (of loopt) oefen je een kracht uit op je schoen. Je probeert je schoen als het ware naar achteren te schuiven. Dit lukt niet door de schuifwrijvingskracht tussen de schoen en de grond. De schoen blijft hierdoor op zijn plaats. In plaats van de schoen naar achter te duwen gebeurt het omgekeerde: je duwt jezelf bij elke stap naar voren en je schoen blijft staan.
Als de kracht waarmee je naar achter duwt groter is dan de maximale schuifwrijvingskracht slip je weg omdat de schoen dan wel kan bewegen. Dit gebeurt bijvoorbeeld als je op ijs probeert te lopen.
Op zondag 3 nov 2013 om 19:54 is de volgende vraag gesteld
Heffen de krachten elkaar op of hoe zit dat precies?
Erik van Munster reageerde op zondag 3 nov 2013 om 20:42
Als iets stilstaat of met een constante snelheid beweegt: ja dan heffen de krachten elkaar op. Dit is de 1e wet v Newton.
Op zaterdag 2 nov 2013 om 15:07 is de volgende vraag gesteld
Hoe kan het bij het derde voorbeeld, over de derde wet van Newton dat het blokje een even grote kracht uitoefent als de aarde op het blokje. want de aarde heeft toch een veel grote massa dan het blokje? ik snap dat niet helemaal , alvast bedankt.
Erik van Munster reageerde op zaterdag 2 nov 2013 om 22:20
De kracht is even groot alleen het effect van de kracht is veeeel kleiner dan op het blokje omdat de aarde zo zwaar is. De aarde merkt er dus (bijna) niks van , het blokje juist wel ook al is het dezelfde kracht.
Op woensdag 19 jun 2013 om 16:23 is de volgende vraag gesteld
Moet de m in F= m x a niet 5 zijn?
vr. gr.
Erik van Munster reageerde op woensdag 19 jun 2013 om 21:25
Klopt, de massa zou 5,0 kg moet zijn. Ik reken in de video met een halve kg (0,5 kg). Mijn fout...
Op zaterdag 4 mei 2013 om 20:36 is de volgende vraag gesteld
Waar wordt de gravitatie wet uitgelegd
Erik van Munster reageerde op zondag 5 mei 2013 om 08:18
De videoles gravitatiewet staat bij Worpen&Cirkelbeweging. Hier wordt alles over de gravitatiewet uitgelegd.
Op zondag 5 mei 2013 om 21:35 is de volgende reactie gegeven
Danku
Op zaterdag 23 mrt 2013 om 11:24 is de volgende vraag gesteld
Waarom heeft u bij de tweede wet van Newton
F=Mxg bij g=9,91
Erik van Munster reageerde op zaterdag 23 mrt 2013 om 15:06
Vergissing, er had natuurlijk op het scherm moeten staan g=9,81 m/s2 en niet 9,91. Ik zeg het in het filmpje gelukkig wel goed en de berekening klopt verder ook. Dank voor je oplettendheid.
Op zondag 20 jan 2013 om 11:18 is de volgende vraag gesteld
Actie= reaktie vraag 3 is fout geschreven
Erik van Munster reageerde op zondag 20 jan 2013 om 12:17
Dank je, is verbeterd...
Op zondag 23 dec 2012 om 14:48 is de volgende vraag gesteld
als v = constant is v dan 0?
Erik van Munster reageerde op zondag 23 dec 2012 om 20:12
Nee, maar andersom wel: Als v=0 en v blijft 0 dan is v constant en geldt de eerste wet van Newton.